Nieuws van politieke partijen in Nederland inzichtelijk

2 documenten

Over de hypocrisie van supermarkten

D66 D66 Nederland 11-05-2020 13:29

Over de hypocrisie van supermarkten

Dit weekeinde kwam een grote supermarktketen in het nieuws met een aanbieding van aardappelen uit Israël, terwijl in Nederland aardappels met miljoenen overheidsgeld worden doorgedraaid. Lees hier het pleidooi van Kamerlid Tjeerd de Groot.

Supermarkten houden graag zelf een aantal misverstanden levend. Zo zouden consumenten bepalen wat er in de schappen ligt. Supermarkten weten als geen ander consumenten te verleiden tot precies die aankoop die de verkoper goed uitkomt. Sinds wanneer vragen consumenten om aardappels uit Israël? Het tweede misverstand is dat duurzaamheid in de landbouw het voedsel duurder maakt. Niets is minder waar: de prijs van landbouwgrondstoffen is een buitengewoon klein deel van de prijs van het product in de schappen. Als de graanprijs zou verdubbelen – wat onwaarschijnlijk is – wordt een brood slechts een dubbeltje duurder. Het derde misverstand is hun duurzaamheidsimago. Vaak maken supermarkten goede sier met een duurzaam of diervriendelijk product, maar slechts voor een beperkt deel van hun assortiment. De suggestie van duurzaamheid is slechts bedoeld voor hun imago: de diervriendelijke kip ligt op ooghoogte, de kiloknaller ligt gewoon twee schappen daaronder.

Inkopers van supermarkten letten op drie zaken: de prijs, de prijs en de prijs. Dit heeft in belangrijke mate bijgedragen tot de moeilijke situatie in de Nederlandse land- en tuinbouw. Boeren kunnen alleen het hoofd boven water houden door steeds intensiever te produceren, ten koste van henzelf en ten koste van de natuur. Supermarkten zouden makkelijk hun hele assortiment duurzaam kunnen maken, zonder dat ons voedsel duurder wordt. Probleem is dat mededingswetgeving verhindert, omdat deze alleen toeziet op zogenaamde eerlijke concurrentie. Dit betekent dat ook deze wetgeving er alleen op gericht tot een zo laag mogelijke prijs voor consumenten te komen, uiteraard binnen de wettelijke normen voor de productie van voedsel. Daarom voorziet D66 een andere weg. Net zomin als kledingwinkels nog kleding in de schappen leggen die gemaakt is door kinderen, zullen supermarkten simpelweg hun gehele assortiment moeten verduurzamen. Daarbij hoort een eerlijke prijs voor de boeren.

Laten we de weg van het geld volgen. Duurzaamheidsprestaties van bedrijven zijn in toenemende mate relevant voor institutionele beleggers als pensioenfondsen en andere aandeelhouders. Ongeveer driekwart van de bedrijven heeft al een duurzaamheidsverslag, laat supermarkten hieraan meedoen. Hiervoor zijn diverse internationale standaarden beschikbaar, bijvoorbeeld ‘The Sustainability Consortium’. Ook zijn er diverse initiatieven om de vergelijkbaarheid van jaarverslagen te verbeteren, zoals het Global Reporting Initiative. Nodig is dat er een standaard komt voor supermarkten die een maat vormt voor de mate waarin hun assortiment duurzaam wordt. Externen moeten deze standaard kunnen toetsen, net zoals accountants dat nu doen over de deugdelijkheid van een jaarverslag. Dit helpt beleggers om de goede keuzes te maken. Een mogelijkheid die daarbij kan worden uitgewerkt is om verschillende ambitieniveaus in deze standaard in te bouwen, noem het brons, zilver en goud.

Wat heeft de boer hieraan? Bij een duurzaam assortiment hoort een eerlijke prijs. En bij een eerlijke prijs hoort ook een afzetgarantie voor de lange termijn. Zo ontstaat rust en zekerheid bij boeren. Duurzaamheid omvat immers niet alleen milieu, maar ook de economie. De standaarden kunnen worden doorvertaald naar verwerkende bedrijven. Boeren die meedoen kunnen dan tevens steun ontvangen vanuit het Europese landbouwbeleid. Boeren die daarentegen tegen de laagste prijs willen doorproduceren voor de wereldmarkt kunnen dat doen, maar verliezen op den duur wel de zekerheid van een thuismarkt, zeker als dit systeem ook in landen als Duitsland wordt geadopteerd. Andere deelnemers in de voedselketen, vooral de verwerkende industrie, kunnen bijvoorbeeld fiscale voordelen krijgen als zij hun gehele assortiment verduurzamen. Zo gaat het voor boeren en voedselverwerkers ook lonen om duurzamer te gaan werken.

Duurzame productie moet de standaard worden en niet de uitzondering. Samen met collega Joost Sneller hebben we daarom een voorstel ingediend in de Tweede Kamer die de minister opdraagt om met supermarkten en de verwerkende industrie een hierboven beschreven systeem uit te werken.  Alleen het voldoen aan de wet garandeert dierenwelzijn onvoldoende en leidt nog steeds tot afbraak van onze biodiversiteit.

Minister Schouten ontraadde ons voorstel. Zij praat met heel veel met boeren en omhelst regionale initiatieven, maar dit miskent hoe de markt werkt. De meeste boeren hebben namelijk geen contact met de markt; dat loopt via de verwerkende industrie en de retail. Een transitie naar duurzame landbouw begint bij de markt! Een transitie leid je door aan een touwtje te trekken, niet door tegen het touwtje te duwen.

Het gaat erom de randvoorwaarden voor een gezonde markt te scheppen, zoveel mogelijk binnen de eigen spelregels van deze markt. Gelukkig was er een Kamermeerderheid voor dit voorstel van D66. Helaas deden een aantal partijen niet mee die zeggen het boerenbelang hoog in het vaandel te dragen. Boeren hebben belang bij een eerlijke prijs. Daarom moeten we de negatieve prijs en duurzaamheidsspiraal doorbreken.

Te lang is deze problematiek onbesproken gebleven, omdat supermarkten zich blijven verschuilen achter een aantal voor hen comfortabele misverstanden. Achter deze misverstanden gaan wanpraktijken schuil ten koste van de Nederlandse boer en nu ook de belastingbetaler, zoals het voorbeeld van de aardappelen uit Israël ons laat zien. Het wordt tijd dat supermarkten verantwoordelijkheid nemen. Die hete aardappel is te lang doorgespeeld.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tjeerd de Groot: “Vandaag ga ik in gesprek met boeren”

D66 D66 VVD ChristenUnie CDA Nederland 01-10-2019 04:00

Tjeerd de Groot: “Vandaag ga ik in gesprek met boeren”

Vandaag ga ik het gesprek aan met boeren die in Den Haag komen demonstreren. Zoals ik al jarenlang spreek met boeren over hun toekomst. Zo’n gesprek is nu harder nodig dan ooit.

Al decennia passen boeren zich aan. Ze beantwoorden nieuwe regels met nieuwe technieken. Of met harder werken. Of met allebei.

“Het water staat me aan de lippen… en met mij zijn er velen”, zei een boer laatst tegen me. Hij wilde weten welke keuzes hij nog kon maken. Het plaatje van zijn onderneming moest gewoon kloppen: voor hemzelf en zijn gezin. Bovendien wilde hij de omgeving goed achterlaten voor zijn kinderen.

Zeventig uur werken voor weinig geld, dat is niet de toekomst die boeren zich voorstellen als ze beginnen. Ze houden van hun dieren en het landschap. Het liefst willen ze dier- en natuurvriendelijk ondernemen. “Maar ja, wat moet je?” vroeg de boer me. “Het gaat gewoon niet anders. Ik sta met mijn rug tegen de muur.”

Hij begreep ook niet dat boerenbestuurders en politici maar blijven vertellen dat “we” de beste boeren van de wereld zijn. Alsof alle problemen vanzelf verdwijnen als we maar een beetje trotser op de boeren zijn. “Van waardering kan de schoorsteen niet roken”, zo zei hij treffend.

Al dertig jaar zet ik me in voor een modernere, duurzame landbouw. Voor de boer én voor de samenleving. En al net zolang hoor ik deze verhalen van boeren . Al tientallen jaren hebben mensen zich ingezet om boeren een goede toekomst te geven. Maar er kwamen vooral nieuwe regels en steeds weer veranderingen. En de boer paste zich aan, investeerde in nieuwe technieken, kocht nieuwe apparatuur en deed zijn best. Elke keer als hij erin slaagde goedkoper te produceren, verlaagde de supermarkt de inkoopprijs. Ondertussen gaf de hoge productie ook problemen: mest, stankoverlast, uitputting van de bodem en vervuild grondwater. Wat er dus gebeurde was dat boeren nauwelijks iets verdienen, maar ondertussen de kritiek over vooral de intensieve houderij van varkens en kippen aanhield. Dat roer moet nu echt om.  Zowel voor de boer als voor de aarde.

Anders. Oke. Hoe dan anders? En zonder dat er elke maand een andere maatregel genomen wordt? De oplossing is te vatten in één begrip: kringlooplandbouw. Nu moeten boeren heel veel middelen kopen om te produceren, zoals dure kunstmest, dure bestrijdingsmiddelen en kostbaar voer. Zonde van het geld. Dat kan anders. Er is ook voer dat mensen niet kunnen of willen eten. Een koe eet gras, varkens zijn van nature opruimers van eten dat anderen niet eten en kippen zijn insecteneters. En dan de mest. Nu is een varkenshouder tienduizenden euro kwijt aan het afzetten van mest. In de stal komen pies en poep bij elkaar en dat gaat rotten. Een varken is zindelijk, dus zorg voor een stal waar goede mest uit komt, dan kun je eraan verdienen! En de akkerbouwer gebruikt nu nog veel dure kunstmest en bestrijdingsmiddelen, terwijl natuurlijke bodems zelf voor gezonde planten kunnen zorgen. Dat valt te leren. Met leiderschap, hulp en visie.

De visie van D66 is: met minder dieren meer verdienen. Minder dieren, doordat we geen duur voer geven dat mensen ook kunnen eten. Als koeien gras, varkens restproducten en kippen insecten eten, dan heeft de boer lagere kosten en het is beter voor de aarde. Meer verdienen kan een boer als we hem helpen deze producten met een goed verhaal tegen een betere prijs op de markt af te zetten.

Al in het regeerakkoord van twee jaar geleden hebben we met Christenunie, CDA en VVD uitgesproken dat de huidige manier van voedsel produceren niet houdbaar is. We hebben het ministerie van Landbouw honderden miljoenen gegeven om boeren te ondersteunen. Of voor hen die dat niet willen of kunnen, hulp én financiële steun bij het stoppen. Helaas ligt dat geld nog op de plank en is er nauwelijks een euro van uitgegeven. Terwijl voor vier op de tien boeren, zo bleek deze week uit onderzoek, stoppen best bespreekbaar is, mits er een goede financiële regeling tegenover staat.

De stikstofcrisis heeft de noodzaak van de omslag naar kringlooplandbouw nog groter gemaakt. We willen in dit land namelijk, behalve duurzaam voedsel produceren, ook huizen kunnen blijven bouwen voor de vele, vaak jonge mensen die op de woningmarkt nu geen huurhuis én geen koophuis kunnen krijgen.

Vandaag ga ik naar het Malieveld. Met een warm hart voor de moderne boer. Met open vizier en zin in een goed gesprek. En met de boodschap dat boeren in mijn ogen meer geholpen zijn met een duidelijk perspectief voor de toekomst dan met een blik op het verleden. Een boodschap waarvan ik als geen ander begrijp dat die bij sommige boerengezinnen hard aankomt. Maar het is wel de eerlijke boodschap. Op weg naar een nieuwe toekomst.

Tjeerd de Groot

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook