Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om handel met bouwgrond tegen te gaan. Daardoor kan bouwgrond sneller worden ingezet voor broodnodige woningbouw. GroenLinks Kamerlid Paul Smeulders zorgde hiervoor via een wetswijziging, die brede steun kreeg in de Tweede Kamer.

“De wooncrisis is enorm. Speculanten zien stijgende grondprijzen als interessante investering, en bouwen niet. Intussen zijn gemeenten naarstig op zoek naar plekken om (sociale) huizen te bouwen. Dat moet veranderen"

zegt Tweede Kamerlid Paul Smeulders.

De wetswijziging maakt het makkelijker voor gemeenten om grond te onteigenen. Op die manier kan de gemeente sneller ingrijpen als bouwgrond ongebruikt is en daar zelf een nieuwe projectontwikkelaar voor zoeken.

“Daarbij gaat het gemeenten niet om het belemmeren van goedwillende ontwikkelaars of eigenaren, maar juist om free-riders en speculanten”, zegt Smeulders.

Hierdoor komt de regie voor woningbouw bij de overheid in plaats van bij de markt.

Smeulders: “Iedereen heeft het recht op een passende woning. Marktwerking is hiervoor niet de oplossing. Het is belangrijk dat het rijk weer verantwoordelijkheid neemt voor volkshuisvesting.”

Voorheen was onteigening van grond al mogelijk, maar het kabinet wilde deze mogelijkheid beperken.

Smeulders: “Er werd zo de gemeente een instrument uit handen geslagen om woningbouw te versnellen en op te treden tegen eigenaren die handelen tegen het maatschappelijk belang.”

De wetsaanpassing van GroenLinks steekt hier een stokje voor. Het is onderdeel van de Aanvullingswet Grondeigendom en valt onder de door het kabinet gewenste Omgevingswet, waar GroenLinks vanaf het begin uiterst kritisch op is. Hoewel de staatsecretaris het voorstel van GroenLinks heeft ontraden, stemde de Tweede Kamer toch met een meerderheid voor de wijziging.