Hoe geloofwaardig is een kadernota duurzaamheid die gebaseerd is op plannen voor klimaatneutraal in 2040 terwijl de ambitie 2030 is? Deze vraag stond centraal tijdens de behandeling in de gemeenteraad van misschien wel het belangrijkste voorstel in deze raadsperiode voor GroenLinks wethouder Liesbeth van Tongeren. Fractievoorzitter Joris Wijsmuller: “De kadernota mist urgentie en heldere tussendoelen, en mist belangrijke uitgangspunten om de woonlasten van (sociale) huurders te bewaken, om prioriteit te geven aan lokale warmte, om voedselinitiatieven te stimuleren, en om aan de slag te gaan met circulaire economie.” Nadat eerder op de avond 9 insprekers uit de stad zich vanuit verschillende invalshoeken al kritisch over de nota hadden uitgelaten, deed de Haagse Stadspartij samen met andere oppositiepartijen verwoede pogingen en vele voorstellen om de kadernota aan te scherpen. Maar het mocht niet baten: alle amendementen (wijzigingsvoorstellen) liepen stuk op een negatief advies van de wethouder, en werden vervolgens weggestemd door de collegepartijen. Wel boekte de Haagse Stadspartij succesjes met twee aangenomen moties: er wordt een aanpak gemaakt om het beschikbare potentieel aan bodemenergie optimaal te benutten, en het college gaat onderzoeken of er een burgerplatform luchtkwaliteit kan worden opgezet om tot een fijnmazig en flexibel meetnet te komen. Maar dit was samen met andere aangenomen moties nog onvoldoende om het raadsvoorstel geloofwaardig te maken in relatie tot de doelstelling klimaatneutraal in 2030. De Haagse Stadspartij heeft daarom tegen de kadernota gestemd die door een ruime meerderheid (36 voor, 7 tegen) werd aangenomen.

Hieronder het betoog van Joris Wijsmuller:

“In de afgelopen 30 jaar heeft de mensheid meer broeikasgassen uitgestoten dan in de 250 jaar ervoor. Als gevolg hiervan warmt de wereld in ongekend tempo op, en door deze klimaatverandering worden 1 miljoen soorten met uitsterven bedreigt. Om de opwarming te beperken tot 1,5 graden moeten we de mondiale uitstoot in 2030 gehalveerd hebben, en in 2050 naar nul hebben gebracht. We hebben nog één generatie om het tij – letterlijk – te keren. Voorzitter, het is dit gevoel van urgentie dat ontbreekt aan het voorliggende raadsbesluit over de kadernota duurzaamheid.

En aan de kadernota ontbreekt meer:

Energietransitie is een verdelingsvraagstuk, maar er is geen visie op solidariteit;

Het ontbreekt aan prioriteit voor lokale duurzame warmte zoals bodemenergie en laagtemperatuursystemen, en er is geen visie op de toepassing van Haagse restwarmte waarmee nu nog het stadsverwarmingsnet wordt gevoed;

Circulaire economie en voedsel worden allebei niet benoemd als belangrijke pijlers voor het Haagse duurzaamheidsbeleid en ontbreken als uitgangspunten in het raadsbesluit;

Concrete maatregelen voor schone lucht zijn ver te zoeken;

Er zijn geen heldere en meetbare tussendoelen.

Den Haag heeft sinds vorig jaar de ambitie nog hoger gesteld met klimaatneutraal in 2030, en dit wordt internationaal gewaardeerd. Den Haag staat hiermee op een A-lijst van steden, maar hoe geloofwaardig is deze hoge ambitie wanneer het onderliggende beleid niet meer bevat dan het staande beleid voor klimaatneutraal in 2040? Er zijn zelfs onderdelen waarop waar we achteruitploegen ten opzichte van het staande beleid. Maar voorzitter, vanavond richt ik liever mijn energie op het geloofwaardig maken van deze kadernota in relatie tot de ambitie van klimaatneutraal in 2030. De Haagse Stadspartij heeft moties en amendementen van andere partijen mee getekend voor o.a.:

Heldere doelen en tussendoelen

Kies voor lokale duurzame warmte en stimuleer laagtemperatuursystemen

De rol van de STEG aan het De Constant Rebequeplein

Betaalbaarheid, en met name de positie van hun huurders

Energieopslag

Milieuzone en concrete maatregelen schone lucht

Aanpak fossiele bedrijven

En zelf dien ik nog de volgende amendementen en moties in:

Amendement Stimuleer Voedselinitiatieven, waarmee voedselbeleid als uitgangspunt wordt toegevoegd.

Amendement Actieprogramma Circulair Den Haag, waarmee ook de inzet op circulaire economie een van de uitgangspunten wordt.

Motie Raadsbesluit Leiding door het Midden; het college werkt aan een uitvoeringsplan om de huidige Haagse restwarmte van de Electriciteitcentrale aan De Constant Rebequeplein in te ruilen voor vuile restwarmte uit Rotterdam door een dure pijplijn naar de fossiele industrie in de Rotterdamse haven aan te leggen. Met deze motie spreekt de raad uit dat dit niet zomaar kan, en er in ieder geval eerst nog een raadsbesluit moet worden voorgelegd waarin inzichtelijk wordt gemaakt onder welke voorwaarden, met welke temperatuur, aan welke bronnen precies dit gaat gebeuren, en hoe de financiele risico’s voor klanten en/of de overheid worden afgedekt.

Motie Ondersteuning Energiecoöperaties, om bewonersinitiatieven financieel te ondersteunen bij de benodigde kennis en capaciteit om tot realisatie te komen.

Motie Bodemenergiebeleid, om het beschikbare potentieel aan bodemenergie optimaal te benutten.

Motie Burgerplatform luchtkwaliteit, om tot een fijnmazig en flexibel meetnet te komen.

Voorzitter, tot slot: in de kadernota zelf staan heel veel zaken waar je niet tegen kunt zijn, zeker niet als je zelf voor het leeuwendeel verantwoordelijk bent geweest. Maar zoals ik al zei gaat het om de geloofwaardigheid van de kadernota afgezet tegen de ambitie om al in 2030 klimaatneutraal te zijn. Je kunt niet de lat/ambitie 10 jaar hoger leggen, zonder extra en betekenisvol beleid. Je kunt niet wachten totdat er volgend jaar misschien een beetje geld uit de verkoop van Eneco komt, en zo een paar jaar verspillen in de wetenschap dat alles waar je nu mee wacht de opgave alleen nog maar veel moeilijker en veel duurder maakt. Over de financiële kant het verhaal komen we zeker nog te spreken bij de komende begroting. Of de Haagse Stadspartij vanavond uiteindelijk met de kadernota kan instemmen, hangt af van de vraag of de vele noodzakelijke moties en amendementen vanavond worden aangenomen.”