Nieuws van GroenLinks over VVD inzichtelijk

14 documenten

Grotere natuurspeeltuin voor Neerbosch-Oost | Nijmegen

GroenLinks GroenLinks D66 VVD Nijmegen 28-01-2020 00:00

Voor de komende maand hebben we met SP, VVD en D66 de ontwikkeling van een grotere natuurspeeltuin voor Neerbosch-Oost geagendeerd in de gemeenteraad, omdat deze omgeving volgens ons wel wat meer groen kan gebruiken en wat minder asfalt.

In deze wijk ontwikkelt basisschool Het Octaaf een nieuw gebouw naast wijkcentrum De Schalmei. Tussen deze gebouwen zijn nu een natuurspeelplaats en grote parkeerplaats gepland. Bewoners uit de wijk zijn een actie begonnen om deze parkeerplaats kleiner te ontwikkelen om de natuurspeelplaats een stuk groter te maken. De wijk heeft al genoeg asfalt en beton, en kan wel een mooie groene speelplaats in de buurt van school en voorzieningen gebruiken.

GroenLinks steunt de actie uit de wijk, en wil uitzoeken of er een andere oplossing kan worden gevonden voor de vermeende behoefte aan zoveel parkeerplaatsen.

Raadslid Joep Bos-Coenraad (openbare ruimte):

We willen inzetten op een groenere omgeving van de school, waar het ook prettiger en veiliger is om te fietsen. Op deze belangrijke plek nu nog zoveel vers asfalt uitstrijken werpt ons terug in de tijd. Laten we betere keuzes maken voor de toekomst.

Twee GroenLinks moties voor betaalbaar & groen wonen in Culemborg aangenomen | Culemborg

GroenLinks GroenLinks D66 VVD PvdA Culemborg 22-12-2019 00:00

De GroenLinks-moties om betaalbaar & groen te bouwen in Culemborg zijn donderdag 19 december met brede steun aangenomen in de gemeenteraad (alleen VVD stemde tegen). We willen bouwen om te voldoen aan de grote vraag naar woonruimte van jongeren, starters, ouderen & alleenstaanden. Dit biedt ook kansen voor vernieuwende woonvormen als wonen-zorgen, tiny houses & kleinschalige appartementen voor al die mooie ideeën in de stad!

Deze ambities zijn realistisch omdat er minimaal drie tot vijf ontwikkellocaties beschikbaar zijn. Met locaties als bijv. Spoorzone, Otto van Reesweg & Jan van Riebeeckstraat. Juist hier willen we meer betaalbare woningen: denk hierbij aan koopwoningen van 170.000 tot 250.000 euro en huurwoningen van 425 tot 606 euro. Bekijk de aangenomen motie hier.

Daarnaast is ook een GroenLinks-motie aangenomen voor betaalbaarder nieuwbouw in de wijk Parijsch.

Twee moties die bijdragen aan een fijne kerstsfeer. Met dank aan de collega’s van PvdA, CvN, CC en D66 voor het mede-indienen.

De Bilt blijft zoeken naar bouwlocaties | De Bilt

GroenLinks GroenLinks D66 VVD CDA De Bilt 15-11-2019 00:00

De gemeente De Bilt wil al lange tijd meer woningen gaan bouwen. Dat is hard nodig, want als je in De Bilt geboren bent, is de kans groot dat je tot je 30e moet wachten voordat je je eerste huis kunt krijgen. De wachtlijsten voor een huurwoning blijven oplopen, de huizenprijzen blijven stijgen, in onze gemeente zelfs harder dan gemiddeld in Nederland. De gemeente gaat daarom invulling geven aan de afspraken in het coalitieakkoord: in de periode tot 2026 komen er 845 nieuwe woningen bij, waarvan 30% sociale huur. De grote vraag is nu: waar komen al die woningen?

Het College van BenW kreeg vorig jaar december de opdracht om in alle kernen naar mogelijke woningbouwlocaties te zoeken met daarbij een aantal randvoorwaarden, o.a. dat de grond al eigendom is van de gemeente. Die zoektocht heeft geresulteerd in een lijst van 13 locaties die volgens het college in aanmerking komen om te worden bebouwd. Daartegen kwam een groot aantal bezwaren van omwonenden, onder meer vanwege het mogelijk verdwijnen van speelplekken voor kinderen en het kappen van een aantal waardevolle bomen. Zij maakten tijdens een drietal hoorzittingen duidelijk dat er echt een andere keuze zou moeten worden gemaakt.

De fractie van GroenLinks kan zich in een groot deel van de bezwaren vinden en heeft zich daarom, in samenspraak met de andere coalitiepartijen (CDA, D66 en VVD), op het standpunt gesteld dat 10 van de 13 locaties van de lijst zouden moeten worden geschrapt, De 3 overblijvende locaties zijn de Berlagelaan naast het fietstunneltje, de Jachtlaan naast het gemeentehuis en een stuk grond naast de begraafplaats aan de 1e Brandenburgerweg. Daar kunnen in goed overleg met de omwonenden plannen worden ontwikkeld voor de bouw van sociale en middenhuurwoningen, rekening houdend met onder meer de toename van het verkeer die hier het gevolg van zal zijn.

Een definitief besluit over het collegevoorstel gaat genomen worden in de raadsvergadering van 28 november a.s. Duidelijk is wel dat de (gedeeltelijke) afwijzing van het collegevoorstel betekent dat elders nog een groot aantal woningen zal moeten worden gebouwd. Dat zou kunnen op een nog nader te bepalen plek in de buurt van Maartensdijk, maar daarvoor is toestemming nodig van de provincie die niet zo maar toelaat dat overal in het groene landschap wordt gebouwd. GroenLinks wil daarnaast dat de mogelijkheid wordt onderzocht dat op de Schapenweide (tegenover het RIVM) meer huizen worden gebouwd dan de (minimaal) 150 woningen waartoe de gemeenteraad afgelopen zomer besloot. Dat zou dan wel ten koste moeten gaan van de ruimte voor bedrijven en kennisinstellingen. Ook hierbij is zorgvuldig overleg met de omwonenden een voorwaarde, want ook in dit geval heeft bebouwing van het nu nog lege terrein consequenties voor bijvoorbeeld de verkeersafwikkeling.

GroenLinks-idealen en de Omgevingswet | Amersfoort

GroenLinks GroenLinks VVD Amersfoort 05-10-2019 00:00

De Omgevingswet komt eraan. De invoering van deze rigoureuze wetswijziging op 1 januari 2021 - volgens velen de grootste ‘stelselherziening’ sinds de Tweede Wereldoorlog - zal de gemeentelijke organisatie net zo op z’n grondvesten doen schudden als de decentralisaties in het sociaal domein dat deden, is de verwachting. Meedenken over de kansen en bedreigingen die de nieuwe wet biedt en hoe we daar als GroenLinks de komende tijd mee omgaan? Neem contact op! Jeroen Bulthuis geeft in dit stuk toelichting op de wet en de manier waarop we er nu al mee bezig zijn.

GroenLinks-idealen in de praktijk brengen dankzij de komst van de Omgevingswet, hoe doe je dat?

 

De Omgevingswet bundelt de wetgeving en de regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Wat zijn de kansen en bedreigingen van de Omgevingswet voor het verwezenlijken van het GroenLinks-gedachtegoed? Vooruitlopend op de komst van de wet experimenteren we er in Amersfoort al volop mee. Met tot nu toe twee concrete resultaten: een rem op het inzetten van biomassa en fossiele brandstoffen voor het verwarmen van gebouwen, en klimaat-neutrale woningbouw als uitgangspunt bij nieuwbouwprojecten.

Wat beoogt de Omgevingswet?

Een samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving, minder regels, meer ruimte voor initiatieven en werken vanuit vertrouwen: dat is de kern van de verandering die de Omgevingswet beoogt. Net als bij het sociaal domein krijgen gemeenten meer bestuurlijke afwegingsruimte om zelf keuzes te maken. Met de Omgevingswet wordt flink geschrapt in de regels en verantwoordelijkheden van het Rijk. Cynici zien de Omgevingswet daarom ook wel als een VVD-wet, die de ideologie van decentralisatie en deregulering doorzet in het ruimtelijk domein. En iedereen die de toestand op de woningmarkt, het stikstofoverschot en de problemen met vervuilde bagger serieus neemt, weet waar die neoliberale agenda van loslaten en dereguleren toe kan leiden. Desondanks biedt de Omgevingswet ook kansen voor het realiseren van het GroenLinks gedachtegoed.

Eerst even wat techniek...

Om te begrijpen waar de kansen en uitdagingen liggen voor de gemeente eerst even wat techniek. De Omgevingswet vervangt huidige wettelijke instrumenten als bestemmingsplan, structuurvisies en sectorale beleidsvisies door zes kerninstrumenten, waarvan de omgevingsvisie, het omgevingsplan en de omgevingsvergunning de belangrijkste zijn voor de gemeente. Kort door de bocht: de omgevingsvisie vervangt straks de structuurvisie waarin we lange-termijndoelen en waarden voor de fysieke leefomgeving vastleggen. Het omgevingsplan vervangt het bestemmingsplan en bevat straks alle regels over wat er wel en niet kan en mag op een bepaalde plek.

Het is belangrijk om daarbij te bedenken dat omgevingsvisies alleen bindend zullen zijn voor de overheid zelf. Om te zorgen dat de doelen en ambities in de omgevingsvisie doorwerken naar burgers en bedrijven, moeten deze zijn door vertaald naar het omgevingsplan en de daarbij behorende regels. Andersom is het zo dat duidelijk moet zijn waarom er bepaalde regels gelden: het achterliggend doel van de regels in een omgevingsplan moeten goed zijn verwoord in de omgevingsvisie. Bij tegenstrijdigheid tussen omgevingsvisie en omgevingsplan, kunnen burgers en bedrijven naar de rechter stappen om hun gelijk te halen.

Doelen en opgaven in omgevingsvisies zijn daardoor minder vrijblijvend dan in de huidige structuurvisies.

Reikwijdte van de Omgevingswet

Een tweede belangrijke technische wijziging: de reikwijdte van de Omgevingswet is veel groter dan de huidige Wet op de Ruimtelijke Ordening. De doelstelling van de Omgevingswet is namelijk ‘het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving met als doel het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving’. Op dit moment kunnen we vergunningaanvragen eigenlijk alleen toetsen aan het uitgangspunt van een ‘goede ruimtelijke ordening’.  Straks kunnen we bijvoorbeeld ook toetsen op milieuaspecten zoals geluid of luchtvervuiling en zelfs op sociale aspecten als gezondheid en segregatie, mits dit raakvlak heeft met de fysieke leefomgeving.

Aan ruimtelijke plannen kunnen we met de Omgevingswet eisen stellen die verder gaan dan 'een goede ruimtelijke ordening'. Dit biedt kansen voor het realiseren van ons groene en linkse gedachtegoed.

 

Vooruitlopende op de komst van de Omgevingswet zijn er overal in het land al volop experimenten met het nieuwe instrumentarium. Meest concreet daarbij zijn de zogenaamde ‘bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte’. Onder de Crisis- en herstelwet kunnen gemeenten die daartoe zijn aangewezen namelijk bestemmingsplannen maken waarin ook andere zaken dan een ‘goede ruimtelijke ordening’ zijn geregeld. In deze bestemmingsplannen kunnen gemeenten nadere regels opnemen die tot doel hebben ‘een gezonde en veilige fysieke leefomgeving en een goede leefomgevingskwaliteit te bereiken’. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het hanteren van strenge (of juist soepelere) milieunormen of het stellen van strengere normen voor energiezuinig bouwen. Ook de gemeente Amersfoort is aangewezen om met deze bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte te experimenteren.    

Voorbeelden en resultaten

Een concreet voorbeeld waarbij dit gebeurt, is dit besluit van het college dat onze eigen GroenLinkswethouder Astrid Janssen van duurzaamheid en ruimtelijke ordening begin september presenteerde.

Biomassa

De gemeente gaat op basis van de Crisis- en herstelwet de bestaande bestemmingsplannen zo aanpassen dat we de bouw van nieuwe installaties voor energieopwekking die gebruik maken van fossiele brandstoffen of houtige biomassa kunnen tegenhouden.

Op dit moment zijn dergelijke installaties ‘zonder meer mogelijk’ en kan de gemeente een vergunningaanvraag voor bijvoorbeeld de bouw van een biomassacentrale niet weigeren zolang deze voldoet aan de eisen van een ‘goede ruimtelijke ordening’. Dankzij de nadere eisen in het bestemmingsplan kan dat straks dus wel. Overigens moet - net als straks onder de Omgevingswet - de achterliggende doelstelling van deze nadere eisen wel formeel in een strategische visie zijn vastgelegd. In dit geval was dat de Warmtevisie Amersfoort die de gemeenteraad vlak voor de zomer heeft vastgesteld en waarin is vastgelegd dat ‘met fossiele brandstoffen gestookte centrales en houtgestookte biomassacentrales niet passen in een C02-neutrale warmtevoorziening die de gemeente Amersfoort voorstaat’.

Energiezuinig bouwen

Een ander concreet voorbeeld waar we gebruik maken van de ruimere mogelijkheden die de wet ons biedt, is het stellen van strengere eisen ten aanzien van energiezuinig bouwen. Voor de zomer heeft de raad het Deltaplan Wonen (een initiatief van GroenLinks) vastgesteld. Hierin is onder meer opgenomen dat nieuwbouw ten minste energieneutraal en bij voorkeur energieleverend moet zijn. Dat gaat verder dan de huidige eisen van het bouwbesluit. Ook in de Warmtevisie is vastgelegd dat alle nieuwbouw energieneutraal en op termijn energieleverend moet zijn. Nu deze ambitie op visieniveau is vastgelegd, ontstaat de mogelijkheid om dit bij nieuwe bestemmingspannen door middel van het principe van de verbrede reikwijdte ook af te dwingen. Het college heeft inmiddels uitgesproken (zie hier) dat de gemeente Amersfoort de bestaande wettelijke mogelijkheden maximaal zal benutten om energieneutraal bouwen af te dwingen, bijvoorbeeld via bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte onder de Crisis- en herstelwet. Bij nieuwe bestemmingsplannen zal energieneutraal bouwen dus het uitgangspunt vormen.

Kortom, de experimenten die op dit moment in Amersfoort plaatsvinden, laten zien dat de komst van de Omgevingswet volop kansen biedt voor het realiseren van het GroenLinks gedachtegoed en dat we er nu al in slagen om concrete resultaten te boeken. En dat smaakt natuurlijk naar meer.

Tegelijkertijd kan de Omgevingswet ook worden benut om te dereguleren en meer vrijheid te laten aan ontwikkelaars en andere initiatiefnemers. Welke keuzes hierin worden gemaakt, heeft de gemeente voor een groot deel zelf in de hand. De afwegingen die hierbij worden gemaakt, ook ten aanzien van de rol die de gemeenteraad hier in de toekomst zelf nog in zal hebben, zullen van grote invloed zijn op de fysieke leefomgeving in Amersfoort.

Het zijn dus spannende tijden voor de toekomst van onze stad.

Wil je verder meedenken over de kansen en bedreigingen die de Omgevingswet biedt en hoe we daar als GroenLinks de komende tijd mee omgaan, neem dan contact op met ons raadslid Jeroen Bulthuis. Mail:  j.bulthuis@amersfoort.nl of bel: 06 549 22 373.

 

Meer zorgwoningen en sociale woningbouw in Bisonspoor | Stichtse Vecht

GroenLinks GroenLinks ChristenUnie PvdA SGP Partij voor de Vrijheid VVD CDA Stichtse Vecht 08-03-2019 00:00

In de raadsvergadering van afgelopen dinsdag stond het bestemmingsplan van Bisonspoor in Maarssen weer op de agenda. Dit keer ging het vooral over de locatie die veel stof heeft doen opwaaien vanwege de hoogte van de twee te bouwen woontorens, namelijk het gebied van de oude parkeergarage 2 (P2) en het huidige pakkeerterrein achter de Hema (P3). 

Niet alleen waren bewoners ongerust over de hoogte van deze torens. Ook bestond in de afgelopen periode veel bezorgdheid over de parkeermogelijkheden en de infrastructuur van Bisonspoor. Kunnen bij toename van het aantal bewoners de wegen al dat verkeer wel aan?

De gemeenteraad bereikte dinsdag overeenstemming over aanpassingen van het bestemmingsplan. Op de locatie van de parkeergarage P2 met kantoortoren komen ook maximaal 360 appartementen, waaronder een deel sociale woningbouw (circa 21 %). Dat komt tegemoet aan de sterke behoefte aan meer woningen in onze gemeente.Verder mogen er gebouwen van 70 en 60 meter hoog gebouwd worden.

Op de P3-locatie komt er een zorgcomplex dat bestaat uit een zorgcentrum met maar liefst zo'n 100 zorgwoningen. Dat is fors meer dan eerder was gepland. Verantwoordelijk wethouder Linda van Dort is verheugd dat de nieuwe coalitie bereid was hiermee akkoord te gaan. Datzelfde geldt voor haar voorstel voor de bouw van een sociale ruimte op de P-3 locatie, een sterke wens van de bewonerscommisssie. De begane grond blijft een laad- en loszone voor het winkelcentrum. Op de plaats van het huidige tankstation bij P3 wordt een nieuw districtskantoor van de politie gebouwd. 'Dat is ook winst want het zal zeker veiligheid en leefbaarheid in de wijk verhogen', aldus Linda. 

Wat de toekomstige infrastructuur van Bisonspoor betreft heeft het college van B & W een integraal onderzoek toegezegd, niet alleen naar de verkeers- en parkeerdruk van Bisonspoor, maar van heel Maarssenbroek. Er zijn daar namelijk meerdere bouwlocaties gepland de komende jaren. Om de huidige parkeerdruk alvast te verlichten komen er tijdelijk 100 gratis extra  parkeerplaatsen. Daarmee krijgt wethouder Klomps (VVD) de tijd om permanente oplossingen te vinden. 

Ons raadslid Tjeerd Schuhmacher zegt dat GroenLinks vooral blij is met dit plan vanwege het aantal te bouwen woningen, waarvan 100 zorgwoningen.  En die hoge torens?

Tjeerd: "Hoge torens? Ja, vanaf het begin hebben wij aangegeven dat een gebouw van dezelfde hoogte als huidige omliggende bebouwing onvoldoende uitstraling heeft. Nu komt er een bebouwing die, wat ons betreft, passend is bij Bisonspoor. Stichtse Vecht mag zich laten zien!

De huidige coalitie wil niet bouwen buiten de zogenaamde rode contouren, de harde grens waarbuiten gemeenten niet mogen bouwen. Wil je toch voor voldoende woningen voor onze bewoners zorgen, zul je daar waar het kan ook de hoogte in moeten.”

Het aangepast plan voor Bisonspoor kon deze avond redelijk snel in stemming worden gebracht en is tot onze tevredenheid aangenomen. Het resultaat van de stemming was:

voor:   Streekbelangen, CDA, VVD, PvdA, ChristenUnie SGP en GroenLinks tegen: Lokaal Liberaal, PVV, Stichts Appel en Maarssen2000.

Ook onze wethouder Linda van Dort kon dus opgewekt huiswaarts.

 

 

/r/b0046f16a7924bdc748044bba8b01c66?url=http%3A%2F%2Fstichtsevecht.groenlinks.nl%2Fnieuws%2FLinda+van+Dort+in+debat+over+Bisonspoor&id=6aa487e883f4c61610a67a345655ff1889c6445d
Linda van Dort in debat over Bisonspoor
/r/b0046f16a7924bdc748044bba8b01c66?url=http%3A%2F%2Fstichtsevecht.groenlinks.nl%2Fnieuws%2FLinda+van+Dort+in+debat+over+Bisonspoor&id=6aa487e883f4c61610a67a345655ff1889c6445d
Linda van Dort in debat over Bisonspoor

Onze fractievoorzitter Albert Gemke ...

GroenLinks GroenLinks VVD CDA PvdA Stichtse Vecht 19-02-2019 15:15

Onze fractievoorzitter Albert Gemke : 'Door deelname van de PvdA kan het college nu een EXTRA VERSNELLING AAN HET COLLEGEPROGRAMMA geven, onder meer aan de sociale woningbouw'. GroenLinks blij met toetreding van de PvdA!

Aanbevelingen, palmolie en bamboeborden | Heemskerk

GroenLinks GroenLinks D66 VVD CDA Heemskerk 21-12-2018 00:00

Gisteren was de laatste raadsvergadering van 2018. Voor de GroenLinks fractie een vrij succesvolle avond. Ons amendement voor een onderzoek bij de aanbevelingen van de rekenkamer werd unaniem aangenomen. Verder stemden we ook in met het bestemmingsplan Jan van Kuikweg 18. Ook onze motie om banken aan te sporen te stoppen met de financiering van de palmolie-industrie haalde een meerderheid. VVD, CDA en Liberaal Heemskerk stemden tegen. Jammer, want de wereld houdt niet op bij onze gemeentegrens. Samen met D66 dienden wij ook nog een motie in om bij het vervangen van verkeersborden voortaan verkeersborden van bamboe te gebruiken. Deze motie haalde het unaniem. Super duurzaam allemaal. Lees hieronder onze volledige inbreng. En de moties.

24. Voorstel tot het overnemen van de aanbevelingen uit het RKC-rapport Werk in uitvoering Voorzitter, Voor ons ligt het voorstel om de aanbevelingen van de Rekenkamer over te nemen uit het rapport Werk in uitvoering van IJmond Werkt. De gedane aanbevelingen worden door het college ter harte genomen. En wil er mee aan de slag. Op onze vraag over het tijdspad, antwoordde ph van Dijk hier zo snel mogelijk mee te komen, mogelijk al in januari. GroenLinks is positief over het overnemen van de aanbevelingen. Bij beslispunt 4 is echter niet duidelijk wie dit nu precies het onderzoek moet gaan doen. Wil de raad dit zelf gaan doen? Of is dit misschien iets voor de Rekenkamer? Of gaan we hiervoor externe expertise worden inhuren? Daar hangt echter dan ook weer een kostenplaatje aan. Wij stellen daarom voor om het onderzoek, genoemd onder beslispunt 4, als opdracht mee te geven aan het college om dit te laten uitvoeren. En dienen wij hiervoor bijgaand amendement in.

25. Voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan Jan van Kuikweg 18 Voorzitter, Heemskerk heeft een dringende behoefte aan woningbouw. Binnen nu en 2025 moeten er ruim 500 woningen worden gerealiseerd. Diverse plannen worden hiervoor nu uitgewerkt. Ieder bouwplan, hoe klein of hoe groot ook, helpt mee om te voorzien in de woningbehoefte binnen Heemkerk. Zo ook dit kleinschalige plan aan de Jan van Kuikweg. Toch staan wij niet te springen om ieder hoekje en gaatje zo maar vol te bouwen. Een woningopgaaf alleen zou niet leidend moeten zijn. Een groene gezonde leefomgeving is minstens zo belangrijk.

GroenLinks heeft natuurlijk kritisch naar het voorstel gekeken. Er wordt voorgesteld om maximaal 4 woningen is op dit stuk grond goed te bouwen. En de kavel zal worden uitgegeven onder particulier opdrachtgeverschap. 4 woningen is wat ons betreft ook het maximum. Gelukkig hoeft er nu ook eens niet veel bestaand groen te sneuvelen. GroenLinks kan instemmen met het bestemmingsplan. Wel wij vragen heel nadrukkelijk aandacht voor de duurzaamheid, dus de huizen gasloos bouwen, voorzien van zonnepanelen, etc. En dat er zo veel mogelijk struiken en bomen op de kavel komen.Nog een vraag aan de ph; kunnen we in de toekomst bij voorkomende gevallen als eis opnemen dat er gasloos en duurzaam gebouwd moet worden? Ook willen wij het college meegeven om de participatie hoog in het vaandel te houden, dus vanaf het begin een goede dialoog met de omwonenden aan te gaan. Dit kan een hoop onnodige ergernissen en misverstanden voorkomen. Dank u wel.

Uitkomsten politiek café “10.000 nieuwe woningen, maar welke stad willen we eigenlijk zijn?” | Dordrecht

GroenLinks GroenLinks VVD D66 PvdA Dordrecht 14-12-2018 00:00

Opening en welkom door Lars Sörensen, avondvoorzitter

Dag/avondzitter Sörensen bedankt allereerst Maarten Teekens en Lotte Okkersen voor hun muzikale bijdrage. Daarna wijst hij op de organiserende fracties van de gemeenteraad van Dordrecht: PvdA, Groen Links, Gewoon Dordt en D66. De aanleiding: het college van B&W wil tot 2030 in Dordrecht 10.000 nieuwe woningen bouwen, waarvan in de komende jaren 4.000 op al bekende plekken, en op middellange termijn nog eens 6.000 te plannen op nieuwe locaties. Het college wil wat betreft de eerste 4.000 woningen beginnen met vooral duurdere woningen. De Gemeenteraad bespreekt de plannen op 18 december en later in het voorjaar opnieuw.

Discussie I: “Waar, wat, wanneer bouwen?”

 

Drie experts met kennis van de lokale en regionale woningmarkt komen aan het woord, Dorith Kools, Waltman Makelaars, Rob Puper, Stad en Land Makelaars tevens voorzitter van de NVM in de regio (Zuid-Holland Zuid tot aan Gorinchem), Marcel Schippers, Dudok groep, projectontwikkelaar, en Peter van de Gugten, directeur bij Heijmans BV (voormalig directeur bij een woningbouwcorporatie en bij Proper Stok). 

 

Op vraag van Sörensen wordt aangegeven dat niet alle panelleden betrokken zijn geweest bij de door het college genoemde markconsultatie. De makelaars zouden dat wel graag hebben gezien. Vooral Puper noemt het RIGO-onderzoek “nogal academisch”. En makelaars hebben via de NVM een zeer volledig en ook veel actueler beeld van de ontwikkelingen in vraag en aanbod. Zo noemt Kools een grote vraag naar patiobungalows op het moment, maar later kan het zomaar verschuiven naar appartementen. Puper en Kools benadrukken ook dat het van belang is om anticyclisch te ontwikkelen. Dat kan het beste door altijd een goede mix van woningen te ontwikkelen, ook qua prijsklasse, zodat economische ontwikkelingen een minder groot effect hebben.

 

V.d. Gugten heeft bewezen verdiensten op het gebied van binnenstedelijk ontwikkelen en bouwen. Hij vindt 10.000 woningen erg veel, ook in vergelijking met Rotterdam (50.000). Maar los daarvan, hij vind praten over aantallen een verkeerde discussie. Het moet gaan om het toevoegen van waarde in de stad. En dan kom je op de vraag, wat voegt een project, en breder, de vraag welke stad wil je zijn en wat heeft deze stad nodig? Wat wil je bereiken met de stad, ook op het gebied van mobiliteit en infrastructuur, groen/blauwstructuren? Daaruit volgen de aantallen dan wel vanzelf. Meer specifiek wijst hij de problematische spoorzone.

 

Kools heeft het idee dat de gemeente voortdurend achter de markt aanloopt. Er zou meer flexibiliteit moeten zijn. Ook Puper mist “souplesse” binnen de gemeente. Daarnaast acht Kools het onmogelijk om 10.000 woningen binnen de huidige bebouwde kom te realiseren. Er is ook juist vraag naar woningen in een groene omgeving of tegen het groen aan. Puper wijst vooral naar Rotterdam waar no-go areas nu even duur worden als de duurste wijken (concreet: Katendrecht). 

 

Het voorbeeld Katendrecht roept met de zaal een discussie op over de rol van de politiek t.a.v het bouwprogramma. Van Gugten: “ruimtelijke ordening is apolitiek” en “goede RO geeft juist ruimte”. Maar de verdeling van volumes/bouwsegmenten is volgens hem wel politiek, bijv. de verdeling tussen duurdere woningen en woningen voor starters. Ook de verhuisbewegingen van grotere groepen bewoners door de stad bij herontwikkelingen zoals Katendrecht en Crooswijk is een politiek issue, wordt vanuit zaal benadrukt door architect Vd Hoven. (De discussie hierover was nogal Rotterdams, en wordt hier achterwege gelaten). Vd Gugten verwijst naar de aloude verdeling 30/30/30% tussen goedkoop, middensegment en duur bouwen. Het mixen hiertussen deze woningsegmenten, ook in de tijd gezien, maakt bouwen ook meer crisisproof.

 

Op vraag van Sörensen of er eigenlijk wel een heldere, integrale visie is van dit stadsbestuur op de woningbouw geeft Puper aan dat het hard nodig is om het ambitieniveau op een hoger kwalitatief plan te trekken. Dordrecht heeft te vaak de middelmaat opgezocht. Door kwalitatief hoogwaardig te bouwen krijg je ook doorstroming op het niveau van € 250.000 en ruimte voor starters. Hij benadrukt ook de rol sociale huurwoningen. 

 

Ook Schippers mist voldoende visie, met name in de afstemming en samenwerking tussen het college, het ambtelijke apparaat en zeker ook de gemeenteraad. Daardoor ontstaan voortdurende nieuwe discussies en impasses, en vertragingen. Er komt zo geen bouwproductie op gang. Het proces moet dus anders worden ingericht. De politieke behoeften kunnen beter aan het begin worden meegegeven, en dus ook de eventuele bezwaren van omwonenden. Uiteindelijk moet, de bezwaren serieus nemend, een bredere afweging worden gemaakt. Van Gugten raadt ook aan in Rotterdam te kijken, daar heeft men gewerkt met lange doorlooptijden, heeft men doorgebouwd en ontwikkeld in moeilijke tijden en gewerkt met slimme en flexibele omgevingsplannen. Op dit punt kan de nieuwe Omgevingswet ook voor verbeteringen zorgen. Maar men moet de processen ook goed weten te managen. 

 

Van Gugten was corporatiedirecteur en benadrukt de voortdurende vernieuwing van de woningbouwcorporaties. De doelgroep verandert ook voortdurend, Jan de Arbeider bestaat niet meer. Schippers wijst op de ontwikkeling door Dudok van sociale huurwoningen i.s.m. corporaties in Crabbenhof (10-20% van het totaal aantal nieuwe woningen), daarnaast worden dezelfde aantallen te slopen woningen herbouwd. Van Gugten pleit voor “meten is weten” en als de wachtlijsten in je stad te lang worden, moet je echt wat doen. 

 

Kools wijst specifiek op de behoeften van jongeren aan woningen in de stad. Die hebben graag kleinere woningen van 40-50 m2, maar de gemeente meent dat er teveel kleinere woningen in de bestaande voorraad zijn en zet in op minimaal 80m2, in uitzondergelijke gevallen minimaal 60m2. Maar dat sluit niet uit naar de autonome groei van eenpersoonshuishoudens waaronder ook jongeren. Woningen zijn daarom groter dan de behoeften van deze doelgroep. Dit is beleid van de gemeente zelf . Van Gugten waarschuwt er echter voor om kleinere woningen niet de allesoverheersende norm te maken. 

 

Schippers roert mede naar aanleiding van het bouwen voor jongeren (“we willen wel, maar kunnen niet”) ook de belemmerende parkeernormen aan als belemmering voor woningontwikkeling, met name in de binnenstad (specifiek rond een schoolgebouw aan de stationsweg, waarvan de ontwikkeling momenteel stil ligt). Dit zou meer de aandacht van de politiek moeten krijgen . Van Gugten geeft aan in Rotterdam de parkeernorm bijna is losgelaten, als ook in Den Haag (Turfmarkt parkeernorm: 0). Dit vergt wel politieke en bestuurlijke moed. Maar er wordt nu vooral vanuit oude gedachten geredeneerd. [applaus!]. 

 

Eén jongere in de zaal, die in Zwijndrecht woont, geeft aan geen behoefte te hebben aan hoogbouw in Dordrecht. Daarmee wordt immers het uitzicht vanuit Zwijndrecht bedorven. Anderen merken daarentegen op dat de Dordtenaren wel op de huidige hoogbouw in Zwijndrecht mogen uitkijken…

 

Het panel wijst meer algemeen op het risico van NIMBY (“not in my backyard”). De politiek moet wel bredere afwegingen maken waar te bouwen. Maar geen starre maar juist flexibele bestemmingsplannen vaststellen. Ook dat is in Rotterdam op Katendrecht gebeurd. 

 

Van Gugten benadrukt dat er binnenstedelijk meer ruimte is dan men vaak denkt. Je moet “spelen” met verdichten en verdunnen. Puper wijst in dit verband op de verkeerde beslissing van het vorige college om Doelestein te slopen. Daarvoor lag een verantwoord voorstel voor herontwikkeling, nu ligt er winderig parkeerterrein in de stad [applaus!].  

 

Vanuit de zaal wordt gewezen op de noodzaak van duurzaam bouwen. Van Gugten is het hiermee eens: Heijmans is volop bezig met de energietransitie, in 2020 moeten alle nieuwe woningen energie opleveren. Ook Schippers herkent zich in dit ambitieniveau: “We doen juist meer dan de gemeente ons vraagt”. Vanuit de zaal wordt gewezen op gebouwgebonden financiering om woningen te verduurzamen (SVL leningen), Dordrecht zou echter op dit punt niet met de provincie samenwerken. Van Gugten wijst op het gigantische bedrag van € 260 mln dat Rotterdam Zuid krijgt van het rijk, voor een integrale aanpak van Rotterdam Zuid waarin energie transitie een onderdeel is. Maar ook voor de aanpak van armoede, werken, onderwijs en fysieke leefomgeving.

Dat is ook hard nodig, want grote stukken van Rotterdam Zuid verpauperen, en verduurzamen is anders een fictie. Het Rijk richt zich allereerst op de corporatie (grote aantallen), maar particuliere woningen moeten ook aandacht krijgen. Nieuwbouw zal niet het probleem worden qua verduurzaming als het aan Heijmans ligt. [applaus!]

 

Vanuit de zaal wordt gepleit voor het reserveren van een deel van Amstelwijck voor stadstuinieren, samen met een vrije school en een zorginstellingen. Dit kost 1,5 ha van de 10 ha, 28 villa’s minder, maar 75 fte arbeidsplaatsen. Er is steun van de provincie, en ervaring opgedaan in Tilburg en Berlijn/Tempelhof. [applaus!]. Schippers vindt coöperaties ondersteund moeten worden, maar ziet dit project niet per se op Amstelwijck. Hij pleit wel voor een meer flexibele invulling van de wijk met meer sociale woningen. Ook Kools pleit voor meer diversiteit. 

 

Bij de afsluiting wordt nog opgemerkt:

- Kools: betrek projectontwikkelaars, makelaars meer bij de gemeentelijke planontwikkeling. 

- Puper: kijk voor inspiratie nog eens wat vaker in Rotterdam (bijv. wat betreft het aanbod voor jongeren, de ontwikkeling van horeca, etc. 

- Vd Gugten: meten is weten: je moet harde cijfers hebben om bijv. vast te stellen dat gezinnen of hippe jongeren vertrekken uit je stad. Daarnaast: onderwijs als vestigingsfactor: vd Gugten wijst op de vooruitziende blik van Mark Hoefijzer die aan de basis stond van het Leerpark, anders was zelfs het mbo onderwijs vertrokken uit de stad, nu trekken de leerlingenaantallen zelfs weer aan en ontwikkelt het Leerpark zich tot bredere hbo-campus. 

- In reactie op een opmerking uit de zaal “Dat Dordrecht vooral Dordrecht moet blijven” geeft Mignon Nusteling aan dat deze inspreker te veel uit gaat van een nostalgisch beeld, en Dordrecht een dynamische, vernieuwende en voor jongeren aantrekkelijke stad moet worden. [applaus!]

 

Discussie II: ‘” Samen aan de slag (of zelf aan de slag?)”

 

In deze paneldiscussie komen een projectontwikkelaar, twee architecten en een stedenbouwkundige aan het woord. Marcel Schippers, Dudok projectontwikkeling, Olivier van den Hoven, architect, eigenaar van Architectenbureau in Rotterdam, Nicky van der Kooij, Dordtse architect in opleiding, werkzaam bij Dordts architectenbureau (Groeneweg van der Meijden Architecten) en tenslotte Bert te Kiefte: stedenbouwkundige, o.a. voor gemeente Dordrecht, verantwoordelijk voor gebiedsvisies en nieuwbouwprojecten (Volgerlanden). De dagvoorzitter vraagt de panelleden bij hun introductie om gelijk een eerste statement te maken. 

 

Vd Hoven merkt dat de politiek vooral over (grote) aantallen spreekt. Zelf is hij in Rotterdam vooral bezig met het invullen van plekjes waar het voorheen ondenkbaar was om er te bouwen. Toch lukt dat inbreiden nu wel, ook in tijden van toenemende schaarste. Maar het kan ook kwaliteiten toevoegen. 

 

Vd Kooij is als afstudeerproject bezig een Wooncoöperatie Dordtse Young Professionals op te zeggen. Zijn doel is om een architectonisch ontwerp te maken van een kwalitatief hoogwaardig woonprogramma in coöperatie vorm. Dit moet voor en door startende midden- en hoogopgeleiden vorm krijgen, die een woning zoeken in de Dordtse spoorzone. Zelf woont hij overigens nu met ca. 150 andere studenten in het oude Thurenborgh complex. V.d. Kooij schetst het probleem: waar gaan en kunnen deze jongeren wonen als ze afgestudeerd zijn en werkzaam zijn binnen de metropoolregio Rotterdam Den Haag?

 

Te Kiefte geeft aan dat de gemeente wel ambitie heeft, maar dat hij de visie nog mist. Er is geen antwoord op vragen hoe de gemeente de ambitie denkt te realiseren. In reactie op de voorgaande discussie vindt hij overigens dat Dordrecht vooral op eigen kracht moet opereren, niet moet gaan voor “Rotterdamse oplossingen”. Het is immers een heel andere stad. 

 

Schippers heeft een halve dag met wethouder Stam de stad verkend op zoek naar mogelijke nieuwe bouwlocaties in Dordrecht. Dat waren er, zelfs buiten het groene buitengebied, verrassend veel. 

 

Dagvoorzitter Sörensen vraagt of de gemeenteraad bereid is die fietstocht gezamenlijk te maken, het antwoord van de aanwezige fracties is “ja, heel graag zelfs!”! 

 

Schippers benadrukt allereerst dat Dudok als projectontwikkelaar ook samenwerkt op het gebied van sociale woningbouw met woningbouwcorporaties als Trivire, bijv. in Crabbenhof. Het gaat het bedrijf niet alleen om geld verdienen, maar ook kwaliteit toevoegen aan de stad. Daarvoor is echter ook de steun van de gemeenteraad nodig. Met name bij binnenstedelijke ontwikkelen staan er al snel tegenstanders op. 

 

Vd Hoven benadrukt dat de overheid op veel gebieden in de woningbouw is teruggetreden, en niet zo veel instrumenten meer heeft. 

 

Te Kiefte geeft aan dat een belangrijke vraag, waar moet je als gemeente zelf echt zwaar investeren niet wordt beantwoord. De spoorzone en de contouren van de N3 vormen duidelijke obstakels voor verdere ontwikkelingen in de stad, dat moet je dus eerst aanpakken.

 

Van der Kooij vindt dat momenteel te weinig wordt ontwikkeld voor jongeren. Er liggen duidelijk kansen in het stationsgebied. De randstad is ook bij minder intercities goed bereikbaar. Studenten die in de metropoolregio een baan krijgen later, kunnen prima in Dordrecht blijven wonen. En willen dat ook wel. Een auto hebben ze niet nodig, die is een te grote kostenpost. Dus gemeente: creëer een woonmilieu voor jonge urban professionals rond het station. Want een wijk als Sterrenburg is niet aantrekkelijk qua bereikbaarheid en een betaalbare woning in het centrum is een speld in een hooiberg. Schippers herhaalt de opmerking van makelaar Kools eerder dat de gemeente inzet op minimaal 60-80 m2, jongerenhuisvesting past dus niet in de visie van de gemeente. Overigens zijn hier wel flexibele oplossingen voor (woningen van 45m2, die wordt gemaakt in een casco van 90 m2, door middel van een “demontabele” wand met twee natte cellen die makkelijk opgesplitst, dan wel samengevoegd kunnen worden). 

 

Vd Hoven wijst op de huidige gekte op de woningmarkt, waarbij jongeren alleen bij tophypotheken aan de bak komen. Tiny houses zijn ook geen echte oplossing. Want de helft van woningkosten vormen de grondprijzen. En gezien de aantallen die je nodig hebt, eindig je bovendien al snel met weilanden vol. 

Interessanter vind vd Hoven de ontwikkelingen in de deeleconomie, waarbij mensen gemeenschappelijke voorzieningen delen. Bijv. een logeerkamer die anders vaak leeg blijft staan. In het buitenland is het ook normaler dan bij om samen in coöperaties te bouwen. Coöperatieve woonvormen vormen niet alleen een oplossing voor doelgroepen die momenteel moeite hebben op de woningmarkt. Het gaat hem óók om de verdichting die je met coöperatief wonen realiseert. Want na het besluit van de raad over aantallen en percentages komt namelijk de vraag: waar gaan we die woningen dan allemaal bouwen?! Slim verdichten is daarbij onvermijdelijk. Er zijn volgens vd Hoven echt kwalitatieve alternatieven voor het liefdeloze 'kleiner bouwen' of het 'paardenmiddel' van de hoogbouw. 

Vanuit de zaal komen in dit verband ook de initiatiefnemers van Minidorp in de Stad op de Stadswerven aan het woord. Het gaat om een groep van actieve jonge ouderen. Een mooi voorbeeld van burgers die zelf de regie nemen. Het gaat daarbij om een CPO: collectie opdrachtgeverschap. Het gebouw bevat 11 appartementen en gemeenschappelijke voorzieningen zoals een daktuin, atelier, keuken en tuinhuis waar de bewoners bij elkaar kunnen komen. Anke Kaulingfreks van stichting Minidorp in de Stad denkt dat in deze tijd nu de overheid zich terugtrekt en alle verzorgingshuizen worden afgebroken, zo’n soort woonvorm hét wonen van de toekomst is. De gemeente heeft veel geëist van dit project, maar relatief weinig gefaciliteerd. Wellicht is het een idee een speciale accountmanager voor dit soort projecten aan te stellen. 

 

Schippers sluit hierbij aan: “de hartslag van Dudok gaat sneller dan die van de gemeente”. Het ambtelijk apparaat wil best wel, de politiek ook, maar het blijkt toch lastig om gezamenlijk de versnelling te realiseren die nu nodig is. Ontwikkelen van nieuwbouw duurt sowieso zelden korter dan 2,5 jaar, als voldaan wordt aan alle wettelijke en zelf opgelegde regels. En dan moet er niets fout gaan in de behandeling, bijv. in de raad. Dat dreigt bij binnenstedelijk bouwen, een nog groter risico te worden. Te Kiefte wijst er wel op dat veel ambtenaren in de crisis zijn wegbezuinigd en het nu alle hens aan dek is, maar deskundige mensen schaars zijn. De enige uitweg is eigenlijk procedures te versimpelen. De nieuwe Omgevingswet biedt hiervoor aangrijpingspunten. 

 

Daarmee was het al tijd voor de laatste ronde van het panel. Wat willen de panelleden nog meegeven?

- Vd Hoven wijst in verband met het versnellen van besluitvorming op tijdelijke (bouw)vergunningen.

- Vd Kooij wil meer ruimte geven aan verschillende manieren voor het zelf ontwikkelen van projecten al dan niet in collectieve en/of coöperatieve vormen door burgers, waaronder collectief bouwen maar ook zelf bouwen. Daar kunnen mooie resultaten uitkomen, kijk maar naar de Vest. Er worden op die manier meer karaktervolle gebouwen gebouwd naar de wensen van de bewoners, waarmee de bewoners zich kunnen identificeren en trots op zijn. Op deze manier heeft men ook en veel grotere betrokkenheid bij de mede door hen gebouwde omgeving. 

- Te Kiefte pleit nogmaals voor een start met visie, het aanwijzen van locaties en het versterken van de samenwerking bij de realisatie van de woningbouwopgave tussen de verschillende partners die elkaar nodig hebben. 

- Schippers waarschuwt voor het “vacuümfolie” van regels dat de gemeente al snel trekt over woningbouwprojecten, waardoor er geen lucht meer bijkomt, maar het is juist nodig om flexibel te blijven en te reageren op nieuwe behoeften in de samenleving. Ook ziet hij mogelijkheden als gevolg van een betere samenwerking tussen het ambtelijk apparaat, het College, maar juist ook de Gemeenteraad. Er zijn 120.000 inwoners van Dordrecht, 300.000 inwoners van de Drechtsteden, maar wanneer er vanuit de raad steeds op het laatste moment wordt gestuurd op de “paar” bezwaren die na alle afstemmingen nog over zijn, dan komen we nooit tot woningbouwproductie.

III. Reactie en conclusies vanuit de lokale politiek

 

Dagvoorzitter Sörensen vraagt vier vertegenwoordigers van de organiserende gemeenteraadsfracties wat zij mee terug nemen van de discussie. 

 

Herman van der Plas (PvdA) stelt vast dat de experts nog een heldere visie missen van de gemeente ook wat betreft concrete locaties; extra aandacht nodig voor jongerenhuisvesting; hij is positief over de inspanningen die al gedaan worden door marktpartijen richting verduurzaming; de noodzaak van versoepeling van parkeernormen en tenslotte de noodzaak om alle (kennis-)partners bij elkaar te brengen en de gemeentelijke besluitvorming te versnellen. 

 

Ab de Buck (GL) wijst vooral op de uitspraak over de verdeling van nieuwbouw van 30/30/30 die vanuit het panel werd bepleit. Verder de opmerkingen van Nicky over jongerenhuisvesting en het merkwaardige beleid van de gemeente om een minimale omvang van 60-80 m2 als eis te stellen. Ook de parkeernormering moet opnieuw bekeken worden. En tenslotte, vertrouw als Dordrecht op eigen kracht. 

 

Eelco de Vos (D66) wijst op de noodzaak van flexibiliteit in de programmering; op de noodzaak naar de parkeernormen te kijken; meer aandacht te geven aan jongeren en starters op de woningmarkt. Hij juicht een fietstocht om te kijken waar locaties zijn voor nieuwbouw, inclusief binnenstedelijke locaties waar de stad duidelijk mooier kan worden. 

 

Irene Koene (GD) ziet vooral aanleiding om besluitvormingsprocessen te versnellen. Ze mist de coalitiepartijen bij deze discussie, juist ook om dat dit een discussie was die iedereen in de raad raakt. 

 

Wethouder Maarten Burggraaf (VVD) heeft de staart van de discussie gehoord en is blij wat hij gehoord heeft over het stimuleren van de interactie met de inwoners van de stad waarbij voorkomen moet worden dat in een heel laat stadium bewoners tegenover projectontwikkelaars komen te staan; het nastreven van meer flexibiliteit; het versnellen van besluitvorming en bouwproductie. Deze punten sluiten mooi aan bij de hoge ambities van het college. Wat betreft parkeernormering, hierover is een stuk in voorbereiding dat de raad in 2019 zal bereiken. 

 

Tenslotte wordt de zaal gevraagd wie de meest inspirerende spreker was. Dit was volgens één van de hierover bevraagde leden in het publiek Peter van de Gugten van Heijmans, maar die had de zaal al verlaten. Daarom krijgt Nicky van der Kooij de prijs, een lekkere fles bubbelwijn!

‘Woningbouw op plaats Menswording moet veilig, groen en sociaal zijn’ | Leiderdorp

GroenLinks GroenLinks D66 ChristenUnie PvdA SGP VVD CDA Leiderdorp 11-12-2018 00:00

GroenLinks deelt zorg over verkeersdrukte met omwonenden

GroenLinks is voorstander van woningbouw aan het Heelblaadjespad. Onze fractievoorzitter Bob Vastenhoud verbond maandagavond tijdens het drukbezochte Politiek Forum wel voorwaarden aan instemming met een voorstel tot wijziging van het bestemmingsplan van maatschappelijk in wonen. GroenLinks gaat alleen akkoord met een bouwplan als dat groen, sociaal en verkeersveilig is.

Die laatste eis stellen ook omwonenden, van wie er tientallen de vergadering in het gemeentehuis bijwoonden. Eerder al bezocht een GL-delegatie de beoogde bouwlocatie, waar nu nog het gesloten kerkgebouw Menswording staat te verpieteren. ,,GroenLinks is voorstander van verdichting’’, aldus Bob. ,,Als we op plaatsen zoals aan het Heelblaadjespad woningen kunnen bouwen, kunnen de polders rond Leiderdorp groen blijven.’’

Dat omwonenden hameren op een veilige oplossing voor de te verwachten verkeersdrukte, snapt de GL-voorman. Het Heelblaadjespad is vooral in trek bij voetgangers en fietsers, jonge kinderen veelal. Als de beoogde 21 appartementen tientallen parkeerplaatsen met zich meebrengen, dan is het wachten op ongelukken. Zonder goede garanties, ook op het gebied van natuur, duurzaamheid en sociale woningbouw, stemt GroenLinks tegen het collegevoorstel om het bestemmingsplan te wijzigen.

Zo ver komt het waarschijnlijk niet, want na de stellingname van Bob uitten ook D66, PvdA en collegepartij VVD zich in vergelijkbare bewoordingen. Collegepartij LPL wil nog wat meer sleutelen aan de stedenbouwkundige schets van projectontwikkelaar PLUIS Participatie Groep BV.

Alleen collegepartij CDA en ChristenUnie/SGP kantten zich tegen een andere bestemming. De gemeenteraad buigt zich over het onderwerp als een voorstel tot bestemmingsplanwijziging helemaal is uitgewerkt.

 

Duurzaam, maar niet te duur | Veenendaal

GroenLinks GroenLinks VVD D66 CDA SGP Veenendaal 26-11-2018 00:00

Veenendaal wil in 2035 energieneutraal zijn. Daarom is afgesproken dat alle nieuwe openbare gebouwen vanaf 2019 volledig energieneutraal worden gebouwd. GroenLinks wilde dat dus ook voor de nieuwbouw van het CLV. Omdat het formeel geen nieuwbouw maar een renovatie van een ouder gebouw betrof, was daar geen rekening mee gehouden. GroenLinks stelde voor om het CLV 750.000 euro extra ter beschikking te stellen, om zo een volledig energie neutraal gebouw te kunnen realiseren. Daarvoor diende zij met D66, PVDA, DENK en SP een amendement in. De meerderheid van de raad bleek echter niet van plan de daad bij het woord te voegen. 

Natuurlijk is driekwart miljoen veel geld, maar op een bedrag van 15 miljoen dat de verbouwing sowieso al kost, is het te overzien. Daarmee zou de gemeente Veenendaal laten zien dat het haar ernst is met het voornemen energieneutraal te worden. De meerderheid bleek niet bereid om zelf het goede voorbeeld te geven. Om verschillende redenen stemden VVD (die al eerder hadden aangegeven eigenlijk geen geld vrij te willen maken voor energieneutraal bouwen), CU (die bang was dat dit tot vertraging in de bouw zou leiden), SGP, CDA, ProVeenendaal en Lokaal Veenendaal tegen het voorstel.

Jammer, daarmee gaat een mogelijkheid om te laten zien dat het Veenendaal echt menens is met energieneutraliteit ongebruikt voorbij.

 

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.