Nieuws van politieke partijen over Keerpunt 2010 inzichtelijk

2 documenten

Hoe Breng je een scheepswerf om zeep?

Keerpunt 2010 Keerpunt 2010 CDA Grave 04-04-2019 06:04

GraverMaat: Aanvulling. Keerpunt 2010 heeft vandaag aan de griffier gevraagd wanneer onze vragen over de scheepswerf beantwoord worden. Op 8 maart stelden we al een tiental schriftelijke vragen.

Door de uitspraak van het Gerechtshof Den Bosch van 19 febr. 2019 is er eindelijk juridische duidelijkheid gekomen in het conflict tussen de gemeente Grave en de curator van de failliete Graafse scheepswerf. De uitspraak van het hof is klip en klaar: de gemeente is schuldig aan het faillissement van de werf en zal moeten dokken. Uit het vonnis van het hof is af te leiden dat raad en college in 2011 doelbewust hebben aangestuurd op een belemmering van de bedrijfsvoering van de werf.

Kwalijk daarbij is dat de Graafse overheid de eigenaar van de werf door wethouder Daandels publiekelijk werd geschoffeerd door deze een slechte en onbetrouwbare ondernemer te noemen.

In het vonnis van het gerechtshof is te lezen dat de werf in vergevorderde onderhandeling was met rederij Viking River Cruises voor het leveren van twee cruiseschepen met een lengte van 135 meter. De gemeente blokkeerde dit. Zij hield vast aan het eigen bestemmingsplan waarin een maximale lengte van 110 meter was opgenomen in de wetenschap nota bene dat al vanaf 2009 wettelijk een lengte van 135 meter was toegestaan. Daarvoor wilde de gemeente geen vergunning geven.

Gezien de problemen rond de vergunningverlening voor het bouwen van schepen langer dan 110 meter dreigde een failliet van de werf. Daarop werd in de raadsvergadering van 20 december 2011 door een raadsmeerderheid een motie aangenomen om de bouw van cruiseschepen met een lengte van 135 meter te gedogen. Deze gedoogconstructie beoogde een definitieve regeling voor het bouwen van schepen tot 135 meter in het vooruitzicht te stellen. Saillant: de twee LPG-raadsleden Henisch en Vollenberg steunden deze motie niet Kennelijk zagen ook zij liever een definitieve ondergang van de werf.

Daarmee stelde de LPG zich achter de toenmalige CDA-wethouder Daandels die lak had aan de motie en deze niet uitvoerde. Hij hield vast aan een maximale lengte van 110 meter. Daarmee kwam het zwaard van Damoclesboven de scheepswerf te hangen. Er was geen enkel zicht op een bestendige voortzetting van het bedrijf. De aanvraag voor een faillissement was dan ook een logische stap. De uitspraak van het gerechtshof op 19 febr. 2019, bevestigt dat.

Door het onrechtmatig handelen van het Graafs politiek bestuur, om toch een lengtebeperking van 110 meter in het ontwerpbestemmingsplan op te nemen, kwam de werf direct in financiële problemen.

Bij een dreigend faillissement wordt door de rechtbank een curator aangewezen die op basis van strikte onafhankelijkheid tot taak heeft het op (juridisch) correcte wijze afwikkelen van het faillissement en het verzamelen van zoveel mogelijk geld waarmee geheel of gedeeltelijk de schuldeisers kunnen worden betaald.

Daarnaast zal de curator ook onderzoeken of sprake is van

• Bestuurdersaansprakelijkheid vanwege wanbeleid van de werfdirectie,

• Of voorafgaand aan het faillissement activa van de onderneming zijn verduisterd, dan wel bepaalde schuldeisers zijn bevoordeeld.

Het vonnis van het Gerechtshof, maakt duidelijk dat er geen sprake was geweest van wanbeleid of slecht ondernemerschap of dat door de eigenaar doelbewust was aangestuurd op een faillissement van de werf zoals door een deel van de raad en het college publiekelijk werd gesuggereerd. De teloorgang van de werf is volledig toe te schrijven aan het wanbeleid van de gemeente. Zo spreekt het hof van een “vertraging van het vergunningstraject”. Het niet op tijd (willen?) verlenen van een vergunning voor het bouwen van schepen van 135 meter.

Op nog andere wijze schemert door dat de gemeente van de scheepswerf af wilde. De gemeente lag jaren met de projectontwikkelaar van het Wisseveld overhoop. Het geschil kostte de Graafs gemeenschap 12 miljoen euro. Er waren heimelijke afspraken met GBB, de projectontwikkelaar van het Wisseveld. Een van de afspraken was “geen uitbreiding scheeppswerf” zo valt o.a. op te maken uit een vertrouwelijk document van B&W van 30 januari 2012.

Zo’n stiekeme (onrechtmatige) afspraak met een projectontwikkelaar plaatst het faillissement van de werf in een ander daglicht. Het geeft voeding aan de gedachte dat de gemeente doelbewust aanstuurde op een koude sanering van de werf om de GBB te behagen.

Het lijkt ons dat een onafhankelijk onderzoek door de Rekenkam over deze en andere kwesties rond de teloorgang van de werf uitsluitsel moet geven.

Financieel Dagblad over uitspraak Gerechtshof.

Keerpunt 2010 Keerpunt 2010 Grave 22-02-2019 10:04

Het gerechtshof in Den Bosch heeft de Brabantse gemeente Grave aansprakelijk gesteld voor het faillissement in 2012 van de plaatselijke scheepswerf Grave. Het hof heeft een vonnis uit 2016 vernietigd van de rechtbank Oost-Brabant, waarin de rechter juist stelde dat de gemeente niet hoefde op te draaien voor de schade van de scheepswerf.

Wethouder Ben Peters van Grave (verkeer en vervoer) maakte dinsdag in een brief aan de gemeenteraad het volgens hem ‘zeer teleurstellende nieuws’ bekend. De uitspraak van het hof kan de Brabantse gemeente enkele miljoenen euro’s gaan kosten. De gemeente Grave beraadt zich momenteel op de situatie of bij de Hoge Raad in cassatie wordt gedaan tegen het vonnis van het gerechtshof.

Gemeente wilde bestemmingsplan niet wijzigen

Scheepswerf Grave ging op 8 mei 2012 failliet na een jarenlang conflict met de gelijknamige gemeente. Als gevolg van het faillissement verloren circa zestig mensen hun baan. Volgens de Udense curator Remco Michielsen was de gemeente verantwoordelijk en aansprakelijk voor het faillissement en voor het ontstane boedeltekort van circa € 2 mln.

Toenmalig eigenaar Robert van Kessel had bij de gemeente een vergunning aangevraagd voor de bouw van schepen met een lengte van 135 meter. Op de werf werden alleen schepen tot een lengte van 100 meter gebouwd. Provincie en Rijkswaterstaat hadden geen problemen met de bouw, maar de gemeente ging dwars liggen. De gemeente wilde het bestemmingsplan niet aanpassen en door het uitblijven van de vergunning haakten opdrachtgevers en financiers af.

Voor Van Kessel restte weinig anders dan een faillissement aan te vragen. In 2014 stelde de Raad van State de failliete Brabantse scheepswerf alsnog in het gelijk. Maar voor de voormalig eigenaar van de scheepswerf kwam de uitspraak als mosterd naar de maaltijd. De kwestie kwam in 2012 landelijk in de publiciteit nadat toenmalig minister Maxime Verhagen van Economische Zaken had besloten zich met de zaak te bemoeien. Een faillissement kon hij echter niet voorkomen.

Curator Michielsen probeerde in 2015 nog een schikking te treffen met de gemeente, maar die voelde daar niets voor. Vervolgens daagde de curator de gemeente voor de rechter, maar de rechtbank Oost-Brabant wees in 2016 de eis van de curator af. In hoger beroep heeft het hof nu alsnog bepaald dat de gemeente ‘onrechtmatig’ heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de schade. De omvang daarvan wordt bepaald in een aparte, gerechtelijke procedure.

Van Kessel is blij met de uitspraak van het gerechtshof, omdat volgens hem nu recht is gedaan. Maar hij zal niets van zijn investeringen terug zien. Als voormalig aandeelhouder heeft hij geen recht op geld uit de boedel, dat gaat naar de schuldeisers. Die hadden eerder voor bijna € 2 mln aan vorderingen bij de curator ingediend, terwijl de fiscus nog een preferente vordering heeft van ruim € 300.000. Van Kessel wil wel proberen in een separate gerechtelijke procedure bij de gemeente schade te claimen.

Voormalig eigenaar Van Kessel begon enkele jaren geleden met enkele medewerkers een nieuw bedrijfje, 3D Ship Engineering, waarmee hij projecten voor de scheepsbouw ontwikkelt. Bij het bedrijf werken inmiddels negen mensen, voornamelijk werkzaam op de tekenkamer.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.