Deze bijdrage is een opiniestuk van één of meerdere van onze leden. De meningen en opinies in deze rubriek, komen niet per definitie overeen met de standpunten van Progressief Altena. (Zie het redactiestatuut)

Is het u ook al opgevallen? Rond nieuwe boerderijen en schuren staat tegenwoordig bijna geen groen meer. In het omgevingsplan, voorheen bestemmingsplan, staan echter prachtige volzinnen over het inpassen van het bouwwerk in de omgeving.

Een citaat: “In de provinciale Verordening Ruimte vormen de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en de versterking van het landschap, twee belangrijke onderdelen van het provinciale ruimtelijke beleid (artikel 3 van de Verordening Ruimte). Concreet komt dit er op neer dat voor iedere ruimtelijke ontwikkeling inzichtelijk gemaakt moet worden wat de bijdrage is aan de kwaliteitsverbetering van het landschap.”

Soms gaat het om wel 5.500 vierkante meter groen inclusief een boomgaard. Er zit meestal een aparte bijlage bij het omgevingsplan voor het vele groen dat gerealiseerd gaat worden om het bouwwerk op te doen gaan in de omgeving. Helaas wordt dit groen in de praktijk bijna niet gerealiseerd. De omwonenden worden door de betreffende agrariër voor het lapje gehouden en de gemeente doet weinig tot niets aan handhaving.

Op de site van Lekker GROEN kwam ik de volgende aanbeveling tegen die ik van harte kan onderschrijven:

“Mijn eerste gedachte was: “Huh, wat een gekke plek voor een parasol. Waarom zou iemand dat zware ding helemaal naar hier gesleept hebben?” Al snel wist ik natuurlijk waarom, namelijk voor het creëren van schaduw voor de dieren (paarden) in deze wei. Geen overbodige luxe in deze tijd waarin er – in vergelijking met vroeger – niet alleen meer kletterbuien voorkomen maar ook langere perioden van hitte en droogte. Wie heeft er de afgelopen jaren geen puffende schapen, lome koeien en ander oververhit vee krampachtig het laatste stukje schaduw in een weiland zien opzoeken. Als er al schaduw aanwezig was…

Schaduw van een parasol is natuurlijk goed. Maar er gaat niets boven schaduw van een boom of grote struik. Dat voelt nòg een stuk comfortabeler. Dus waarom zouden veeboeren geen grote boom (of meerdere bomen of een bosje) in hun weilanden planten? Daar is niet alleen het vee maar zelfs verschillende (inter)nationale duurzaamheidsdoelen mee gediend:

Klimaatopgave

Natuur inclusieve landbouw

Dierenwelzijn

Biodiversiteit

Laten we een nieuw type landschapselement toevoegen aan het huidige scala aan landschapselementen op het Nederlandse platteland. Van geriefhoutbosjes naar dierengeriefbosjes of kortweg geriefbosjes. Deze nieuwe landschapselementen zouden bij voorkeur moeten worden aangelegd en ingericht voor het gerief van meer dieren dan alleen vee. Voorwaarde is ook dat de geriefbosjes deels toegankelijk zijn voor het vee. Anders kunnen die nog niet naar behoefte in de schaduw vertoeven. En zo kunnen de parasols terug naar de stedelijke omgeving.”

Deze oproep kan ik van harte ondersteunen en ik roep boeren op om hun belofte uit het omgevingsplan, voorheen o.a. bestemmingsplan, waar te maken en ons burgers niet voor de gek te houden. Tevens moet er meer aandacht komen voor de wettelijke compensatie bij ingrepen in het buitengebied. De gemeente roep ik op om meer te doen aan handhaving bij inpassing van nieuwe bebouwing in het (open) landschap en de compensatie maatregelen. Ook dit laatste stelt in de praktijk meestal weinig voor.

Een goed voorbeeld is de nieuwe boomgaard bij Dussen van ruim 30 hectaren: de compensatie voor deze ingreep in het buitengebied stelt weinig tot niets voor. Waarschijnlijk worden er ook te veel pesticiden gebruikt in de omgeving van Nature 2000-gebied Kornsche Boezem. De geloofwaardigheid van de lokale overheid als betrouwbare en doelmatige partner die onze leefomgeving beschermt staat hierbij op het spel. Vertrouwen is goed, controle door teamhandhaving is beter.

In het kader van een herstelprogramma voor het landschap zijn dierengeriefbosjes een mooie oplossing om onze leefomgeving aantrekkelijke te maken voor mensen en dieren. Hierbij horen langdurige contracten waarbij de boeren betaald worden voor het onderhoud van het landschap. We hoeven het wiel niet meer uit te vinden, want in de Ooijpolder is dit natuurherstelprogramma al gerealiseerd.

Waar wachten we nog op om ook ons vee te beschermen tegen de brandende zon en ons landschap aantrekkelijker te maken?

Herman van Krieken