Tijdens de algemene beschouwingen van 8 november heeft Ria Manshanden, fractieleider van GroenLinks een helder betoog gehouden over de begroting 2019 van de gemeente Medemblik. Hieruit blijkt dat veel inwoners gaan profiteren van de economische groei, maar dat niet al het geld zinnig wordt besteed. Het blijft zaak om concrete stappen te zetten op weg naar duurzaamheid en ruimschoots aandacht te houden voor kwetsbare mensen. De integrale tekst luidde als volgt:

Met op de achtergrond een aantrekkende economie en grote ambities heeft het college het geld redelijk verdeeld. Het college stelt voor zowel het nieuwe zwembad te Wervershoof als het nieuwe dorpshuis te Abbekerk energie-neutraal te bouwen en niet de duurste variant dorpshuis Abbekerk te kiezen, door o.a. hergebruik van de bestaande school. Prima voorstellen, zo blijft er bijna 3 miljoen over voor andere zaken. Helaas besliste de raad anders en schijnt over deze begroting een ander licht.                   

Er komt een nieuw accommodatiebeleid, dat is goed. Nu dreigt er willekeur als het om verzoeken van verenigingen en organisaties gaat. De uitgangspunten van het welzijnsbeleid, zoals zelfredzaamheid en onafhankelijkheid van de voorzieningen gelden nog steeds. Maar vinden we dat ook nu? Deze vraag hoort wat ons betreft thuis bij het opstellen van het nieuwe beleid.

De democratie verandert. Participatie wordt steeds belangrijker. Dat is goed en je ziet ook hoe betrokken burgers bij ontwikkelingen zijn. Tegelijkertijd zien we de druk toenemen om weloverwogen beslissingen te nemen. Raadsleden hebben een verantwoordelijkheid voor alle kernen en participatie wil niet zeggen dat alles ingewilligd wordt. Dat besef valt en staat  bij een goede communicatie.

Een betere economie geeft kansen om duurzamer met de wereld om te gaan. Aan de ene kant zien we dat: er wordt geïnvesteerd in CO2 reductie, termen als “circulair bouwen”, en een “circulaire economie” zien we overal terug. Ook zien we gestaag meer aandacht voor natuur en landschap. Tegelijkertijd zien we nog veel van de “oude economie”, zoals het aanzetten tot meer bestedingen, verruiming van de winkeltijden en het stimuleren van grootschaligheid. Kwetsbare landschap-, milieu- en natuurwaarden worden nog steeds bedreigd (lichtvervuiling) en natuurbeschermingswetten worden nauwelijks gehandhaafd, terwijl het thema ecologie is opgenomen in het programma duurzaamheid.

Vraag aan de wethouder : “Er komen veel bouwprojecten op ons af, hoe brengt u de bescherming van flora en fauna onder de aandacht van de bouwondernemers?”

In zijn totaliteit missen we een overall visie waar we heengaan. Vraag aan de wethouder:  “Worden we Randstad of blijven we een groene agrarische gemeente? Het “Pact“ is daar niet duidelijk over. Een belangrijk aandachtspunt in dit verband is woningbouw. Op korte termijn moeten er veel goedkope, wellicht semipermanente, huurhuizen worden gebouwd om aan de toenemende vraag van jongeren in de dorpskernen en arbeidsmigranten te kunnen voldoen. Tegelijkertijd zouden we er goed aan doen om de cijfers en aannames aangaande de behoefte nog eens goed tegen het licht te houden. We moeten niet meegaan in de waan van de dag, onze weilanden vol metselen en dan later tot de ontdekking komen dat we voor leegstand hebben gebouwd.

Ook in 2019 komt er veel aandacht voor kwetsbare burgers. Er wordt steeds meer gedacht in oplossingen i.p.v. in regels en budgetten. Er blijven echter verbeterpunten. Pestgedrag,  stigmatisering, groot en klein menselijk leed, we zien ook dat om ons heen. Wat gaat er gebeuren met de wachtlijsten bij Veilig Thuis, moet er meer geld naar huishoudelijke zorg? En de jeugdproblematiek? We blijven het volgen.

Tenslotte. Een betere economie wil ook zeggen dat er meer geïnvesteerd kan worden in welzijnszaken. Daarom willen wij meer investeren in kunst en cultuur. Daarover straks meer.