GroenLinks ontving signalen over oplopende wachtlijsten bij de politie voor het doen van aangifte van mensenhandel door vluchtelingen. In het Rotterdamse AZC wonen momenteel 40 vluchtelingen die pas over een halfjaar terecht kunnen bij de politie voor het doen van een aangifte. Daar neemt fractievoorzitter Lies Roest geen genoegen mee.

Het COA doet bij de intake van vluchtelingen een scan op kansrijkheid van aangifte van mensenhandel, dus het gaat hier om gegronde claims. Bovendien geldt voor een deel van deze vluchtelingen dat zij eerder in een ander Europees land asiel hebben aangevraagd. Deze vluchtelingen moeten op basis van het verdrag van Dublin terug naar dat betreffende Europese land om hun asielverzoek daar door te zetten. In april voerde de IND een nieuwe werkwijze in, waarbij voor vluchtelingen die eerder in een ander Europees land asiel hebben aangevraagd, niet meer op aangifte mogen wachten. Daardoor worden zij vaak uitgezet voordat zij aangifte hebben kunnen doen, niet zelden naar het land waar de mensenhandel plaatsvond.

De rechtbank van Rotterdam heeft onlangs de uitzetting verboden van een vluchteling die aangifte wilde doen van mensenhandel, maar vanwege de wachtlijsten bij de politie nog niet de gelegenheid voor had gehad. De IND heeft echter de werkwijze in andere zaken nog niet aangepast en stelt overdracht op grond van het verdrag van Dublin niet uit.

GroenLinks is van mening dat iedereen die aangifte wil doen van een misdrijf, dat zonder vertraging moet kunnen doen. Dat geldt zeker voor ernstige feiten als mensenhandel. De lange wachtlijsten waar we momenteel mee geconfronteerd worden, hebben een ontmoedigend effect. Bovendien is het van groot belang potentiële mensenhandelaren in beeld te krijgen.