Nieuws van politieke partijen in Nederland inzichtelijk

3 documenten

eHerkenning: een hels karwei voor kerken

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 20-01-2020 11:13

Door Eppo Bruins op 20 januari 2020 om 08:30

eHerkenning: een hels karwei voor kerken

Jarenlang deed de Belastingdienst de belofte dat belasting betalen ‘niet leuker, wel makkelijker’ zou worden. Een belangrijk streven, want de overheid moet ten dienste staan van mensen en van organisaties die belasting betalen.

Een hels karwei voor kerken

Het doen van aangifte via de digitale ‘eHerkenning’ zou daar dan ook aan moeten bijdragen. Maar voor kerken en sommige goede doelen is invoering van eHerkenning een ramp. Wat tot voor kort vijf in minuten was gebeurd, is nu een hels karwei.

eHerkenning is ingericht met het oog op bedrijven, stichtingen en verenigingen die bij de Kamer van Koophandel ingeschreven staan. Kerken en andere belangrijke organisaties komen daardoor nu in de problemen. Alleen met een complex softwarepakket of een duur in te huren bureau kunnen ze straks nog de belastingzaken voor hun personeel afhandelen.

Te snel ingevoerd, grote groepen over het hoofd gezien

eHerkenning is simpelweg te snel ingevoerd en grote groepen ‘rechtspersonen’ zijn bij de invoering over het hoofd gezien. Dat probleem krijgen kerken en goede doelen nu zelf op het bordje en dat is niet eerlijk.

eHerkenning staat daarmee niet meer ten dienste van organisaties die hun belastingzaken willen afhandelen. Ik wil daarom dat de Belastingdienst nu allereerst uitstel aankondigt voor al deze organisaties.

Daarnaast wil ik van het kabinet weten of het niet beter zou zijn om éérst een passende oplossing voor deze organisaties te verzinnen voor er überhaupt sprake kan zijn van invoering van eHerkenning.

De Belastingdienst heeft momenteel veel aan het hoofd. Met de overhaaste invoering van eHerkenning maken ze het voor zichzelf én voor kerken en goede doelen niet leuker en zeker niet makkelijker.

Mijn bijdrage aan het kamerdebat over de kinderopvangtoeslag-affaire

ChristenUnie ChristenUnie CDA Nederland 04-12-2019 12:22

Door Eppo Bruins op 4 december 2019 om 13:14

Mijn bijdrage aan het kamerdebat over de kinderopvangtoeslag-affaire

De overheid als dienares van God heeft tot taak recht te doen en burgers te beschermen tegen willekeur. In deze taak, voorzitter, heeft de overheid ten diepste gefaald.

Alle voorgaande sprekers hebben al gewezen op de dramatische omstandigheden waarin ouders zijn terechtgekomen als gevolg van het handelen van een niets ontziende Belastingdienst. De verhalen die we de afgelopen jaren hebben gehoord zijn schrijnend.

Afgelopen week nog nam een mevrouw contact met mij op. In 2014 een terugvordering van 50.000 euro. Met telefoontjes, brieven en bezwaren werd niets gedaan. Loonbeslag, jaren van ellende, haar echtgenoot heeft meermaals geprobeerd zich van het leven te beroven. Hij loopt nu bij de psychiater vanwege kans op herhaling. Zelfs afgelopen jaar kwamen er nog dwangbevelen binnen. Afgelopen woensdag kwam deze mevrouw thuis van het werk en weer lagen er vier loonbeslagen op de mat. Ze is ten einde raad. Het is onvoorstelbaar hoeveel moeite het kost om dit te stoppen. Het is ongelooflijk hoever de overheid afstaat van de burger. Het bericht van deze mevrouw is exemplarisch voor het hele systeem van toeslagen en laat zien dat dit ingewikkelde stelsel het doen-vermogen van burgers ver te boven gaat.

Een ander gezin waar ik contact over heb, moet rondkomen van 200 euro per maand omdat de fiscus bij loonbeslag de beslagvrije voet niet respecteert. De familie probeert bij te springen door geld te lenen maar ook dat wordt direct weer weggehaald door de Belastingdienst via bankbeslag. Hoe kan dat? Is de staatssecretaris het met mij eens dat dit niet mag bestaan en dat er nog heel veel werk aan de winkel is?

Ik wil collega’s hier in de Kamer en journalisten daarboven en daarbuiten complimenteren met hun vasthoudendheid. Tegelijk vind ik het zorgwekkend te moeten constateren dat zonder hechte samenwerking tussen media en parlement, deze Kamer in zichzelf niet de kracht noch de middelen heeft om de onderste steen boven te krijgen. Blijkbaar moet iets eerst in de media een schandaal worden voordat een overheidsinstantie bij zinnen komt. Dat zegt iets over het ministerie. Maar ook over ons allen zoals wij hier zitten.

De Commissie Donner concludeert institutionele vooringenomenheid. Maar, voorzitter, instituties bestaan niet. Mensen wel. En er zijn altijd mensen verantwoordelijk. Het zijn mensen die leidinggeven, mensen die opdrachten uitvoeren. Als ik lees dat er stukken zijn achtergehouden in rechtszaken…. dat doet een systeem niet. Het gaat erom dat meerder mensen zo samenwerken, iets zo organiseren dat dit kan gebeuren.

De staatssecretaris had wel oog voor dat het beter moest, maar heeft lang gedraald voordat hij de fouten uit het verleden ging herstellen. Vindt de staatssecretaris dat hij voldoende doortastend heeft gehandeld als het gaat om het herstellen van het leed dat is aangericht door het systeem en de geconstateerde vooringenomenheid?

In juni had de staatssecretaris het over zijn ‘tunnelvisie’. Is de tunnelvisie nu weg? zo vraag ik de staatssecretaris. Is er nu tegenspraak georganiseerd? Worden mensen die hun mond open doen nu gekoesterd in plaats van ontslagen? Is de staatssecretaris nu wél in staat om het kaf van het koren te scheiden?

Ik wil deze Kamer, ik wil ons allen, een spiegel voorhouden. Er is in 2005 een toeslagenstelsel bedacht dat vanaf het begin niet functioneerde. De politiek heeft het systeem alleen maar nog ingewikkelder gemaakt en heeft niets gedaan met de signalen die de Belastingdienst gaf. Toeslagen moesten en zouden uitbetaald worden zonder controle vooraf. Maar in 2014 klonk het in deze Kamer: “De staatssecretaris moet alles op alles zetten. Fraude móet worden aangepakt". En dat hebben we geweten. Maar de wet en regels overtreden mag nooit, ook niet onder politieke druk.

Achteraf controleren leidde tot grootschalige fraude. Stopzetten tot ná controle leidde tot groot menselijk drama en leed binnen honderden, misschien zelfs duizenden gezinnen. Als vooraf controleren leidt tot ellende, én achteraf controleren leidt tot ellende. Moeten we dan niet concluderen dat het toeslagenstelsel failliet is? zo vraag ik de staatssecretaris.

Voor de ChristenUnie is het duidelijk dat op de kortst mogelijke termijn een eenvoudig en rechtvaardig belastingstelsel nodig is. Een belastingstelsel waarbij het belastingtarief weer weerspiegelt wat je betaalt en waar je je niet door een woud van toeslagen en kortingen hoeft te worstelen. Het systeem is té ingewikkeld. Onze Belastingdienst kan het niet meer aan, en als burger begrijp je het al helemaal niet meer.

Zolang het belastingstelsel niet een grondige herziening en vereenvoudiging ondergaat, zolang dat enorme geld-rondpomp-circus niet stopt, zullen we jaar na jaar in deze Kamer onze verontwaardiging blijven uitspreken over drama’s die de politiek en haar uitvoerende diensten zelf mede-veroorzaken.

De ouders in de CAF11-zaak zijn vermorzeld door verkeerde besluiten in een moloch van een systeem, een systeem dat verziekt is door een overheid die zo ontzettend ver van de burger afstaat. Die iedere vorm van menselijkheid en menselijke maat ontbeert. Je bent een nummer, een zaak, een formulier. Maar geen mens meer. We hebben een overheid gecreëerd die mensen bij voorbaat wantrouwt. En we hebben een politiek gecreëerd die geen fouten meer duldt en die denkt dat alles maakbaar is met meer en meer regels. Mijn hoop ligt bij de mensen die werken in het systeem, de medewerkers van de Belastingdienst, en collega’s hier in de Kamer, die met een rechtvaardige en genadige houding werken in dienst van de publieke zaak.

Wat je zaait, dat oogst je ook. Het is daarom belangrijk dat ook wij als Tweede Kamer met elkaar praten over hoe nu verder. Het is goed dat op verzoek van ChristenUnie en CDA een parlementair onderzoek wordt gestart naar het functioneren van de Belastingdienst en het UWV.

De compensatieregeling die de Commissie Donner heeft geadviseerd, verzacht de pijn maar neemt het geleden leed niet weg. De CAF11-zaak laat zien dat in deze tijd burgers bang zijn voor de overheid. Als rechtszekerheid en rechtsbescherming tegen overheidsbesluiten wegvallen, valt de bodem weg onder onze samenleving.

Mijn bijdrage aan het debat over de Wijziging Wet kindgebonden budget

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 21-02-2019 18:38

Door Eppo Bruins op 21 februari 2019 19:30

Mijn bijdrage aan het debat over de Wijziging Wet kindgebonden budget

In vier jaar repareren wat in de acht jaar daarvoor is scheefgegroeid, dat is geen sinecure. En toch doet het kabinet dat met het wetsvoorstel dat we vandaag bespreken.

Stel je voor dat je in de jaren van 2010 tot en met 2017 een alleenverdienersgezin runde met een modaal inkomen. Dan ben je in die periode 3,2% koopkracht kwijtgeraakt. En dat was niet het gevolg van een natuurramp, maar van bewust beleid. Enerzijds beleid om de koopkracht van de minima wel te stutten en die van veel middeninkomens niet. En anderzijds beleid om arbeidsparticipatie via fiscale kortingen - de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting - maximaal te prikkelen. Ik noem u een paar andere categorieën huishoudens om de gevolgen hiervan te laten zien.

Alleenstaande ouders met ook een modaal inkomen: die zijn er niet 3,2% op achteruit gegaan, zoals de éénverdieners, maar 7,2% op vooruit.

Alleenstaande ouders met een minimumloon zijn er zelfs meer dan 16% op vooruit gegaan, waardoor de bizarre situatie is ontstaan dat alleenstaande ouders met een minimumloon onder de streep meer inkomen overhouden dan huishoudens met één modaal inkomen. Anders gezegd: puur fiscaal gezien zou een alleenverdiener met kinderen beter kunnen scheiden, waarbij beide ouders ten minste één kind onder hun hoede nemen. Dit is natuurlijk geen aanbeveling en geen gratis belastingtip van de ChristenUnie-fractie, maar het geeft wel aan hoe ruimhartig de inkomensondersteuning aan de onderkant van het inkomensgebouw kan uitpakken in verhouding tot huishoudens die van één modaal inkomen moeten rondkomen.

En tweeverdieners zijn er natuurlijk ook op vooruit gegaan in de periode 2010-2017.

Voorzitter, als je alleen al deze gegevens op je laat inwerken, dan kan ik niet anders dan heel blij zijn met dit wetsvoorstel. Het biedt een broodnodige correctie op de eerste acht jaar van dit decennium. Met een slimme oplossing, namelijk door het afbouwpunt voor paren te verleggen met € 16.750, krijgen eindelijk die huishoudens met kinderen en een inkomen tussen 1 en 1,5 keer modaal een financieel steuntje in de rug. Huishoudens in deze inkomensrange moeten in dit land hun financiële boontjes immers bijna helemaal zelf doppen. Stel dat een huishouden net geen € 40.000 verdient en in een huurwoning woont, dan heeft het geen recht op huurtoeslag, op zorgtoeslag en ook al geen profijt van de hypotheekrenteaftrek. Alleenstaande ouders hebben dat nadeel niet. Door de alleenstaande ouderkop van nota bene ca. € 3.100 bij twee kinderen, hebben deze ouders tot ongeveer een ton aan inkomen recht op kindgebonden budget.

En daarom ben ik blij dat de gezinnen met kinderen en twee ouders tussen 1 en 1,5 keer modaal door dit wetsvoorstel ook eens een positief inkomenseffect tegemoet kunnen zien. Ik vind het zo mooi om te zien dat na jaren van overigens terechte aandacht voor de koopkracht van de minima er nu ook inzet is voor jan modaal, voor ploeterende gezinnen met gewone inkomens. En dan is het mooi om te zien dat een eenverdiener op modaal met twee kinderen er door dit wetsvoorstel net zo veel op vooruit gaat als dat hij er de afgelopen acht jaar op achteruit is gegaan . Juist bij deze gezinnen was de afgelopen jaren schraalhans keukenmeester. Zij moesten sappelen om rond te komen. Enfin voorzitter, we hebben niet voor niets verschillende debatten in dit huis gevoerd over de kloof in belastingdruk tussen gezinnen met één en met twee inkomens. En niet alleen de belastingdruk was daarbij een issue, ook de extreme marginale druk. Daardoor hielden met name éénverdieners als ze iets meer gingen verdienen nauwelijks een cent over, met zelfs extreme negatieve uitschieters. Dat heeft het kabinet al gerepareerd met de wijziging van het afbouwpad in de huurtoeslag. En dit wetsvoorstel verlaagt de marginale druk nog eens voor gezinnen met kinderen tussen het minimumloon en modaal. Dit wetsvoorstel biedt met name deze gezinnen wat meer lucht, wat meer financiële ademruimte.

Kortom, niet een wet uit het ChristenUnie-paradijs, wel een prachtig compromis van een coalitie waar mijn fractie aan deelneemt. En natuurlijk had het voorstel nog mooier gekund. Bijvoorbeeld door het afbouwpunt te verleggen tot het punt waar het het afbouwtraject voor de alleenstaande ouder raakt. Maar ja, dan had dit wetsvoorstel nog zeker het dubbele gekost. Hoeveel extra middelen had dat eigenlijk gevergd, zo is mijn vraag aan de staatssecretaris.

Dit wetsvoorstel is kortom uitvoering van een afspraak uit het regeerakkoord. Een afspraak die niet losgezien kan worden van een aantal andere maatregelen in dat akkoord. Allereerst doel ik daarbij op de maatregelen in de inkomstenbelasting. En ten tweede op de extra impuls voor alle kindregelingen. Niet alleen gaat er meer geld naar het kindgebonden budget, ook naar de kinderbijslag en de kinderopvangtoeslag gaan extra middelen. In totaal kwam er door het regeerakkoord structureel bijna € 1 miljard bij voor gezinnen met kinderen.

En natuurlijk baal ik van de tergende tegenvaller, die de afgelopen weken is opgedoken. Deze tegenvaller staat volstrekt los van dit wetsvoorstel en van de afspraak in het coalitieakkoord, maar ja, hij moet natuurlijk wel opgelost worden. Voorzitter, natuurlijk word ik niet blij van de gekozen oplossing, maar mijn fractie accepteert deze wel. Het eenmalig niet indexeren van het kindgebonden budget is een lelijke, maar wel effectieve oplossing. Dat het overschot van € 10 miljoen wordt benut om het afbouwpunt nog iets te verleggen, dat vindt mijn fractie een goede geste.

Deze episode roept de vraag op waarom het regime bij de diverse toeslagen verschilt. Er had ook gekozen kunnen worden voor een wetsaanpassing, waarmee het kindgebonden budget in de pas ging lopen met de andere toeslagen. Vanuit burgers geredeneerd - en daar sta ik hier voor - is het juist weer voor te stellen dat het bij de andere toeslagen ook zo gaat, zoals het bij het kindgebonden budget had moeten gaan. Kan de staatssecretaris hierop reageren?

Dan nog een vraag over het kindgebonden budget en mensen die in Nederland wonen en net over de grens werken. Die hebben geen recht op het kindgebonden budget vanwege de Europese coördinatieregels die bepalen dat het werkland bevoegd is voor de sociale zekerheid. Hoe staat het in dit kader met de uitvoering van de moties van mijn collega’s Van der Graaf en Van der Molen? Ik vraag dat in dit debat, omdat onder andere een casus met kindgebonden budget een aanleiding was voor deze moties. Je zult als alleenstaande ouder immers maar in een krimpregio aan de grens wonen en net over de grens werk vinden. Dan ben je ongewild mooi de pineut, omdat in dat geval de Duitse kindregelingen net wat minder ruimhartig zijn.

Ondanks het gedoe met de tegenvaller, blijft dit wetsvoorstel een mooie bouwsteen in het bouwwerk van het regeerakkoord en een belangrijke steun in de rug voor veel gezinnen. Natuurlijk hebben we als het gaat om rechtvaardige belastingheffing en inkomensondersteuning echt nog wel wat te wensen over. Maar in zijn uitkomsten voegt dit verleggen van het afbouwpunt in het kindgebonden budget voor paren ontegenzeggelijk rechtvaardigheid toe in de uitkomsten van beleid. En als ik dan denk aan al die gezinnen die ondanks al hun gesappel de afgelopen jaren onder de streep ternauwernood een minimuminkomen overhielden, dan kan ik niet anders dan dankbaar zijn met dit prachtige compromis.

Voorzitter, ik zie daarom uit naar de termijn van de staatssecretaris en vooral naar een voortvarende uitvoering van dit wetsvoorstel.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.