Nieuws van politieke partijen in Nederland over PvdA inzichtelijk

8 documenten

Een leven vol van onderwijs

PvdA PvdA VVD Nederland 21-02-2020 13:05

Spreiding van inkomen, kennis en macht. Het kabinet den Uyl draaide er niet om heen. Jos van Kemenade werd in dat kabinet in 1973 minister van Onderwijs & Wetenschappen. Hij ging dus over de kennis. En hij had er, zoals Wim Kan in een oudejaarsconferentie zei, ook voor doorgeleerd. Joop den Uyl haalde de jonge hoogleraar onderwijssociologie uit Nijmegen. Toen hij belde zei Jos, altijd bedachtzaam, “Minister, daar vraagt u me wat. Mag ik wat bedenktijd?” Waarop de beoogde premier, een tikje knorrig, zei: “Zal ik dan maar over een uurtje terugbellen?”

De wetenschapper ontpopte zich razendsnel tot een politieke bestuurder. Ideeën omzetten in werkelijkheid, dat ging het om. We weten echt al heel lang dat kinderen, die opgroeien in een gezin waar de ouders maar beperkte onderwijskansen kregen, met een achterstand de school binnenkomen. We weten dat een te vroege selectie talent onbenut laat. De hiërarchische opbouw van het voortgezet onderwijs versterkt de ongelijke deelname, de scheve verdeling van kansen.

Wat terug kijkend vooral opvalt is hoe de minister de dialoog met het onderwijs opzocht. Hij had weliswaar zijn opvattingen en die droeg hij ook nadrukkelijk uit. Maar hij was de eerste, en voorlopig ook de laatste, minister van onderwijs de een debat met alle betrokkenen aanging over de toekomst van het hele onderwijs. Zijn discussienota ‘Contouren van een toekomstig onderwijsbestel’, kortweg ‘de Contourennota’ ging naar alle scholen, alle ouderorganisaties, de onderwijsvakbonden. De staatsdrukkerij maakte overuren. De nota leidde tot een hartstochtelijk debat. De minister stond elke avond wel ergens in een zaaltje.

Als het onderwijsbeleid van de vorige eeuw beschreven wordt zal blijken dat er een periode was vòòr van Kemenade en de tijd erna. Wie nu de Contourennota ter hand neemt, een kleine halve eeuw later, zal verbaasd zijn over actualiteit van de agenda die er in wordt beschreven. Dat is een groot compliment voor van Kemenade, maar het zegt ook iets over het onvermogen van de onderwijspolitiek om structurele hervormingen door te voeren, aan consensus te bouwen voor de langere termijn.

Jos was nog maar een half jaar minister of hij stond al op de stoep van het Groninger stadhuis. Ons linkse College was een jaar onderweg, ons onderwijsbeleid stond nog in de grondverf. De minister was 37, de wethouder 27. “Jongens waren we – maar aardige jongens. Al zeg ik ’t zelf.” (Nescio). Wat vanaf die dag begon was een persoonlijke vriendschap die tegelijk politieke kameraadschap was. Een schaars goed in en buiten de partij.

Kleuteronderwijs en lagere school werden basisschool, de aandacht voor onderlinge verschillen van kinderen groeide, net als de bestrijding van achterstanden. Algemeen aanvaarde pedagogische noties en bewuste keuzes om gelijkheid van kansen te versterken gingen hand in hand.  Waar de nieuwe basisschool een breed gedragen concept bleek, sloeg bij de voorstellen voor de hervorming van het voortgezet onderwijs politiek de vlam in de pan. Werd nog wel breed erkend dat een min of meer definitieve schoolkeuze op twaalfjarige leeftijd te vroeg was, de keuze van het kabinet den Uyl voor een middenschool voor 12 tot 16 jarigen stuitte op fel en hardnekkig verzet. Die te vroege keuze, de te scherpe scheiding tussen beroeps- en algemeen vormend onderwijs, de aansluiting die Jos zocht bij de nieuwe basisschool, maakte dat hij een echte hervorming noodzakelijk vond. Of je nu later met je handen of met je hoofd ging werken, er was een bredere basis nodig voor alle leerlingen. Het debat werd, vooral van VVD-zijde als snel vergiftigd, een Telegraafkop uit die tijd luidde: “VVD schrikt van onderwijsplan: Socialistisch spuitje bedreigt schooljeugd.”

Het is eigenlijk nog een wonder dat er in dit politieke klimaat experimenten plaats konden vinden in het land met zulke heterogene, brede middenscholen, o.a. in Amsterdam – Zuid Oost en in Groningen. Die scholen lieten zien dat, net als in het basisonderwijs leerlingen met verschillende capaciteiten en interesses bijeen gehouden konden worden, waardoor niet al op twaalfjarige leeftijd hun toekomst feitelijk hoefde te worden vastgelegd. Er was uiteindelijk in het parlement geen meerderheid voor algehele invoering.

Jos heeft het nog meegemaakt dat vrij recent onderwijsorganisaties opnieuw het debat openden hoe we een te hiërarchisch onderwijssysteem zo kunnen inrichten dat het alle leerlingen eerlijke kansen biedt. Hij hoopte dat ook de PvdA het debat opnieuw niet zou schuwen. Als het dan niet met een geheel nieuw schooltype zou kunnen, dan zou de basisschool tenminste met twee jaar kunnen worden verlengd. Een voorstel van hem en mij haalde het bij de opstelling van ons vorige verkiezingsprogramma niet.

Door de ongekende felheid van het middenschooldebat lijkt het nu (ook in de herdenkingsartikelen deze dagen) alsof Jos van Kemenade vooral de man van de middenschool was. Dat was hij ook. Maar zijn onderliggende drijfveren waren niet alleen kansengelijkheid, brede toerusting voor iedereen. Door al zijn opvattingen, voorstellen en publicaties liep een rode draad: emancipatie. Van zijn proefschrift “De katholieken en hun onderwijs” tot zijn enorme inzet voor de moedermavo, de volwasseneneducatie, de Open Universiteit, het onderwijsvoorrangsbeleid, altijd ging het om toerusting, volwaardig deel kunnen nemen. Het waren die paar woorden die boven de samenvatting van de Contourennota stonden die hem in essentie kenmerkten: meer mensen mondig maken.

Hij was ten diepste met de democratie en de publieke zaak verbonden. Ook toen hij geen minister meer was. Wanneer het me in onze oppositiebankjes te weinig productief werd, zei ik een keer: “Jos, ik geloof niet dat ik hier gelukkig word.” Zijn antwoord tekende zijn plichtsbesef: “Jacques, het is niet de functie van de Tweede Kamer der Staten Generaal om jouw gelukkig te maken.”

Toen hij uiteindelijk de landelijke politiek verliet, de universiteit van Amsterdam ging leiden, vervolgens burgemeester werd van Eindhoven, Commissaris van de Koningin in Noord-Holland, voorzitter van de Raad voor het Openbaar bestuur, steeds opnieuw zocht hij de volle democratie, niet alleen voor wie er voor doorgeleerd had. Als voorzitter van Nederlands Centrum voor Buitenlanders bleef hij zich inzetten voor het volwaardig kunnen deelnemen van migranten en hun kinderen. Nederlands leren, natuurlijk. Maar ook respect voor hun identiteit. Wat katholieken had geholpen bij hun emancipatie, vrijheid van onderwijs en vrijheid van godsdienst, mag islamitische Nederlanders niet worden onthouden.

Hij leefde en dacht met me mee. Toen ik staatssecretaris van onderwijs werd en opnieuw probeerde door de invoering van de basisvorming het onderwijsgebouw aan de leerlingen aan te passen, in plaats van andersom. En leed me mee toen opnieuw bleek, na mijn vertrek van O&W,  dat de onderwijspolitiek het funderend onderwijs geen perspectief kon bieden. Verkregen consensus verdampte in opnieuw oplaaiende politieke strijd.

Als fractievoorzitter tijdens het eerste kabinet Kok, kon ik altijd bij hem terecht. Solidair waar het kon, maar kritisch waar het moest. A man for all seasons.

En geleidelijk kwamen er de jaren waarin hij van uiterst actief deelnemer, betrokken toeschouwer werd. Minister van Staat. Maar ook, zoals zo velen, met de beperkingen van een ouder worden lijf. Na de dood van Annie, zijn vrouw, vond hij het zwaar. Maar zijn geest bleef helder. We keken samen niet alleen vaak terug, maar hij bleef een baken voor progressieve politiek, voor gelijkberechtiging, voor een sociaal-democratie die weerbaar moest zijn, radicaal om fundamentele ongelijkheid te bestrijden. En hij bleef de intelligente, constructieve man met veel humor. Leermeester en inspirator.

 

Jacques Wallage.

https://www.pvda.nl/nieuws/jos-van-kemenade-een-leven-vol-van-onderwijs/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

https://www.pvda.nl/nieuws/jos-van-kemenade-een-leven-vol-van-onderwijs/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

Ieder kind telt mee

PvdA PvdA Nederland 06-02-2020 10:05

Door Kirsten van den Hul op 6 februari 2020 Delen  

Verhalen over kinderen die te horen krijgen dat er voor hen geen plek is op school, verhalen van ouders die moeten leuren met hun kind, en telkens voor dichte deuren komen te staan. Verhalen van ouders die zouden willen klagen maar niet weten waar, want de klachtenprocedure loopt via dezelfde kanalen als waar de klacht over gaat.

Dat niet ieder kind het onderwijs en de zorg krijgt waar het recht op heeft is simpelweg onacceptabel in een rijk land als Nederland. Want elk thuiszittend kind is er één te veel. En het ergste is nog: het aantal thuiszittende kinderen is alleen maar gestegen.

Kinderen verdienen iemand die naast ze gaat staan

Deze kinderen en hun ouders verdienen iemand die naast ze gaat staan. Ze weer vertrouwen geeft. Meedenkt en oplossingen aandraagt. In plaats daarvan zien we dat kinderen en gezinnen, maar ook scholen, leraren en hulpverleners, vaak verstrikt raken in een bureaucratische jungle. Soms met meldingen bij Veilig Thuis aan toe.

Bovendien zijn er grote regionale verschillen. Waar je in de ene gemeente wel vervoerskosten of extra zorgkosten vergoed krijgt, moet je die een paar kilometer verderop zelf betalen. Daarom pleiten wij voor een landelijk niveau van basisondersteuning. Zodat voor scholen, ouders en leraren duidelijk is welke ondersteuning geboden moet worden en de verschillen minder groot worden.

Het lerarentekort heeft desastreuze gevolgen voor kansengelijkheid

En dan is er nog altijd het groeiende lerarentekort. Een tekort dat leidt tot een crisis in ons hele onderwijs met desastreuze gevolgen heeft voor de kansengelijkheid. Het is dan ook geen verrassing dat deze onderwijscrisis het hardst aankomt in het speciaal onderwijs. Bij de scholen waar de meest kwetsbare kinderen op zitten, of liever gezegd: zouden moeten zitten. Het zijn schokkende cijfers: 18 procent van de voortgezet speciaal onderwijsscholen en 14 procent van de speciale basisscholen heeft momenteel kinderen op een wachtlijst staan.

We moeten deze onderwijscrisis stoppen. Door nu structureel te investeren. De loonkloof te tussen basisonderwijs en voortgezet onderwijs te dichten en de werkdruk te verminderen. En daarbij hoort ook dat we de leraren in het voortgezet speciaal onderwijs overhevelen naar de cao die voor het voortgezet onderwijs geldt. En niet, zoals nu het geval is, laten zitten in de cao voor het basisonderwijs. Want ieder kind moet zeker zijn van onderwijs en een leraar.

 

 

Tweede Kamerlid

https://www.pvda.nl/nieuws/ieder-kind-telt-mee-3/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

Kabinet moet nú investeren in onze toekomst

PvdA PvdA VVD D66 CDA Nederland 15-06-2019 08:51

Door Lodewijk Asscher, Kirsten van den Hul op 15 juni 2019 Delen  

Iedere dag gaan vele bevlogen en betrokken leraren naar hun werk. Om les te geven aan onze kinderen. Maar ze zijn met steeds minder.

Over een paar jaar heeft het onderwijs maar liefst 4200 onvervulde vacatures. Een groeiend probleem dat een hele generatie dreigt te raken.

Er worden wekelijks klassen naar huis gestuurd. Simpelweg omdat er geen leraar te vinden is.

Het kabinet trok extra geld uit, maar er is meer nodig om het tij te keren. Leraren en ouders kwamen de afgelopen tijd meermaals in actie. Er waren stakingen en een massale demonstratie van 40.000 mensen op het Malieveld. Tegen de te hoge werkdruk, en voor extra investeringen. De werkdruk blijft te hoog. Er ontstaan noodgedwongen vierdaagse schoolweken en er worden wekelijks klassen naar huis gestuurd. Simpelweg omdat er geen leraar te vinden is.

En dat lerarentekort raakt vooral de kinderen die al minder kansen hebben. Juist hun scholen hebben steeds meer moeite een goede leraar te vinden. De groeiende kansenongelijkheid in onze samenleving wordt door het lerarentekort alleen maar versterkt.

Aanstaande maandag zullen wij voorstellen doen waar leraren, ouders en kinderen iets aan hebben.

Het kabinet is sinds vorige week haar meerderheid in de Eerste Kamer kwijt, maar lijkt dit nog niet te beseffen. Aanstaande maandag zullen wij voorstellen doen waar leraren, ouders en kinderen iets aan hebben. Daarbij hoort in elk geval het dichten van het salarisverschil tussen het primair en voortgezet onderwijs en een eerlijker beloning voor leraren in het voortgezet speciaal onderwijs. We hopen daarmee coalitiepartijen D66, VVD, CDA en CU te overtuigen dat we nu in actie moeten komen. Zodat ieder kind zeker is van een eerlijke start, en dat begint bij een goede leraar voor de klas.

Herken jij dit en vind je ook dat er meer moet gebeuren? Deel dan dit bericht!

Getekend,

Lodewijk Asscher Kirsten van den Hul

Tweede Kamerlid

Tweede Kamerlid

Hardere aanpak taalachterstanden bij kinderen bittere noodzaak

SP SP GroenLinks PvdA Nederland 13-06-2019 11:51

SP-Kamerlid Peter Kwint stelt voor te kijken of de leerplicht kan worden aangepast voor kinderen met een taalachterstand. Zij zouden dan al voor hun vierde naar een voorschool gaan. Kwint: 'Een rigoureuze maatregel ja. Maar we zien nu dat kinderen die met een taalachterstand aan school beginnen vaak hun leven lang tegen achterstanden moeten knokken. Dan moet je niet wachten tot een kind vier is, maar kiezen voor het belang van dat kind en kijken of de voorschool op de kinderopvang al eerder problemen kan voorkomen.'

Steeds meer kinderen hebben problemen met de Nederlandse taal. Maar liefst 18% van de 14-jarigen in Nederland is de facto laaggeletterd en dit percentage neemt alleen maar toe. Ook heeft maar liefst 1 op de 3 basisscholen in Nederland het taalonderwijs niet op orde. Kwint: 'Laaggeletterdheid draag je je hele leven met je mee. Je hebt problemen met solliciteren, met het invullen van formulieren en het lezen van belangrijke brieven. Daarnaast hoor je vaak van laaggeletterde mensen dat ze gebukt gaan onder schaamte en alles doen om te verbergen dat ze niet zo goed kunnen lezen en schrijven. Je moet zoveel als mogelijk doen om kinderen deze ellende te besparen.'

Nu al kunnen kinderen na een indicatie van een Ouder- en Kindcentrum gebruik maken van voorschoolse lessen in de kinderopvang. Maar daar moeten ouders een eigen bijdrage voor betalen en de deelname is niet verplicht. Kwint: 'Eerder hebben we samen met PvdA en GroenLinks voorgesteld om deze voorschool gratis te maken. Daar profiteert het kind van en daar profiteert op termijn de hele samenleving van. Maar dan nog heb je geen zekerheid dat een kind ook echt naar die voorschool toegaat. Daarom moet het kabinet onderzoeken wat je zou moeten veranderen aan de leerplicht om ervoor te kunnen zorgen dat kinderen de best mogelijke voorbereiding krijgen voor ze naar school gaan. Om te voorkomen dat ze een leven lang tegen achterstand moeten knokken.'

Kinderen die nooit op de voorschool ...

PvdA PvdA Nederland 13-03-2019 15:19

Kinderen die nooit op de voorschool zijn geweest hebben vaak een achterstand op taalgebied. Juíst deze kinderen hebben de voorschool nodig. Juf Erni maakt zich zorgen over de staat van het onderwijs. Kom net als Erni naar de onderwijsstaking op het Malieveld. ➡️ bit.ly/2UAXots

Een school die kinderen opsluit in ...

PvdA PvdA Nederland 13-03-2019 11:00

Een school die kinderen opsluit in een parallelle samenleving heeft hen uiteindelijk niks te bieden. Daar mag de onderwijsvrijheid nooit toe leiden. Je wil zeker zijn dat een school altijd een plek is waar kinderen kunnen dromen en ze onze ononderhandelbare basiswaarden meekrijgen. Lees hier over onze voorstel om artikel 23 te wijzigen 👉 https://www.pvda.nl/nieuws/pas-na-100-jaar-artikel-23-van-de-grondwet-aan/

Pas na 100 jaar artikel 23 van de grondwet aan

PvdA PvdA Nederland 13-03-2019 07:23

Door Lodewijk Asscher op 13 maart 2019 Delen  

Dat op die school salafistische aanjagers actief waren en kinderen denkbeelden probeerden mee te geven die ingaan tegen de rechtsstaat en tegen de democratie. Dat bestuurders van de school banden hadden met een terreurorganisatie.

De gemeente eiste het vertrek van het schoolbestuur. Verschillende islamitische organisaties sloten zich daar bij aan. Het kabinet kondigde onderzoek en wetswijziging aan.

Maar de school is nog open en het bestuur zit er nog.

We moeten de gemeente Amsterdam steunen en afdwingen dat het bestuur opstapt.

Wat mij betreft kunnen we deze situatie niet accepteren. We moeten de gemeente Amsterdam steunen en afdwingen dat het bestuur opstapt. De financiering moet kunnen worden gestopt. Daarnaast moet de gemeente in het geval van een concrete noodsituatie direct kunnen ingrijpen. Door hen de bevoegdheid te geven scholen direct te sluiten als er aanwijzingen zijn voor banden met terroristische organisaties.

Maar we moeten ons ook afvragen hoe het zo ver heeft kunnen komen.

Al jaren probeert de gemeente Amsterdam – al sinds ik er wethouder was – deze school tegen te houden. Maar de schoolleiding won uiteindelijk de rechtszaak. De overheid stelt immers eisen rondom de kwaliteit van het onderwijs, maar niet aan de democratische vorming op die school.

Het is de hoogste tijd om artikel 23 te moderniseren.

De rechter verwijst naar artikel 23 van onze grondwet – de vrijheid van onderwijs. Dat is een groot goed. Ontstaan uit een beroemd compromis: de pacificatie van 1917. De confessionelen kregen financiering van scholen op een religieuze grondslag, de sociaaldemocraten en liberalen kregen het algemeen mannenkiesrecht. Twee jaar later gevolgd door het algemeen vrouwenkiesrecht. En zo ontstond een uniek systeem van particuliere scholen met een specifieke religieuze of levensbeschouwelijk oorsprong, maar betaald door de Staat.

Dat is bijna honderd jaar geleden. En we zien dat dit grondwetsartikel ook misbruikt kan worden. Ik heb er niks op tegen als een school gesticht is vanuit een bepaalde levensbeschouwing. Maar je wil zeker zijn dat een school altijd een plek is waar kinderen kunnen dromen. Waar hun horizon wordt verbreed. Waar ze onze basiswaarden meekrijgen. Waarden die niet onderhandelbaar zijn. Zoals de gelijkheid van mannen en vrouwen. En van homo’s en hetero’s. Een plek waar ze worden voorbereid op een leven in onze diverse, open en vrije samenleving.

Gelijke kansen en het recht op onderwijs moeten de nieuwe basis vormen.

Het is de hoogste tijd om artikel 23 te moderniseren. Een school die kinderen opsluit in een parallelle samenleving heeft hen uiteindelijk niks te bieden. Daar mag de onderwijsvrijheid nooit toe leiden. Gelijke kansen en het recht op onderwijs moeten de nieuwe basis vormen.

 

Tweede Kamerlid

Laat hoop weer zegevieren!

PvdA PvdA Nederland 21-01-2019 17:05

Door Lodewijk Asscher op 21 januari 2019 Delen  

Een van de dingen die ons optimistisch maken, is hoe de volgende generatie naar de wereld kijkt. Is plastic een probleem, dan gaat groep zes voor een opruimactie! Wat willen we later worden: profvoetballer, dokter, danser! Bij kinderen staan tussen droom en daad nog geen wetten in de weg of praktische bezwaren. Kinderen delen een aanstekelijk enthousiasme over de toekomst, alsof ze ergens een magische hoop-put kunnen aanboren die voor volwassenen gesloten is. Wat alle ouders dan weer delen, is de hoop dat de volgende generatie een eerlijke kans krijgt op een mooie toekomst. Dat willen we immers allemaal voor onze kinderen.

Een eerlijke kans, een mooie toekomst. Het blijft voor veel kinderen in Rotterdam helaas bij dromen. Een op de vier kinderen in Rotterdam groeit op in armoede. Dat zijn er gemiddeld meer dan zeven in elke klas. Het betekent vaak dat je niet mee kunt doen, dat je achterblijft zonder dat het jouw schuld is. Voor die kinderen is er nu geen eerlijke kans op een mooie toekomst.

Voor die kinderen is er nu geen eerlijke kans op een mooie toekomst.

Daarbij komt dat er in Rotterdam scholen zijn waar problemen zich opstapelen, en scholen waar het tegenovergestelde gebeurt. In Kralingen staan twee basisscholen nog geen zeshonderd meter van elkaar. De een biedt openbaar onderwijs en geen wachtlijst, de ander bijzonder onderwijs met wachtlijst. Op de openbare school gaat een op de tien kinderen naar het vwo, op de bijzondere school is dat zes keer (!) zoveel.

Dit voorbeeld staat helaas niet op zichzelf. Naast wachtlijsten wordt ook de ‘vrijwillige ouderbijdrage’ misbruikt om mee te selecteren. De bijdrage blijkt vaak helemaal niet zo vrijwillig en in Rotterdam verschilt deze bijdrage enorm tussen verschillende scholen. Op vrijwel alle basisscholen schommelt de bijdrage rond 50 euro, maar dit getal loopt op naar ruim 800 euro. Op een school met een vrijwillige ouderbijdrage van 828,50 euro per jaar gaan alle kinderen naar havo of vwo, waar dat bij een andere basisschool – in dezelfde straat – nog niet de helft van de kinderen is, net als in de rest van Rotterdam. De scores op de Cito- of eindtoets van basisscholen met een ouderbijdrage van minimaal zeven keer het gemiddelde, zitten bizar ver boven het landelijk gemiddelde, waar Rotterdam net als andere grote steden als geheel onder het landelijk gemiddelde zit.

We zien ook dat veel scholen voor bijzonder onderwijs met een specifiek profiel, algemeen of religieus, nauwelijks kinderen aannemen die speciale aandacht nodig hebben. Of het nou gaat om leerlingen die ‘passend onderwijs’ volgen in het reguliere onderwijs of doorverwezen worden naar het speciaal onderwijs: praktisch al die kinderen worden in Rotterdam opgevangen door het openbaar onderwijs of de grotere schoolbesturen voor bijzonder onderwijs. Simpel gezegd: scholen die al flink selecteren met hun wachtlijsten en hun vrijwillige ouderbijdrage, die laten de hele maatschappelijke problematiek van zorgleerlingen lekker aan de anderen. Dat leidt maar af van hun klinkende Cito-scores.

In een rijk land als Nederland moet het niet mogen uitmaken naar welke basisschool je gaat voor de kansen die je krijgt.

Dat moet anders. In een rijk land als Nederland moet het niet mogen uitmaken naar welke basisschool je gaat voor de kansen die je krijgt. Dat is geen dagdromerij, want ondanks de genoemde problemen, is Rotterdam ook de stad van de oplossingen. Zoals we dat kennen in Rotterdam: samen de schouders eronder.

Er is in 2015 gekozen voor een aanpak met wijknetwerken. Een paar jaar geleden nam het openbaar onderwijs zo ongeveer de hele verantwoordelijkheid op zich voor kinderen die extra aandacht nodig hadden. Daarom gingen alle grote scholenbesturen, van openbaar tot bijzonder, om de tafel. Met als doel: de zorgleerlingen gelijk over de reguliere scholen in een wijk te verdelen. Die wijkaanpak heeft succes gehad. Omdat deze grotere schoolbesturen bereid waren mee te bewegen en samen te werken. Om met die aanpak door te gaan is een grondwetswijziging nodig, want scholen die selecteren, kunnen zich nu nog verschuilen achter artikel 23 van de grondwet.

Daarom willen wij de grondwet aanpassen met een leerrecht voor ieder kind, en met de plicht voor iedere school om ieder kind op gelijke voet te accepteren.

Daarom willen wij de grondwet aanpassen met een leerrecht voor ieder kind, en met de plicht voor iedere school om ieder kind op gelijke voet te accepteren. De grondwet kan dan niet meer misbruikt worden als excuus om selectiebeleid te voeren. Daarbij moet het onderwijs kosteloos worden aangeboden, zodat we bizarre excessen met ouderbijdragen kunnen voorkomen. De overheid en gemeenten krijgen met ons nieuwe artikel 23 de grondwettelijke opdracht voor gelijke kansen te zorgen. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat scholen en leraren extra middelen krijgen als er veel kinderen zijn die extra zorg nodig hebben.

Net zoals we in Rotterdam voor de zorg-leerlingen kozen voor een wijk-aanpak, zo moeten we een basisschool in de volle breedte zien als een Wijkvoorziening. Naast aanpassing van de grondwet moeten we daarom ophouden met dat fetisjisme rond schaalgrootte. Ouders zoeken vaak een basisschool in de eigen buurt. Juist een kleinere school is vaak de laagdrempelige wijkvoorziening. We moeten die koesteren. Als een school onder de opheffingsnorm komt, dan moeten we juist investeren in die school en aantrekkelijk houden. Niet bijvoorbeeld uitsluiten van renovatie en onderhoud, zoals nu helaas in Rotterdam de praktijk is. Het beeld bestaat dat de afgelopen jaren veel te veel kleinere basisscholen uit de wijk zijn verdwenen. We willen daarom dat het stadsbestuur een onderzoek doet naar de ontwikkeling van het aanbod van algemeen toegankelijk onderwijs en hoe de verspreiding over de stad zich de afgelopen tien jaar heeft ontwikkeld.

De alarmklokken zijn vaak genoeg geluid. Niemand kan het ontgaan zijn dat de tweedeling in het onderwijs in Nederland toeneemt. We moeten alles op alles zetten om scholen weer van en voor iedereen te maken. Dat betekent aanpassingen, tegen vastgeroeste overtuigingen en gevestigde belangen in. Maar wie zich laat aansteken door de hoop en de dromen van kinderen, die stapt daar overheen.

Tweede Kamerlid

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.