Nieuws van politieke partijen in Nederland over D66 inzichtelijk

13 documenten

Referendum lost niets op

SGP SGP D66 Nederland 01-09-2020 00:00

 

Vandaag behandelt de Tweede Kamer een voorstel van SP-kamerlid van Raak om een referendum in te voeren waarmee een voorstel dat door de Kamers is aangenomen, alsnog kan worden verworpen. De SGP wijst dat voorstel af, zoals de partij alle eerdere voorstellen met dezelfde strekking eveneens afwees. Kamerlid Roelof Bisschop zei er het volgende over.

"Dit wetsvoorstel is het achtste of negende voorstel om tot een referendum te komen. Om hier een duiding aan te geven hebben wij het een ‘zekere mate van vasthoudendheid’ genoemd. Collega Van Raak heeft dit als een compliment gezien. Dat is mooi – en ik kan me daar ook wel iets bij voorstellen.

Laten we er eens vanuit gaan dat collega Van Raak het voorliggende initiatiefvoorstel heeft ingediend vanuit zijn betrokkenheid op onze vertegenwoordigende democratie. Dan zal dat natuurlijk blijken uit zijn grondige bespreking van de voors en tegens van het wetsvoorstel. En uit zijn goed beargumenteerde beschrijving van de motivering.

Maar ik moet eerlijk zeggen dat de toelichting bij deze Grondwetswijziging een beetje pijn doet. Die voelt nogal schraal aan. Want in die toelichting lees ik eigenlijk: “Ik beroep me op de Staatscommissie. De Staatscommissie zegt A, dus zeg ik ook A. De Staatscommissie vindt B, dus volg ik dat.” Natuurlijk begrijp ik dat hij zich laat inspireren door het rapport van de Staatscommissie. En dat hij graag gebruik maakt van hun advies voor een wijziging van de Grondwet op dit punt. Maar het is een beetje een zwaktebod dat dit SP-voorstel zich zo nadrukkelijk hult in het kleed van de Staatscommissie.

Anderzijds is het waar dat collega Van Raak wel eerder dergelijke voorstellen heeft gedaan. En dus weet de heer Van Raak ook wel zo ongeveer dat de SGP toch echt kiest en blijft kiezen voor de vertegenwoordigende democratie. Niet omdat de SGP van mening is dat ‘de politiek’ altijd wijze besluiten neemt. Maar wel omdat de parlementaire arena de plaats is waar – na grondig debat en afweging van alle voors en tegens van een voorstel – uiteindelijk een keuze wordt gemaakt.

De kiezers kunnen de volksvertegenwoordigers volop aanspreken op hun stemgedrag. Tussentijds, maar zeker bij de verkiezingen. Aan ons als politici dan de taak om uit te leggen waarom de keuzes zo gemaakt zijn, zoals ze gemaakt zijn. Wie de burgers meer bij wetgeving en beleid wil betrekken, heeft onze steun. Maar bepalend daarbij is wel het moment waarop. Een correctief referendum acht de SGP daarvoor geen geschikt instrument.

Bij referenda is de representativiteit bepaald geen vaststaand gegeven. Een meerderheid van de kiezers die een bepaalde keuze maakt, kan nog steeds een relatief kleine minderheid van het electoraat zijn. Maar wat belangrijker is: of er een referendum komt, is in belangrijke mate een keuze die is ingegeven door een relatief kleine, uitgesproken groep in de samenleving. De kans is vrij groot dat er óf slechts een deel van het electoraat betrokken is bij het thema óf dat het voorstel gekaapt wordt door een belangengroep óf dat mensen zich achteraf bij een als gevolg van een referendum iets gewijzigd voorstel tóch bekocht voelen.

Collega Van Raak schrijft: ‘Het pleidooi voor een referendum als sluitstuk van het representatieve stelsel kan worden gebaseerd op het algemenere inzicht dat voor een stabiele democratie meer nodig is dan handhaving van de status quo: problemen, spanningen en conflicten moeten worden opgelost en moeten niet worden genegeerd tot ze zich met elkaar tot nog grotere problemen opstapelen».’ Kan de heer Van Raak aangeven welke problemen niet worden opgelost? Kan hij tevens aangeven welk van die problemen alleen door middel van een referendum opgelost kan worden? Kan hij ook aangeven hoe een correctief referendum een probleem, spanning of conflict op kan lossen als dat probleem genegeerd zou zijn? Is de initiatiefnemer niet met de SGP van mening dat een referendum over een politiek heikel thema de spanningen eerder verergert dan oplost? Welke middelen ziet hij om dat te voorkomen?

Terecht spreekt de afdeling advisering van de Raad van State over een ‘principiële en tevens ingrijpende wijziging van het staatsbestel’. Naar onze mening doet de initiatiefnemer te veel of zijn voorstel eigenlijk niet zoveel voorstelt. Daarmee maakt hij het veel kleiner dan het is. Ten diepste is het een ouderwetse oplossing voor een veel complexer vraagstuk. Daarmee is het geen echte oplossing, maar een nieuw probleem. De meerwaarde zien wij er niet van in, terwijl de negatieve gevolgen evident zijn.

Ik was verrast door de mooie, kritische vraagstelling van D66 in het verslag. Toen ik die las, kreeg ik echt de indruk dat er ook bij deze partij – ooit opgericht voor democratische vernieuwing licht – gloort: ‘Is hij de mening toegedaan dat de wetgever zich geheel van nieuwe initiatieven dient te onthouden? Zo ja, voor hoe lang? En hoe denkt hij over een aangepast wetsvoorstel? Hoe kan volgens hem het beste inzichtelijk worden of een aangepast wetsvoorstel tegemoetkomt aan de bezwaren die leven onder het deel van de bevolking dat tegen het oorspronkelijke voorstel heeft gestemd? Wie zou moeten duiden wat de (doorslaggevende) reden(en) is van het verwerpen van een bepaald wetsvoorstel door een meerderheid van de bevolking? En wie zou moeten duiden wanneer afdoende recht is gedaan aan de bezwaren die tegen grondslag lagen aan de negatieve uitslag?’

Een mooi citaat van D66 dat met vele andere kritische vragen uit hun bijdrage aan het verslag aan te vullen zou zijn. Maar deze vragen alleen al maken duidelijk dat referenda die alleen een ‘ja’ of ‘nee’ als uitkomst hebben, verder geen enkele duidelijkheid bieden. Dat moet toch genoeg zijn, lijkt me. Om een beetje in de stijl van de indiener te blijven zou ik het hierbij eigenlijk toch maar moeten laten.

Maar voordat ik dat doe wil ik alleen nog aangeven dat ik de keuze om het aantal handtekeningen en de uitkomstdrempel in een gewone wet (met tweederde meerderheid) op te nemen wel begrijp, maar niet terecht vindt. Het gaat bij die aantallen niet zomaar om uitvoeringsregels, maar om hoofdelementen die in de Grondwet thuis zouden horen.

De SGP zal dan ook dit achtste, negende of tiende voorstel voor een referendum niet steunen. De SGP zal zich blijvend keren tegen een belangengroependemocratie en de (in de woorden van collega Van Raak) lobby-industrie. Daar hebben we onze parlementaire democratie niet voor over.

 

 



Twee kandidaten voor lijsttrekkersschap D66

D66 D66 Nederland 04-08-2020 01:00

Sigrid Kaag (58) uit Den Haag is op dit moment Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Eerder was ze Ondersecretaris Generaal bij de VN. In 2016 won ze de Carnegie Wateler Vredesprijs.

Kaag over waar ze naartoe wil met D66: “Ik wil dat wij de grootste partij worden bij de verkiezingen. Om iedereen goed door de crisis te leiden, in een schone en eerlijke economie met nieuwe kansen en nieuwe banen. Om de verdeeldheid in de samenleving te doorbreken en een einde te maken aan de uitsluiting die te veel mensen ervaren. Om de rol van Nederland in Europa te versterken en weer echt met een open blik naar de wereld te kijken. Dat zal niet zomaar gaan, dat vraagt ook van onze partij onderling dialoog en debat. D66 moet zichzelf vernieuwen.”

Congres 110 | Toespraak Rob Jetten

D66 D66 GroenLinks Nederland 01-07-2020 14:32

In 1966 werd D66 opgericht door voorlopers en vernieuwers. Ze werden geleid door Hans van Mierlo, een katholieke journalist uit Breda die tegen wil en dank uitgroeide tot de Kennedy van de lage landen.

Het is tien jaar geleden dat Van Mierlo voor het laatst op het congres van zijn partij kon zijn. Dat was hier. In deze zaal in het Chassé Theater. In zijn geliefde thuisstad.

Hoewel ik niet kan zeggen hem echt te hebben gekend, mis ik zijn verschijning. Al was het maar vanwege zijn zachte G tussen al die harde g’s en rollende r’en vandaag in Breda. Ik zie de Amsterdamse delegatie nu de wenkbrauwen fronsen. Nee nee, Van Mierlo was geen Amsterdammer. Iets met de grachtengordel? Pech, jongens. Brabantser dan Van Mierlo wordt het niet. Maar wel fijn dat jullie vandaag de tocht naar dit verre oord buiten de ring hebben gemaakt.

Tien jaar geleden hoorde Van Mierlo hier Alexander Pechtold zijn prioriteiten uiteenzetten. Hij schetste de hervormingsagenda van D66 op geheel Pechtoldiaanse wijze: aan de hand van een schilderij. Een nog niet abstracte Mondriaan, in dit geval. In de tien jaar erna, bracht hij onze partij weer naar de top.

Waarde Alexander, vanaf vandaag mag jij je erelid van onze partij noemen. En dat is volkomen terecht. Je zit voor altijd in ons hart. Dankjewel!

Democraten, het is 53 jaar geleden dat we begonnen aan ons krankzinnige avontuur. De traditionele, met ideologische veren getooide partijen, kregen een pragmatische beweging tegenover zich. Dat was toen heel vernieuwend.

Het is precies dat pragmatisme dat mij naar D66 trok. Ik ben opgeleid als bestuurskundige. Mijn eerste grote werkliefde was ProRail. Daar kon ik mensen verbinden van Groningen tot Maastricht. Oplossingen vinden voor taaie problemen. Ook als daar wendbaarheid voor nodig was.

Naast mijn werk vergroeide ik met de raadsfractie van D66 in Nijmegen. Stap voor stap leerde ik onze partij kennen.Als jong raadslid die het spel van de politiek van dichtbij ervaarde, ging ik redelijkheid en de oplossingsgerichtheid van onze partij nog meer waarderen. De wil om antwoord te geven op de vragen van nu, met de inzichten van nu. Dat is niet altijd makkelijk.

De afgelopen jaren waren voor mij een oefening. Als beginnend Kamerlid was ik met name bezig met mijn eigen dossiers. Klimaat en democratie. Als fractievoorzitter werkte ik in mijn eerste jaar aan grote akkoorden. Dat was sleutelen, timmeren en schuren in de bloedhete machinekamer van de coalitiepolitiek.

Maar dan heb je ook wat:

1. Een generaal pardon voor honderden kinderen die hier thuis zijn.2. Na tien jaar stilstand eindelijk een pensioenakkoord.3. Een zomerakkoord waardoor werk gaat lonen.4. En als kers op de taart het eerste concrete klimaatplan van de wereld.

Aan het begin van de rit heb ik me wel eens afgevraagd wat we in vredesnaam in deze coalitie te zoeken hadden. Dat is nu wel anders.

We hebben onze rol gezocht én gevonden. Van alle coalitiepartijen waarderen onze kiezers de resultaten van dit kabinet het meest. Onze partij is stabiel, gretig, zelfbewust. Wij laten ons niet de wet voorschrijven. Wij zijn de progressieve motor van deze coalitie.

Wij geven antwoord op de grote vragen, noemen de dingen bij naam die moeten gebeuren. Zonder schroom of kramp. Omdat wij ervan overtuigd zijn dat mensen de waarheid verdragen, als je als politicus eerlijk bent.

Wij pleiten samen met GroenLinks voor een structurele oplossing voor het lerarentekort, omdat je nooit genoeg kunt investeren in de toekomst. Wij pleiten luidkeels voor de halvering van de veestapel, omdat de natuur anders sterft in stilte. Omdat wij een perspectief bieden met duurzame landbouw. En omdat het de enige weg is uit de stikstofcrisis die leidt naar het bouwen van huizen voor iedereen. Wij pleiten voor de wet Voltooid Leven, omdat je in dit land niet alleen waardig oud moet kunnen worden, maar ook waardig moet kunnen sterven. Wij pleiten voor betere ondersteuning van Kamerleden, omdat het huis van de parlementaire democratie instort zonder versterking van het fundament.

En wij pleiten voor een tijdelijk vrouwenquotum, omdat meisjes zo vroeg als ze kunnen dromen ook zeker moeten weten dat ze alles kunnen bereiken.

Wat ons scheidt van de vrienden op links is dat we aan het eind van een lange onderhandeling ook een akkoord sluiten. Dat lukt in deze coalitie tot nu toe aardig. Dit kabinet levert. En ja, dan kan het ook schuren. Dan knettert het op maandag in het coalitieoverleg of op vrijdag in de Trêveszaal. Slaat er ook wel eens iemand met een deur.

We zijn vier totaal verschillende partijen. We komen allemaal op voor wat ons drijft, voor onze beloftes aan de kiezer. En zo hoort het ook. Anders zouden we geen knip voor onze neus waard zijn.

D66’ers zijn redelijk, je kunt met ons praten, maar redelijk betekent niet altijd ‘rustig’. En soms is het zelfs onredelijk om alsmaar redelijk te blijven. Want er liggen nog altijd diepe problemen. Van het lerarentekort tot de ramp op de woningmarkt. En van de werkdruk in de wetenschap en de zorg tot de toegang tot het recht.

De hele eer van het parlementaire ambacht—dat is wat ik het afgelopen jaar heb geleerd—is een horzel te zijn voor de zittende macht. Dat is onze rol. Wij blijven dus oppositie voeren vóór het kabinet.

Maar ik daag dit kabinet vandaag ook uit: jullie zijn pas op de helft. Laat je niet in het defensief brengen. Laat daadkracht niet aankomen op uitspraken van de rechter. Laat je oren niet hangen naar de luidste toeter op het Malieveld.

Kabinet, laat je niet langer verrassen. Verras ons!

Investeer massaal in wetenschap en innovatie. Breng onze welvaart direct naar de klas. Laat elektrische vliegtuigen als eerste opstijgen uit Nederland. Laat mensen zelf hun burgemeester kiezen. Leid Europa naar een verenigde en humane migratiepolitiek. En vestig tegen alle verwachtingen in het bouwrecord van deze eeuw.

Tegen het kabinet zeg ik: het kan. Het zal niet in één dag lukken. Vallen en opstaan hoort erbij. Maar zet de eerste schop in het zand. Wees niet beschroomd een begin te maken.

Kajsa, Sigrid, Wouter, Ingrid, Stientje, Menno & al die anderen: Ik vraag jullie, wacht geen moment, verras ons!

Congres,

Pragmatisme dreef mij naar D66. De eerste vrouwelijke vicepremier van Nederland, Els Borst, vergeleek het pragmatische D66 ooit met een wendbaar scheepje. Een populaire metafoor.

Toch heb ik er altijd een dubbel gevoel bij gehad. Het suggereert een pragmatisme zonder doel. Maar ik ken geen enkel schip dat de haven bereikt door met alle gunstige winden mee te varen. Je hebt een kompas nodig. In ons geval: idealen om op te varen.

Na een jaar van akkoorden sluiten kon ik deze zomer eindelijk de tijd vinden om mijn eigen kompas scherper af te stellen. Een politiek van idealen gaat voor mij over één simpele vraag: Hoe stel je alle mensen in staat om écht vrij te zijn?

Vrijheid betekent iets anders voor iedereen. Leraren die snakken naar vrijheid in het beoefenen van hun vak. Vluchtelingen die willen bijdragen aan het Nederland van de toekomst. Ondernemers die aan de wieg staan van de omslag naar een nieuwe economie. Studenten. Vaklui. Wetenschappers. Oma’s. Moeders. Zonen. Vaders.

Wat ons bindt is de wil om vrij te zijn. Niet zomaar als losse individuen, maar als onderdeel van het geheel. Want vrij zijn betekent vooral ook: erbij horen.

Zelden heb ik zo de menselijke behoefte geproefd erbij te horen als vandaag. Vandaag hebben wij op ons congres meer dan honderd Syriërs te gast. Ik heb met open mond en pijn in mijn buik naar ze geluisterd.

Zij zijn geweld ontvlucht. Hebben lange tochten gemaakt waar wij ons niets bij voor kunnen stellen. Om hier veiligheid te vinden. Om vrijheid te vinden. Velen spreken nu al Nederlands. Ze kijken TV. Volgen de politiek. En wat horen ze dan?

Politici die zeggen dat ze terug moeten naar hun door oorlog verscheurde land. Een land waar ze hun vrienden zijn kwijtgeraakt. Waar een dictator chemische wapens uitstort over zijn onderdanen. Congres, zulke harteloosheid mogen wij nooit onbeantwoord laten.

Wij hebben dus een duidelijke opdracht. Een alternatief bieden aan deze politiek van haat. U bent misschien lid geworden voor het redelijk alternatief. Maar congres, nu is het tijd om de rijen te sluiten. Wij zijn ook het waardig alternatief!

Democraten,

Het is tijd voor een politiek die gelijke kansen centraal stelt. Niet omdat alles en iedereen gelijk moet zijn. Verschillen kunnen bestaan in een rechtvaardige samenleving.

Maar gelijke kansen zijn zo belangrijk, omdat ze gaan over iets anders: het recht om je lot in eigen hand te nemen. Niet afhankelijk te zijn van waar je ouders ooit zijn geboren. Niet opgesloten te zitten in jouw plekje in de samenleving, omdat je ouders niet de juiste diploma’s hadden. Kansen, congres, gaan over vrijheid.

Deze week was ik te gast bij het nationale schoolontbijt. Naast mij zat een jongetje uit groep 8. Voelt zich Nederlander én Turk. Voetbalt voor een van de belofteteams van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond. Hij vertelde mij iets dat ik niet los kan laten.

Iedere dag moet hij ’s ochtends thuis kiezen: wil je lunch of ontbijt? Zijn ouders hebben geen geld voor meer dan drie boterhammen per dag. Drie boterhammen. En dan moet je kiezen. 12 jaar oud. Wil je lunch? Of ontbijt?

Sta daar eens bij stil. De onmogelijke keuze. De tragiek van vader en moeder die niets anders willen dan het beste voor hun kind. En stel jezelf dan de vraag: is die jongen vrij? Heeft hij daadwerkelijk dezelfde kans om het net zo goed te doen op school als zijn leeftijdsgenoten?

Het antwoord is nee. En in ons rijke en beschaafde land is dat een onbestaanbare schande. Dit is Nederland. Dit is 2019. Dit kan zo niet langer. Het wordt tijd voor een politiek die mensen vrij maakt. Vrij van belemmeringen, omdat het beste onderwijs toegankelijk is voor iedereen.

Vrij van behoefte, omdat armoede uit ons woordenboek is verdwenen. Vrij van oneerlijke concurrentie op school, omdat bijlessen beschikbaar zijn voor alle kinderen. Vrij van stress over volgende maand of volgend jaar, omdat je een vaste baan kunt krijgen. Vrij van een huursom die de helft van je inkomen opslokt, omdat je wel een betaalbaar huis kunt kopen.

Mensen moeten vrij zijn om te gaan en staan waar ze willen, omdat het openbaar vervoer wel een alternatief is voor de auto. Vrij van de vervuiling van de lucht die we inademen en het water dat we drinken. Vrij van belastingdruk die de overheid niet kan rechtvaardigen, omdat de grootste vermogens nu echt naar draagkracht gaan bijdragen.

Mensen moeten vrij zijn van de angst dat grote Tech-bedrijven hun diepste geheimen delen. Vrij om te kiezen of je voor jezelf of voor iemand anders werkt. Vrij en zeker genoeg om risico’s te nemen en iets nieuws te proberen. Alle Nederlanders moeten vrij zijn van de discriminatie die mensen met een buitenlandse achternaam van de werkvloer houdt.

Vrij van door xenofobe nationalisten opgehitste vooroordelen die mensen verdelen. Vrij om de eigen premier te kiezen, en ja dan hebben wij gelukkig de nodige kandidaten.

En, congres, vrij zijn gaat ultiem ook over de toekomst van ons land. We zijn gekluisterd aan het heden, omdat we niet genoeg hebben geïnvesteerd in onderwijs, onderzoek en innovatie. Onder aanvoering van D66 trekken we de laatste jaren langzaam het been bij. Maar na het plakken van de pleisters, moeten we nu werk gaan maken van het helen van de wond.

Als we ons vrij willen maken moeten we nu onder ogen komen dat we lang de verkeerde keuzes hebben gemaakt. Dat het niet kan bestaan dat sommige kinderen maar vier dagen per week naar school kunnen. Dat het onacceptabel is als willekeurige ouders gedwongen worden het trotse vak van leraar voor een dag over te nemen. Dat scholen, leraren, kinderen en ouders moeten worden verlost van het juk van koepels en overheid.

Dat de leraar weer baas moet zijn in eigen klas. Dat privéonderwijs de samenleving in tweeën splijt. Dat studenten op geen enkele manier gehinderd mogen worden door de leningen die ze afsluiten.

En dat de studie van de geschiedenis, die ons leert wat verandering is en hoe we die tot stand brengen, net zoveel steunt verdient als de toegepaste natuurkunde.

En wie echt wil weten wat het is om vrij te zijn—hoe we die vrijheid hebben verworven—doet er goed aan de geschiedenis te bestuderen van de stad waar we vandaag bij elkaar zijn gekomen. Breda.

Het is dit jaar 75 jaar geleden dat Breda werd bevrijd van de tirannie van de Tweede Wereldoorlog. In oktober 1944, na de mislukking van operatie Market Garden, trokken de geallieerden door Brabant richting de Schelde. De Britten en de Amerikanen bombardeerden Den Bosch en Tilburg. De littekens van de bombardementen staan nog steeds in die steden.

Breda trof een ander lot. De stad kwam bijna ongeschonden uit de oorlog.

Dat heeft Breda te danken aan Generaal Maczek van de eerste Poolse pantserdivisie. Voor de poorten van Breda besloot hij: ‘Dit zijn onze vrienden, wij zullen hen niet bombarderen’.

De kanonnen bleven stil. De tanks bleven achter. Moedige Poolse soldaten trokken Breda in om de bevolking te bevrijden. Straat voor straat. Wijk voor wijk. Veel Poolse soldaten lieten daarbij het leven. Nog meer raakten gewond.

In de jaren na de bevrijding van Breda, smolten de landen van Europa langzaam samen. Gedreven door de wens te leven in veiligheid en in vrijheid.

In deze bevrijde stad, liep een jonge Van Mierlo rond. En het was dankzij deze vrijheid, dat hij zijn tanden kon zetten in de Nederlandse democratie. Het was dankzij deze vrijheid, dat hij in 1970, hier in zijn eigen Breda, ook een congres kon toespreken.

En wat hij zei, zijn nog even ware woorden voor D66 als toen: ‘Laten we in hemelsnaam doorgaan met de moed te hebben om die dingen bij de naam te noemen, die naar ons eer, geweten en inzicht moeten gebeuren.’

Ik zie dat als mijn ultieme opdracht. Als opdracht voor D66.

Ik vraag u; ga met ons mee. Vertel ons verhaal. Noem de dingen bij naam. Aan de keukentafel en bij mensen aan de deur. Trek je D66-jas aan. Ga de straat op. Vertel je buren en stadsgenoten waarom je ooit zoiets hebt gedaan als lid worden van een politieke partij. Kleur dit land groen. Wij willen vrij zijn. Nu en voor de toekomst.

Super Tuesday: Het Establishment slaat terug!

Forum voor Democratie Forum voor Democratie D66 Nederland 07-03-2020 13:12

Deze week was het ‘Super Tuesday’ in de Verenigde Staten. De dag waarop een groot deel van de Amerikanen naar de stembus gingen in de zogeheten ‘voorverkiezingen’. De uitslagen waren verrassend: Joe Biden, voormalig vice-president en de grote favoriet van het establishment, maakte zijn comeback. De strijd wie het in november tegen president Trump op gaat nemen is losgebarsten.

In Nederland is de afgelopen jaren met hoongelach gekeken naar het presidentschap van Donald Trump. Weinig kon de president goed doen, en als hij iets goeds deed was dat ‘louter toeval’, of ‘te danken aan zijn voorganger’. Het nieuws komt voornamelijk van Nederlandse correspondenten, losgezongen van de realiteit in Amerika. Gevangen in hun kosmopolitische bubbel in New York City of Washington DC. Dat is geen wonder, aangezien Trump in die progressieve steden wordt gehaat. Nederlandse media brengen die haat naar Nederland. 

Wie echter de balans opmaakt van ruim drie jaar Trump kan concluderen dat hij als president goed werk heeft verzet. De werkloosheid is op een laagterecord (ook voor minderheden), de lonen zijn flink gestegen en er zijn geen nieuwe regime change oorlogen gestart. Promises made, Promises kept en Keep America Great zijn dan ook de nieuwe slogans van de president.

Vorige week was Forum voor Democratie op bezoek in Washington DC. Om het netwerk van FVD als Nederlands’ grootste liberaal-conservatieve beweging uit te breiden. Daarbij brachten collega-Europarlementariër Rob Roos en ik een bezoek aan de Conservative Political Action Conference – CPAC. In tegenstelling tot de Europese politiek is in Amerika de conservatieve politiek sterk vertegenwoordigd. Uit de toespraken van president Trump en vice-president Mike Pence, en de vele ontmoetingen met prominente Republikeinen, merkte ik op dat in Amerika het ‘nationalisme’ - vaak ‘patriottisme’ genoemd - geen vies woord meer is. Conservatief Amerika blaakt van het zelfvertrouwen. Eensgezind gaan de Republikeinen voor herverkiezing van Trump’s America First agenda.

Hoe anders ligt het veld bij de Democraten. Waar een moddergevecht is ontaard in een ware veldslag. Al vanaf het eerste debat vlogen de kandidaten elkaar in de haren. Kanshebbers als Michael Bloomberg (oud-burgemeester van New York, door Trump omgedoopt tot Mini-Mike vanwege zijn geringe lengte), en Elisabeth -Pocahontas - Warren gooiden deze week de handdoek in de ring. Rest enkel Joe Biden en Bernie Sanders. 

De Democratische Partij is tot het bot verdeeld. Afgelopen dinsdag – Super Tuesday - werd duidelijk dat de partijtop en de gevestigde media er alles aan doen Joe Biden presidentskandidaat te maken. Volgens hen is hij de enige die een reële kans maakt tegen Trump. Zijn gematigde profiel en sterke vertegenwoordiging bij de ‘zwarte stem’ zou de doorslag moeten geven. Dat gebeurde afgelopen dinsdag. Nadat de media Biden dagenlang in het zadel hesen, en prominente Democratische kandidaten zich achter hem schaarden, boekte hij grote overwinningen. Biden pakte zijn ‘Joementum’.

Daarmee maakt het establishment dezelfde fout als in 2016 toen ze Hillary Clinton als kandidaat naar voren schoven. Net als Clinton staat Biden voor de ‘oude politiek’ waar Trump mee afrekende. Biden staat symbool voor het presidentschap van Barack Obama waar het Amerikaanse heartland zich in 2016 massaal tegen keerde.

Sanders staat – ironisch, gezien zijn hoge leeftijd – voor de ‘nieuwe politiek’ van de Democraten. Een beweging voornamelijk bestaande uit jongeren uit grote steden. Het programma loopt van extreem-links ecomarxisme tot keiharde identiteitspolitiek. Waar Biden juist de blanke middenklasse, zoals in Michigan, Wisconsin en Pennsylvania wil heroveren, is Bernie gefocust op minderheden in de inner-cities. Zijn vijand is de ‘1% rijken’. 

De kans is aanwezig dat geen van de twee kandidaten de benodigde steun van 1,991 kandidaten gaat halen. De kandidatuur zal dan pas bekend worden gemaakt tijdens de Democratische Nationale Conventie in juli in Milwaukee. De twee kampen zullen elkaar de tent uit vechten. Tot er uiteindelijk een kandidaat wordt gekozen. De echte presidentscampagne moet dan nog beginnen.      

Nederlandse media, diplomaten en academici gedroegen zich de afgelopen jaren neerbuigend ten aanzien van Trump. Het thuisfront werd verteld dat de president dom is, niets kan, liegt en impopulair is. Spoedig zou impeachment volgen. Een natte droom van links. Maar de appreciatie van Trump in de VS is nog niet groter geweest. 

In plaats van president Trump belachelijk te maken, is Nederland er veel aan gelegen om te investeren in een goede relatie met zijn regering. Terwijl de echte strijd tussen de twee Democratische kemphanen wordt opgevoerd, is de kans op Trump’s herverkiezing alleen maar groter. 

Rob Roos en ik zaten tijdens de CPAC toespraak van Trump op de eerste rij, op 5 meter van hem. Hij is energiek, vol humor, scherp en snel. Biden is een fragiele figuur. Vergeetachtig, vermoeid en verzwakt. De enige kaart die hij heeft, is dat zijn naam niet Trump is. 

Tweede Kamer akkoord met mogelijkheid betaalpauze schuldsanering

D66 D66 PvdA Nederland 21-01-2020 15:57

Tweede Kamer akkoord met mogelijkheid betaalpauze schuldsanering

De Tweede Kamer is vandaag akkoord gegaan met een voorstel van D66 en de PvdA om mensen in de schuldsanering de mogelijkheid te geven op een betaalpauze.

D66-Kamerlid Steven van Weyenberg: ‘In de schuldsanering zitten is hartstikke zwaar. Drie jaar lang moet je elk dubbeltje omdraaien. Er is nooit geld voor iets extra’s. Met de mogelijkheid op een betaalpauze geef je mensen net even wat adem. Ze kunnen een dagje uit in de zomer, of bijvoorbeeld een kerstcadeau kopen voor hun kind.’

Mensen in de schuldsanering kunnen maximaal twee keer per jaar een maand een betaalpauze aanvragen. De totale periode van de schuldsanering wordt daarmee wel verlengd. Van Weyenberg: ‘Uiteindelijk wordt het hele traject afgerond, maar met een beetje lucht hou je het langer vol. En het is ook niet verplicht, als je in drie jaar je schuldsanering wil afronden dan kan dat uiteraard ook.’ Het voorstel is een onderdeel van ‘Voor een schuldenvrije toekomst’, een plan waarin D66 voorstellen doet om problemen rondom schuld en armoede op te lossen.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

D66 wil bouwen aan het nieuwe verdienmodel van Nederland. Aan verduurzaming van onze economie, aan een eerlijke en open arbeidsmarkt en aan een dienstbare financiële sector. Aan een land dat onderneemt en bloeit en na stilstand weer vooruit gaat.

Nieuwe welvaart vraagt om groei van onze economie. Dat is de beste manier om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Groei zorgt voor nieuwe banen. Groei zorgt voor innovatie en vernieuwing. En duurzame groei is de sleutel naar een welvarende toekomst. Allereerst moet de overheid zijn financiën op orde brengen, tegelijkertijd kan zij ruimte maken en gericht investeren. D66 heeft een groeiagenda om deze kansen te pakken.

Waarom FVD tegen “Magnitsky-wetten” is

Forum voor Democratie Forum voor Democratie D66 CDA Nederland 21-12-2019 11:10

InleidingOp 9 december verklaarde Josep Borrell, de “Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie” (die zichzelf ziet als een soort Europese ‘minister’ van Buitenlandse Zaken) dat er “een Europees equivalent van de Amerikaanse Magnitsky Act” gaat komen. D66 en CDA waren drijvende krachten achter deze nieuwe Brusselse machtsuitbreiding, en wisten anderen hierin mee te krijgen. De wet gaat het mogelijk maken dat de EU ingrijpende sancties oplegt aan individuen, wereldwijd, die zich volgens bijvoorbeeld Timmermans en Verhofstadt - zonder dat daar eerst een rechter over hoeft te hebben geoordeeld - schuldig hebben gemaakt aan de schending van ‘mensenrechten’. 

Forum voor Democratie is fundamenteel gekant tegen dit soort wetgeving. Niet alleen omdat de Europese Unie in onze ogen elke democratische legitimiteit mist - en dus al helemáál geen ‘gemeenschappelijk buitenlands beleid’ mag vormgeven - maar ook omdat hiermee een vrijbrief wordt gecreëerd voor politici om in het wilde weg sancties op te leggen als iemand hen niet aanstaat.1 Het is een gevaarlijk instrument dat waarschijnlijk ook nog eens volkomen contraproductief zal blijken te zijn. Dat bewijst de geschiedenis van de oorspronkelijke Magnitsky Act.

De Amerikaanse ‘Magnitsky Act'De oorspronkelijke Magnitsky Act werd in 2012 in de Verenigde Staten aangenomen. Zij is vernoemd naar de Russische oligarch Sergei Magnitsky, die in 2009 overleed in een Russische gevangeniscel. Zijn zakenpartner Bill Browder lanceerde daarop een geslaagde campagne om Magnitsky neer te zetten als dappere - en geheel onschuldige - klokkenluider die op basis van een valse aanklacht gevangen werd gezet en vervolgens werd gedood. Het doel van deze Magnitsky-wet is om de vermeende verantwoordelijken voor zijn dood te straffen door hen te verbieden naar de VS te reizen, gebruik te maken van Amerikaanse banken, etc. In het verlengde daarvan maakt de Magnitsky Act het ook mogelijk om anderen die zich aan vergelijkbare “mensenrechtenschendingen” schuldig zouden hebben gemaakt met dergelijke maatregelen te straffen.

Op het eerste gezicht lijkt het misschien goed, en rechtvaardig, om sancties op te leggen aan mensen lijken weg te komen met wandaden in het buitenland. Wie er wat dieper over nadenkt stuit echter op drie grote problemen.

1. De complexiteit van buitenlands onrechtAllereerst kun je je afvragen of de versie van de gebeurtenissen zoals wij die - vanaf grote afstand - tot ons krijgen wel helemaal klopt. We lezen nieuwsberichten of rapporten waar we van schrikken, waar we boos over worden - maar uiteindelijk kan het natuurlijk best zijn dat we niet alle feiten kennen en de situatie onvoldoende kunnen overzien. Zo zijn er bijvoorbeeld gegronde redenen om te twijfelen aan Bill Browders versie van Sergei Magnitsky’s lot. Het hele fundament onder zijn verhaal is zelfs weggeslagen door - uitgerekend! - het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), toen dit Hof in een recente uitspraak2 stelde dat Magnitsky op onderbouwde en wettelijke gronden was gearresteerd. De aanklacht die de Russische aanklager aan zijn adres had geuit (wegens belastingfraude) was volgens het EHRM volkomen geloofwaardig. Het Hof meende bovendien dat er een reëel risico bestond dat Magnitsky Rusland zou ontvluchten, wat opnieuw zijn gevangenneming rechtvaardigde. 

Daarbij was Magnitsky reeds jaren vóórdat hij met zijn beschuldigingen richting de Russische staat naar buiten kwam als verdachte van belastingfraude aangemerkt.3 Weliswaar achtte het Hof het bewezen dat Magnitsky in de gevangenis was mishandeld - hij zou zijn geboeid en geslagen - maar het vond zeker géén bewijs dat hij doelbewust zou zijn vermoord. Nu twijfelt niemand eraan dat de omstandigheden in Russische gevangenissen ellendig zijn, en het verbeteren van die omstandigheden behoort tot de strevingen die we in talloze landen achtenswaardig achten. Maar het verhaal dat Magnitsky zou zijn vastgezet omdat hij corruptie van de regering openbaarde; en dat hij daarna rücksichtslos werd vermoord, mist dus zelfs volgens het EHRM - dat toch niet bepaald bekend staat om haar voorliefde voor Rusland! - “iedere grond”.4 

2. De willekeur van morele verontwaardigingVervolgens moet je constateren dat misdaden, onrecht, enzovoorts, bepaald geen zeldzame gebeurtenissen zijn in de wereld. Rechteloosheid, moord en doodslag zijn aan de orde van de dag in Azië, het Midden-Oosten, Afrika… helaas leven we in een imperfecte wereld waarin democratische rechtsstaten de minderheid vormen. Ook in Zuid-Amerika bestaan ellendige gevangenissen. Zelfs in Europa vindt onrecht plaats dat het hart soms ineen doet krimpen. Maar leggen we continu sancties op aan alle individuele daders of regimes die de “mensenrechten” schenden? Natuurlijk niet. 

In de praktijk blijkt ophef over “mensenrechtenschendingen” dan ook vaak een gelegenheidsargument, een troefkaart die willekeurig wordt uitgespeeld tegen landen of individuen de we eigenlijk om heel andere redenen willen straffen, wegdrukken of isoleren. Dat zie je bijvoorbeeld aan de eenzijdige kritiek die Israël continu ten deel valt. Commissies van de Verenigde Naties, gedomineerd door Islamitische landen, grijpen ieder excuus aan om dat land dwars te zitten - terwijl de misdaden van regimes in Saudi-Arabië, Turkije of Iran grotendeels onopgemerkt blijven.

Ook dat punt kan nog eens duidelijk worden geïllustreerd aan de hand van de Amerikaanse Magnitsky Act. Haar volledig naam luidt “The Russia and Moldova Jackson-Vanik Repeal and Sergei Magnitsky Rule of Law Accountability Act of 2012”. Het woordje ‘Repeal’ in de benaming “Jackson-Vanik repeal” verwijst naar de voorgeschiedenis: het Jackson-Vanik-amendement uit 1974, dat een eerder stelsel van sancties opstelde en dat met deze wet dus wordt ingetrokken (en vervangen door nieuwe sancties). De indieners van dat Jackson-Vanik-amendement waren de Democratische Senator Henry “Scoop” Jackson, een milieuactivist en geestelijk vader van het neoconservatisme, en Charles Vanik, een Democratisch lid van het Huis van Afgevaardigden. Met hun amendement wilden zij voorkomen dat de status van “most favored nation”, die handelsbarrières en importtarieven wegneemt, zou worden toegekend aan de USSR. Het amendement bood een alibi om - in het heetst van de Koude Oorlog - handelsbeperkingen aan de Sovjet-Unie op te leggen. Op haar beurt was dit ‘Jackson-Vanik-amendement’ weer bovenop een systeem van sancties gekomen dat al decennia eerder was opgetuigd en was vormgegeven door het “Coördinerend Comité voor Multilaterale Export Controles” - oftewel COCOM. COCOM was net als de NAVO opgericht in 1949 en beperkte decennialang de export van technologie naar het communistische blok. 

De Magnitsky Act was dus niet zozeer gericht op het veroordelen en bestrijden van ‘mensenrechtenschendingen’ in het algemeen, maar staat in een lange traditie van anti-Ruslandbeleid. Een traditie die ooit wellicht gerechtvaardigd was, maar tegenwoordig niet meer per se gerechtvaardigd is. Willen we die strategie voortzetten? Of wordt het tijd de Koude Oorlog achter ons te laten en niet langer aan te sturen op conflict met Rusland? Het zijn strategische vragen die in het hart van de politiek thuishoren - en niet met een vaag beroep op ‘mensenrechtenschendingen’ in de achterkamertjes bedisseld horen te worden. 

3. De contraproductiviteit van sanctiesDit leidt ons als vanzelfsprekend tot misschien wel de belangrijkste overweging, namelijk dat de geschiedenis van sancties laat zien dat ze zelden tot nooit effectief zijn - maar eerder averechts werken. Sancties slagen er niet in om verandering te brengen in de publieke opinie of het regeringsbeleid - dit geldt voor sancties in het algemeen, of ze nu worden ingesteld tegen Syrië, Iran of Rusland. Dat komt onder meer doordat ze het beeld versterken dat tegenstanders van de regering ook tegenstanders van de bevolking zijn. Steun voor de zittende macht neemt daardoor eerder toe dan af. Ook economisch heeft het nauwelijks effect: zo zorgden de COCOM-sancties er waarschijnlijk voor dat de Sovjet-Unie sterker werd op technologisch gebied in plaats van zwakker. Het land werd gedwongen om zelf technologie te ontwikkelen, en slaagde daar wonderwel in - zoals de eerste mens in de ruimte en de eerste satellieten in een baan om de aarde laten zien. 

Datzelfde zien we bij de restricties die tegenwoordig gelden voor de export van landbouwproducten naar Rusland. Als gevolg daarvan is Rusland nu de grootste producent van gerst en tarwe ter wereld geworden, de op-één-na grootste producent van zonnebloempitten, en de op-twee-na grootste producent van aardappelen en melk, de op-vier-na grootste producent van eieren en kippenvlees… enzovoorts. Maar Nederlandse boeren zijn afgesloten geraakt van een belangrijke afzetmarkt. Dus welk belang menen we nu eigenlijk te dienen? Waar zijn we nu precies mee bezig?

ConclusieHet past de Europese Unie in onze ogen niet om zelfstandig buitenlands beleid te gaan voeren. Om sancties in te stellen tegen buurlanden, om EU-ambassades te openen en uiteindelijk (als het aan Verhofstadt en Timmermans ligt) ook een soort Europees leger te gaan optuigen. Wij geloven in nationale soevereiniteit en in democratische zeggenschap van de Nederlandse bevolking over onze betrekkingen met buurlanden, onze verplichtingen en onze internationale opstelling. Alleen al daarom is een Europese ‘Magnitsky-wet’ een buitengewoon slecht idee. 

Maar daarbij is het geven van een open mandaat aan beleidsmakers om op basis van vage beschuldigingen in het ‘mensenrechten’-spectrum allerhande sancties op te gaan leggen onverantwoord. In heel veel gevallen weten we niet precies wat er speelt in het buitenland. Complexe machtsconflicten geven aanleiding tot vragen - heel zelden is er in chaotische, slecht georganiseerde landen eenduidig onderscheid te maken tussen ‘good guys’ en ‘bad guys’: het ligt er meestal ergens tussen in. Daarbij maak je onvermijdelijk een politieke keuze door de ene schending van ‘mensenrechten’ wél te bestraffen, en de andere niet. Als we alle acties die ingaan tegen onze morele intuïtie willen bestraffen, kunnen we met helemaal niemand meer handel drijven. Met geen enkel land meer zaken doen. Het al dan niet instellen van sancties is dus een politieke keuze. Die hoort thuis in het parlement - en niet via een carte blanche aan beleidsmakers te worden overgeheveld.

Tot slot moeten we ons realiseren dat dit soort sancties zelden tot nooit echt effect hebben. Een dictator gaat heus niet aftreden als hij merkt dat hij niet meer op vakantie kan in Zuid-Frankrijk. Een onderdrukte bevolking komt heus niet ineens in opstand als de prijs van tomaten nog verder stijgt. Integendeel: doordat de middenklasse verzwakt vermindert de kans op een democratisch gezind ecosysteem in zulke landen.

Het is een combinatie van drie zaken die deze Magnitsky-wet tot ontwikkeling heeft doen komen: Europese machtswellust, Koude Oorlogdenken en verslaving aan ‘deugen’. FVD wijst ze alledrie af.

                             

1Op 19 november heeft FVD in de Tweede Kamer dan ook TEGEN een motie gestemd om zo’n wet ook op Nederlands niveau aan te nemen, mocht het op Europees niveau mislukken.

2European Court of Human Rights, Case of Magnitsky and Others versus Russia, Judgement, 27 August 2019, https://hudoc.echr.coe.int/eng#{"fulltext":["Magnitsky"],"documentcollectionid2":["GRANDCHAMBER","CHAMBER"],"itemid":["001-195527"]}

3De volgorde was dus dat Magnitsky eerst beschuldigd werd van belastingfraude, en pas daarna met een tegenverwijt van overheidscorruptie op de proppen kwam. Daarmee verdwijnt de grond onder het verhaal van zijn vriend en zakenpartner Bill Browder (die inmiddels zelf ook is veroordeeld wegens faillissementsfraude en belastingontduiking.

4Zie ook de documentaire die de Russische filmmaker Andrey Nekrasov over Magnitsky en Browder maakte - online te bekijken via: https://www.youtube.com/watch?v=ack8GcFvaN4

Pak het concurrentiebeding aan

D66 D66 Nederland 27-11-2019 15:45

Duizenden mensen hebben een concurrentiebeding in hun contract. Hiermee kan je niet zomaar overstappen naar ander werk. D66 Kamerlid Steven van Weyenberg: “De wildgroei van concurrentiebedingen moet stoppen. Het is zeker bij flexcontracten een belemmering voor je kansen op het carrière-pad. Daarom willen wij concurrentiebedingen alleen bij vaste contracten. Daarbij moet er een vergoeding tegenover staan, zoals in andere landen.”

Concurrentiebedingen belemmeren werknemers in hun keuze om een nieuwe stap te zetten bij een andere werkgever of om voor zichzelf te beginnen. D66 en PvdA vinden dat het concurrentiebeding te veel en onnodig wordt ingezet. Zij pleiten ervoor om het concurrentiebeding aan te pakken, zodat werknemers de vrijheid krijgen om zelf keuzes te maken waar zij gaan werken.

D66 en PvdA willen dat het concurrentiebeding bij tijdelijke contracten wordt verboden. Voor contracten voor onbepaalde tijd is een concurrentiebeding alleen mogelijk is als er een minimale vergoeding tegenover staat en er duidelijke en redelijke voorwaarden aan worden gesteld.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

D66 wil bouwen aan het nieuwe verdienmodel van Nederland. Aan verduurzaming van onze economie, aan een eerlijke en open arbeidsmarkt en aan een dienstbare financiële sector. Aan een land dat onderneemt en bloeit en na stilstand weer vooruit gaat.

Nieuwe welvaart vraagt om groei van onze economie. Dat is de beste manier om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Groei zorgt voor nieuwe banen. Groei zorgt voor innovatie en vernieuwing. En duurzame groei is de sleutel naar een welvarende toekomst. Allereerst moet de overheid zijn financiën op orde brengen, tegelijkertijd kan zij ruimte maken en gericht investeren. D66 heeft een groeiagenda om deze kansen te pakken.

Reactie actieplan arbeidsmarktdiscriminatie

D66 en CDA-wet modernisering ambtenarenrecht aangenomen

Vertrouw op de eigen kracht van mensen

Wij vertrouwen op de eigen kracht en ontwikkeling van mensen.

Streef naar een duurzame harmonieuze samenleving

Wij willen de wereld om ons heen tegemoet treden met respect en mededogen.

Samenlevingen zijn op steeds meer verschillende manieren met elkaar verbonden. Wij staan open voor de gehele wereld en sluiten niemand uit.

Beloon prestaties en deel de welvaart

Mensen zijn niet gelijk, wél gelijkwaardig. Mensen zijn verschillend en wij willen dat de overheid ruimte laat voor die verschillen.

Koester de grondrechten en gedeelde waarden

De fundamentele waarden van onze samenleving zijn vrijheid voor en gelijkwaardigheid van ieder mens, ongeacht opvattingen, geloof, seksuele geaardheid, gerichtheid of herkomst.

Steun ons en help Nederland vooruit

Cookie voorkeuren Uw privacy Wijzigen lidmaatschap Responsible Disclosure Nieuws Agenda Contact

Congres 110 | Toespraak Rob Jetten

D66 D66 GroenLinks Nederland 09-11-2019 16:59

Lees hier de toespraak van onze fractievoorzitter in de Tweede Kamer Rob Jetten op het 110de D66-congres terug. Kijk je de speech liever terug? Klik hier!

Democraten,

In 1966 werd D66 opgericht door voorlopers en vernieuwers. Ze werden geleid door Hans van Mierlo, een katholieke journalist uit Breda die tegen wil en dank uitgroeide tot de Kennedy van de lage landen.

Het is tien jaar geleden dat Van Mierlo voor het laatst op het congres van zijn partij kon zijn. Dat was hier. In deze zaal in het Chassé Theater. In zijn geliefde thuisstad.

Hoewel ik niet kan zeggen hem echt te hebben gekend, mis ik zijn verschijning. Al was het maar vanwege zijn zachte G tussen al die harde g’s en rollende r’en vandaag in Breda. Ik zie de Amsterdamse delegatie nu de wenkbrauwen fronsen. Nee nee, Van Mierlo was geen Amsterdammer. Iets met de grachtengordel? Pech, jongens. Brabantser dan Van Mierlo wordt het niet. Maar wel fijn dat jullie vandaag de tocht naar dit verre oord buiten de ring hebben gemaakt.

Tien jaar geleden hoorde Van Mierlo hier Alexander Pechtold zijn prioriteiten uiteenzetten. Hij schetste de hervormingsagenda van D66 op geheel Pechtoldiaanse wijze: aan de hand van een schilderij. Een nog niet abstracte Mondriaan, in dit geval. In de tien jaar erna, bracht hij onze partij weer naar de top.

Waarde Alexander, vanaf vandaag mag jij je erelid van onze partij noemen. En dat is volkomen terecht. Je zit voor altijd in ons hart. Dankjewel!

Democraten, het is 53 jaar geleden dat we begonnen aan ons krankzinnige avontuur. De traditionele, met ideologische veren getooide partijen, kregen een pragmatische beweging tegenover zich. Dat was toen heel vernieuwend.

Het is precies dat pragmatisme dat mij naar D66 trok. Ik ben opgeleid als bestuurskundige. Mijn eerste grote werkliefde was ProRail. Daar kon ik mensen verbinden van Groningen tot Maastricht. Oplossingen vinden voor taaie problemen. Ook als daar wendbaarheid voor nodig was.

Naast mijn werk vergroeide ik met de raadsfractie van D66 in Nijmegen. Stap voor stap leerde ik onze partij kennen.Als jong raadslid die het spel van de politiek van dichtbij ervaarde, ging ik redelijkheid en de oplossingsgerichtheid van onze partij nog meer waarderen. De wil om antwoord te geven op de vragen van nu, met de inzichten van nu. Dat is niet altijd makkelijk.

De afgelopen jaren waren voor mij een oefening. Als beginnend Kamerlid was ik met name bezig met mijn eigen dossiers. Klimaat en democratie. Als fractievoorzitter werkte ik in mijn eerste jaar aan grote akkoorden. Dat was sleutelen, timmeren en schuren in de bloedhete machinekamer van de coalitiepolitiek.

Maar dan heb je ook wat:

1. Een generaal pardon voor honderden kinderen die hier thuis zijn.

2. Na tien jaar stilstand eindelijk een pensioenakkoord.

3. Een zomerakkoord waardoor werk gaat lonen.

4. En als kers op de taart het eerste concrete klimaatplan van de wereld.

Aan het begin van de rit heb ik me wel eens afgevraagd wat we in vredesnaam in deze coalitie te zoeken hadden. Dat is nu wel anders.

We hebben onze rol gezocht én gevonden. Van alle coalitiepartijen waarderen onze kiezers de resultaten van dit kabinet het meest. Onze partij is stabiel, gretig, zelfbewust. Wij laten ons niet de wet voorschrijven. Wij zijn de progressieve motor van deze coalitie.

Wij geven antwoord op de grote vragen, noemen de dingen bij naam die moeten gebeuren. Zonder schroom of kramp. Omdat wij ervan overtuigd zijn dat mensen de waarheid verdragen, als je als politicus eerlijk bent.

Wij pleiten samen met GroenLinks voor een structurele oplossing voor het lerarentekort, omdat je nooit genoeg kunt investeren in de toekomst. Wij pleiten luidkeels voor de halvering van de veestapel, omdat de natuur anders sterft in stilte. Omdat wij een perspectief bieden met duurzame landbouw. En omdat het de enige weg is uit de stikstofcrisis die leidt naar het bouwen van huizen voor iedereen. Wij pleiten voor de wet Voltooid Leven, omdat je in dit land niet alleen waardig oud moet kunnen worden, maar ook waardig moet kunnen sterven. Wij pleiten voor betere ondersteuning van Kamerleden, omdat het huis van de parlementaire democratie instort zonder versterking van het fundament.

En wij pleiten voor een tijdelijk vrouwenquotum, omdat meisjes zo vroeg als ze kunnen dromen ook zeker moeten weten dat ze alles kunnen bereiken.

Wat ons scheidt van de vrienden op links is dat we aan het eind van een lange onderhandeling ook een akkoord sluiten. Dat lukt in deze coalitie tot nu toe aardig. Dit kabinet levert. En ja, dan kan het ook schuren. Dan knettert het op maandag in het coalitieoverleg of op vrijdag in de Trêveszaal. Slaat er ook wel eens iemand met een deur.

We zijn vier totaal verschillende partijen. We komen allemaal op voor wat ons drijft, voor onze beloftes aan de kiezer. En zo hoort het ook. Anders zouden we geen knip voor onze neus waard zijn.

D66’ers zijn redelijk, je kunt met ons praten, maar redelijk betekent niet altijd ‘rustig’. En soms is het zelfs onredelijk om alsmaar redelijk te blijven. Want er liggen nog altijd diepe problemen. Van het lerarentekort tot de ramp op de woningmarkt. En van de werkdruk in de wetenschap en de zorg tot de toegang tot het recht.

De hele eer van het parlementaire ambacht—dat is wat ik het afgelopen jaar heb geleerd—is een horzel te zijn voor de zittende macht. Dat is onze rol. Wij blijven dus oppositie voeren vóór het kabinet.

Maar ik daag dit kabinet vandaag ook uit: jullie zijn pas op de helft. Laat je niet in het defensief brengen. Laat daadkracht niet aankomen op uitspraken van de rechter. Laat je oren niet hangen naar de luidste toeter op het Malieveld.

Kabinet, laat je niet langer verrassen. Verras ons!

Investeer massaal in wetenschap en innovatie. Breng onze welvaart direct naar de klas. Laat elektrische vliegtuigen als eerste opstijgen uit Nederland. Laat mensen zelf hun burgemeester kiezen. Leid Europa naar een verenigde en humane migratiepolitiek. En vestig tegen alle verwachtingen in het bouwrecord van deze eeuw.

Tegen het kabinet zeg ik: het kan. Het zal niet in één dag lukken. Vallen en opstaan hoort erbij. Maar zet de eerste schop in het zand. Wees niet beschroomd een begin te maken.

Kajsa, Sigrid, Wouter, Ingrid, Stientje, Menno & al die anderen: Ik vraag jullie, wacht geen moment, verras ons!

Congres,

Pragmatisme dreef mij naar D66. De eerste vrouwelijke vicepremier van Nederland, Els Borst, vergeleek het pragmatische D66 ooit met een wendbaar scheepje. Een populaire metafoor.

Toch heb ik er altijd een dubbel gevoel bij gehad. Het suggereert een pragmatisme zonder doel. Maar ik ken geen enkel schip dat de haven bereikt door met alle gunstige winden mee te varen. Je hebt een kompas nodig. In ons geval: idealen om op te varen.

Na een jaar van akkoorden sluiten kon ik deze zomer eindelijk de tijd vinden om mijn eigen kompas scherper af te stellen. Een politiek van idealen gaat voor mij over één simpele vraag: Hoe stel je alle mensen in staat om écht vrij te zijn?

Vrijheid betekent iets anders voor iedereen. Leraren die snakken naar vrijheid in het beoefenen van hun vak. Vluchtelingen die willen bijdragen aan het Nederland van de toekomst. Ondernemers die aan de wieg staan van de omslag naar een nieuwe economie. Studenten. Vaklui. Wetenschappers. Oma’s. Moeders. Zonen. Vaders.

Wat ons bindt is de wil om vrij te zijn. Niet zomaar als losse individuen, maar als onderdeel van het geheel. Want vrij zijn betekent vooral ook: erbij horen.

Zelden heb ik zo de menselijke behoefte geproefd erbij te horen als vandaag. Vandaag hebben wij op ons congres meer dan honderd Syriërs te gast. Ik heb met open mond en pijn in mijn buik naar ze geluisterd.

Zij zijn geweld ontvlucht. Hebben lange tochten gemaakt waar wij ons niets bij voor kunnen stellen. Om hier veiligheid te vinden. Om vrijheid te vinden. Velen spreken nu al Nederlands. Ze kijken TV. Volgen de politiek. En wat horen ze dan?

Politici die zeggen dat ze terug moeten naar hun door oorlog verscheurde land. Een land waar ze hun vrienden zijn kwijtgeraakt. Waar een dictator chemische wapens uitstort over zijn onderdanen. Congres, zulke harteloosheid mogen wij nooit onbeantwoord laten.

Wij hebben dus een duidelijke opdracht. Een alternatief bieden aan deze politiek van haat. U bent misschien lid geworden voor het redelijk alternatief. Maar congres, nu is het tijd om de rijen te sluiten. Wij zijn ook het waardig alternatief!

Democraten,

Het is tijd voor een politiek die gelijke kansen centraal stelt. Niet omdat alles en iedereen gelijk moet zijn. Verschillen kunnen bestaan in een rechtvaardige samenleving.

Maar gelijke kansen zijn zo belangrijk, omdat ze gaan over iets anders: het recht om je lot in eigen hand te nemen. Niet afhankelijk te zijn van waar je ouders ooit zijn geboren. Niet opgesloten te zitten in jouw plekje in de samenleving, omdat je ouders niet de juiste diploma’s hadden. Kansen, congres, gaan over vrijheid.

Deze week was ik te gast bij het nationale schoolontbijt. Naast mij zat een jongetje uit groep 8. Voelt zich Nederlander én Turk. Voetbalt voor een van de belofteteams van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond. Hij vertelde mij iets dat ik niet los kan laten.

Iedere dag moet hij ’s ochtends thuis kiezen: wil je lunch of ontbijt? Zijn ouders hebben geen geld voor meer dan drie boterhammen per dag. Drie boterhammen. En dan moet je kiezen. 12 jaar oud. Wil je lunch? Of ontbijt?

Sta daar eens bij stil. De onmogelijke keuze. De tragiek van vader en moeder die niets anders willen dan het beste voor hun kind. En stel jezelf dan de vraag: is die jongen vrij? Heeft hij daadwerkelijk dezelfde kans om het net zo goed te doen op school als zijn leeftijdsgenoten?

Het antwoord is nee. En in ons rijke en beschaafde land is dat een onbestaanbare schande. Dit is Nederland. Dit is 2019. Dit kan zo niet langer. Het wordt tijd voor een politiek die mensen vrij maakt. Vrij van belemmeringen, omdat het beste onderwijs toegankelijk is voor iedereen.

Vrij van behoefte, omdat armoede uit ons woordenboek is verdwenen. Vrij van oneerlijke concurrentie op school, omdat bijlessen beschikbaar zijn voor alle kinderen. Vrij van stress over volgende maand of volgend jaar, omdat je een vaste baan kunt krijgen. Vrij van een huursom die de helft van je inkomen opslokt, omdat je wel een betaalbaar huis kunt kopen.

Mensen moeten vrij zijn om te gaan en staan waar ze willen, omdat het openbaar vervoer wel een alternatief is voor de auto. Vrij van de vervuiling van de lucht die we inademen en het water dat we drinken. Vrij van belastingdruk die de overheid niet kan rechtvaardigen, omdat de grootste vermogens nu echt naar draagkracht gaan bijdragen.

Mensen moeten vrij zijn van de angst dat grote Tech-bedrijven hun diepste geheimen delen. Vrij om te kiezen of je voor jezelf of voor iemand anders werkt. Vrij en zeker genoeg om risico’s te nemen en iets nieuws te proberen. Alle Nederlanders moeten vrij zijn van de discriminatie die mensen met een buitenlandse achternaam van de werkvloer houdt.

Vrij van door xenofobe nationalisten opgehitste vooroordelen die mensen verdelen. Vrij om de eigen premier te kiezen, en ja dan hebben wij gelukkig de nodige kandidaten.

En, congres, vrij zijn gaat ultiem ook over de toekomst van ons land. We zijn gekluisterd aan het heden, omdat we niet genoeg hebben geïnvesteerd in onderwijs, onderzoek en innovatie. Onder aanvoering van D66 trekken we de laatste jaren langzaam het been bij. Maar na het plakken van de pleisters, moeten we nu werk gaan maken van het helen van de wond.

Als we ons vrij willen maken moeten we nu onder ogen komen dat we lang de verkeerde keuzes hebben gemaakt. Dat het niet kan bestaan dat sommige kinderen maar vier dagen per week naar school kunnen. Dat het onacceptabel is als willekeurige ouders gedwongen worden het trotse vak van leraar voor een dag over te nemen. Dat scholen, leraren, kinderen en ouders moeten worden verlost van het juk van koepels en overheid.

Dat de leraar weer baas moet zijn in eigen klas. Dat privéonderwijs de samenleving in tweeën splijt. Dat studenten op geen enkele manier gehinderd mogen worden door de leningen die ze afsluiten.

En dat de studie van de geschiedenis, die ons leert wat verandering is en hoe we die tot stand brengen, net zoveel steunt verdient als de toegepaste natuurkunde.

En wie echt wil weten wat het is om vrij te zijn—hoe we die vrijheid hebben verworven—doet er goed aan de geschiedenis te bestuderen van de stad waar we vandaag bij elkaar zijn gekomen. Breda.

Het is dit jaar 75 jaar geleden dat Breda werd bevrijd van de tirannie van de Tweede Wereldoorlog. In oktober 1944, na de mislukking van operatie Market Garden, trokken de geallieerden door Brabant richting de Schelde. De Britten en de Amerikanen bombardeerden Den Bosch en Tilburg. De littekens van de bombardementen staan nog steeds in die steden.

Breda trof een ander lot. De stad kwam bijna ongeschonden uit de oorlog.

Dat heeft Breda te danken aan Generaal Maczek van de eerste Poolse pantserdivisie. Voor de poorten van Breda besloot hij: ‘Dit zijn onze vrienden, wij zullen hen niet bombarderen’.

De kanonnen bleven stil. De tanks bleven achter. Moedige Poolse soldaten trokken Breda in om de bevolking te bevrijden. Straat voor straat. Wijk voor wijk. Veel Poolse soldaten lieten daarbij het leven. Nog meer raakten gewond.

In de jaren na de bevrijding van Breda, smolten de landen van Europa langzaam samen. Gedreven door de wens te leven in veiligheid en in vrijheid.

In deze bevrijde stad, liep een jonge Van Mierlo rond. En het was dankzij deze vrijheid, dat hij zijn tanden kon zetten in de Nederlandse democratie. Het was dankzij deze vrijheid, dat hij in 1970, hier in zijn eigen Breda, ook een congres kon toespreken.

En wat hij zei, zijn nog even ware woorden voor D66 als toen: ‘Laten we in hemelsnaam doorgaan met de moed te hebben om die dingen bij de naam te noemen, die naar ons eer, geweten en inzicht moeten gebeuren.’

Ik zie dat als mijn ultieme opdracht. Als opdracht voor D66.

Ik vraag u; ga met ons mee. Vertel ons verhaal. Noem de dingen bij naam. Aan de keukentafel en bij mensen aan de deur. Trek je D66-jas aan. Ga de straat op. Vertel je buren en stadsgenoten waarom je ooit zoiets hebt gedaan als lid worden van een politieke partij. Kleur dit land groen. Wij willen vrij zijn. Nu en voor de toekomst.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Nederland moet opkomen voor niet-gelovigen

D66 D66 Nederland 22-08-2019 06:13

Nederland moet opkomen voor niet-gelovigen

Nederland moet internationaal opkomen voor de rechten van niet-gelovigen. Dat staat in een initiatiefnota van D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma. Deze groep wordt nu nog te vaak vergeten, en verdient meer ondersteuning.

Sjoerdsma: ‘Wereldwijd is er terecht veel aandacht voor religieuze minderheden die worden vervolgd. Maar mensen die niet geloven, zijn de derde grootste onderdrukte groep. Zij verdienen veel meer bescherming dan nu het geval is. Nederland moet daarin een voortrekkersrol spelen.’

In landen als Iran, Saoedi-Arabië en Pakistan vindt ernstige onderdrukking, vervolging en discriminatie plaats van atheïsten, vrijdenkers en humanisten. D66 stelt concrete acties voor waarmee Nederland de situatie kan verbeteren. Sjoerdsma roept minister Blok op om rechtszaken tegen atheïsten bij te laten wonen, door te pleiten voor de afschaffing van blasfemiewetten – óók in Europa – en door de positie van niet-gelovigen ter discussie te stellen bij diplomatieke overleggen.

Juist omdat in Nederland meer niet-gelovigen dan wel-gelovigen wonen, is ons land bij uitstek geschikt om wereldwijd aandacht te vragen voor de positie van deze mensen. Sjoerdsma: ‘in veel landen is het levensgevaarlijk om openlijk te zeggen dat je geen religie aanhangt en niet in een god gelooft. D66 staat pal voor de vrijheid om te geloven wat je gelooft – juist ook als je níet gelooft.’

Samen met het Humanistisch Verbond maakt D66 zich sterk om dit onderwerp op de internationale agenda te krijgen. Onder meer door het speerpunt te maken als Nederland in de VN-mensenrechtenraad komt. Ook in Nederland is er nog werk te doen; zo zouden medewerkers van asielzoekerscentra beter voorgelicht kunnen worden om zo discriminatie van niet-gelovigen te herkennen.

Lees hier de hele initiatiefnota van D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

🎉💪 YES! De Eerste Kamer stemt met ...

D66 D66 Nederland 28-05-2019 13:46

🎉💪 YES! De Eerste Kamer stemt met grote meerderheid voor de Klimaatwet. Dankzij de samenwerking tussen 8 partijen, van links tot rechts, zetten we de stap naar een écht schone toekomst. En dat is hard nodig! 🌍

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.