In onze gemeente wordt water geleverd en afgerekend door Vitens. Om gebruik te kunnen maken van het netwerk aan leidingen waar het water doorheen stroomde vroeg de gemeenten vanaf 2015 tot 2020 aan Vitens een soort belasting, de precariobelasting genoemd. Vitens verhaalde die belasting daarop weer bij ons, de burgers.  Maar het heffen van deze precariobelasting bleek niet terecht.

In een uitspraak van de rechter in hoger beroep op 3 augustus 2021 bleek dat de gemeente deze belasting toch niet mocht vragen en zo betaalde Vitens en dus de burger jaren te veel belasting. Ook Stedin betaalde deze belasting en verhaalde dit door op de burger. Na 2021 werd het stil op dit onderwerp. Er werd een reservering gedaan voor het risico dat het geld terugbetaald moest worden, maar deze reservering verdween ook weer uit de begroting.

In december 2022 stelden wij schriftelijke vragen over deze post.  Om hoeveel geld ging het? Wat was de stand van zaken? Wie was er verantwoordelijk, de gemeente of Vitens?. Drie weken na deze schriftelijke vragen stelde de gemeente tot ons grote genoegen een vaststellingsovereenkomst vast met Vitens en betaalde ruim 1,6 miljoen euro terug aan Vitens. Dat is geld dat wij, inwoners, binnenkort weer terug kunnen verwachten in onze eigen portemonnee.

We zijn verheugd dat de gemeente deze gelden nu aan Vitens terugbetaald heeft. Het geld is uiteindelijk gewoon van de inwoners, zo besloot de hoogste rechter. Dus de hoop is dat Vitens dit snel met onze inwoners verrekend.We zullen ook scherp blijven op de ontwikkelingen met Stedin. Ook daar heeft de burger in het verleden precariobelasting betaald en ook in de rechtzaken van Stedin oordeelt de rechter dat dat ten onrechte was.