De komst van de nieuwe reclamezuilen heeft opnieuw tot commotie geleid. Ditmaal werd een historische peperbus uit 1906 van het Tournooiveld verwijderd, omdat deze niet meer zou passen naast een nieuw geplaatste reclamezuil, ook wel mupi genoemd. De verwijdering bleek ook nog eens illegaal te zijn, aangezien het gaat om een beschermd monument. De gemeente had hiervoor een vergunning moeten aanvragen, maar had dat niet gedaan, waarmee de verwijdering illegaal is. Raadslid Peter Bos van de Haagse Stadspartij heeft hierover schriftelijke vragen ingediend, onder het motto: “Welke gek heeft dit bedacht?”

Al geruime tijd lopen de gemoederen over de komst van de mupi’s hoog op. De aanbesteding bleek al in 2017 te zijn gestart zonder dat de raad en de stad op de hoogte waren. Meer dan 20 organisaties van bewoners en ondernemers uit de binnenstad hebben eerder al in een brandbrief fel geageerd tegen de plaatsing. Wethouder Richard de Mos liet weten dat de plaatsing gewoon door gaat, omdat de inkomsten van de gemeente (7 ton per jaar) anders in gevaar komen.

In de raad van 16 mei heeft Peter Bos een motie van treurnis ingediend over de gang van zaken, maar deze werd verworpen. De schriftelijke vragen moeten nog beantwoord worden.

Hieronder de bijdrage van Peter Bos in de commissie Bestuur van 18 april 2019 over de plaatsing van de mupi’s alsmede de schriftelijke vragen over de peperbus.

Voorzitter,

De Mupi’s, afkorting voor ‘mobilier urbain pour l’information’, die momenteel geplaatst worden in de stad, zijn nieuwe hypermoderne reclamezuilen met bewegend beeld. Gelet op de reacties in de stad kunnen deze mupi’s op weinig waardering rekenen. Meer dan 20 organisaties van bewoners en ondernemers hebben eerder al in een brandbrief fel geageerd tegen de plaatsing. Ook vandaag horen we dat van de vele insprekers. De opdringerige commercialisering van de buitenruimte door de mupi’s is veel mensen een doorn in het oog. Een groot bezwaar is ook dat ze niet passen in het stadsbeeld, met name bij de historische uitstraling van de binnenstad. De HSP is het daarmee eens.

Maar dat is niet het enige punt. Wat voor de Haagse Stadspartij daarnaast nog een grote misser is, is het feit dat er totaal geen overleg is gevoerd met de stad. Sterker nog, zelfs de raad is gepasseerd. Zo is de aanbesteding gestart op 13 juli 2017, terwijl de concept-nota Buitenruimte nog niet eens in de inspraak was gebracht en ook nog niet naar de raad was gestuurd.

In die Nota Buitenruimte is verzwegen dat de aanbesteding van de reclamezuilen al was gestart. We zijn gewoon bewust misleid en dat vind ik kwalijk. En niet alleen de raad, maar de hele stad. De vorige wethouder heeft dit op z’n geweten, en dat neem ik hem zeer kwalijk.

We hebben nu een andere wethouder die tevens ombudsman is. Daar verwacht je dan grote wonderen van, maar wat een afknapper. Meneer de Mos zegt doodleuk dat hij niets meer kan doen, omdat de contracten al zijn afgesloten.

Ik begrijp daar niets van. In de Reclamenota die als toetsingskader dient staat bijv.:

“Reclames kunnen bijdragen aan de kwaliteit van het historisch centrum, wanneer zij zich voegen in het (historische) karakter, wanneer zij zich voegen in de kleinschaligheid en de kwaliteit van de architectuur. Reclames stellen zich in aantal en omvang terughoudend in het straatbeeld op, waarbij zij zodanig zijn gesitueerd dat zij geen obstakels vormen.”

Kan het college aangeven of deze belangrijke passage uit de Reclamenota als eis in de aanbestedingdocumenten is opgenomen? En zo ja, waar precies?

Zitten we vast aan de aanbesteding? Nee. In het Programma van Eisen van de Aanbesteding staat het volgende:

“De gemeente Den Haag behoudt bij nakoming van de overeenkomst haar bevoegdheden tot publiekrechtelijke rechtshandelingen.”

Dit betekent dat de gemeente het recht behoudt om vergunningen te weigeren zelfs als er een overeenkomst is afgesloten. Waarom heeft het college geen gebruik gemaakt van haar publiekrechtelijke bevoegdheid? Het is toch zonneklaar dat het college het recht heeft om vergunningen te weigeren als ze in strijd zijn met de kaders?

In de brief van de wethouder wordt geschermd met mogelijke schadeclaims van tientallen miljoenen euro’s als we van de mupi’s af willen. Wat een onzin en wat een minachting van de raad. Vindt deze wethouder het nu echt nodig om ons bang te maken en onder druk te zetten? Het enige gevolg van een geweigerde vergunning is dat er een vervangende locatie gezocht moet worden, en als die er niet is hoeft JC Decaux minder geld af te dragen aan de gemeente. Kan de wethouder uitleggen waarom hij al bij voorbaat op z’n rug gaat liggen voor claims van Decaux?

Hoeveel ontvangt de gemeente voor dit contract? Volgens de gunning is de waarde van de concessie 5,7 miljoen voor een periode van 8 jaar. Dat gaat om 712.500,- per jaar. Oftewel 8.000 euro per mupi. Is dat juist?

Schriftelijke vragen: Verwijderen gemeentelijk monument Peperbus

Indiener: Peter Bos, Haagse Stadspartij

Datum: 17-05-2019

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Op AD.nl verscheen op 16 mei 2019 een artikel over het verwijderen van een gemeentelijke monument uit het straatbeeld aan het Tournooiveld (zie bijlage).

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Peter Bos  de volgende vragen:

1) Is het college bekend met het verwijderen van de peperbus aan het Tournooiveld?

2) Volgens het artikel stelt de woordvoerder van de gemeente dat de historische peperbus wordt afgevoerd vanwege de plaatsing van een digitale mupi op dezelfde locatie. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

3) Welke gek heeft bedacht dat er een mupi geplaatst moet worden op de plek van de historische en wettelijke beschermde peperbus?

4) Welke afdelingen en adviesorganen zijn betrokken geweest bij dit specifieke geval?

5) Is er een vergunning aangevraagd voor het verwijderen, afvoeren en/of verplaatsen van dit gemeentelijk monument zoals is voorgeschreven in artikel 9 van de Monumentenverordening Den Haag? Zo nee waarom niet?

6) Als er geen vergunning is aangevraagd dient volgens de Wabo gehandhaafd te worden. Hoe gaat het college dit handhaven?

7) Volgens artikel 2.2, eerste lid, onder b, Wabo is in dit geval sprake van een economisch delict. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

8) Gaat het college aangifte doen van het zonder vergunning verplaatsen van de peperbus? Zo nee, waarom niet?

9) Is er al een vergunning verleend voor het plaatsen van deze mupi? Zo nee, waarom niet?

10) Is het college het eens met de stelling dat het historische erfgoed in de binnenstad bijdraagt aan het karakter van de binnenstad en gekoesterd moet worden? Zo nee, waarom niet?

11) Is het college bereid om deze historische vergissing te herstellen en de peperbus zo spoedig mogelijk op zijn oorspronkelijke locatie terug te zetten? Zo nee, waarom niet?

Peter Bos