Nieuws van politieke partijen in Nederland inzichtelijk

14 documenten

Reactie D66 op berichten over Sidney Smeets

D66 D66 Nederland 14-04-2021 10:30

“Op woensdag 31 maart is er bij de partij een bericht binnen gekomen. Dit betrof een bericht over mogelijk ongewenst gedrag van Sidney Smeets in de periode voor zijn kandidatuur als Kamerlid. De melder had dit niet zelf ervaren, maar zei namens anderen te spreken. Sinds dat moment is er meermaals contact geweest met de melder om meer informatie te krijgen. Als eindverantwoordelijke voor integriteit in de vereniging laat ik me daarbij adviseren door het recent ingestelde Team Verantwoord Gedrag.

Samen met Sigrid Kaag heb ik op basis van die melding een indringend gesprek gehad met Sidney Smeets. Gisteren zijn ook via sociale media een aantal berichten over Sidney Smeets gedeeld. Die zijn voor de partij aanleiding geweest opnieuw het gesprek met hem aan te gaan.

Omdat we dit goed en zorgvuldig willen aanpakken, hebben we – conform de nieuwe werkwijze van de partij – besloten advies te vragen aan een intern onderzoeksteam. Zij zullen alle beschikbare informatie verzamelen en bevindingen op een rij zetten om te kunnen bepalen of er sprake is geweest van mogelijk ongewenste omgangsvormen of eventueel grensoverschrijdend gedrag.

Mochten er meer berichten bij onze vertrouwenspersonen of het landelijk bestuur binnen komen, dan zullen deze bij het werk van het onderzoeksteam worden betrokken.”

Adem uit Zwijndrecht

PvdA PvdA Nederland 26-06-2020 12:36

“6 jaar geleden studeerde ik in Tilburg en was ik op zoek naar een studentenwoning samen met twee van mijn klasgenotes. Toen wij eenmaal een woning hadden gevonden werden wij door de eigenaar uitgenodigd om het huurcontract, wat we al eerder hebben gezien, te ondertekenen. Op eerste gezicht een hele vriendelijke man en terwijl de dames als eerste contract mochten ondertekenen hadden we het over koetjes en kalfjes. Maar dan.. Toen ik aan de beurt was hield hij het huurcontract nog even vast en keek hij mij strak in de ogen aan en vroeg: "blow jij?" Ik was enorm verbaasd, maar dacht niet meteen aan racisme maar dat hij dit vast aan alle mannelijke bewoners vraagt. Dus ik gaf heel ongemakkelijk aan dat ik niet blowde. Vervolgens vroeg hij of ik een strafblad had. Wederom was ik verbaasd en ditmaal begonnen de dames te protesteren. Hij gaf aan dat dit vaak voorkomt bij mensen zoals ik. Mijn verbazing veranderde al gauw in schaamte, schaamte dat de dames dit mee moesten maken.

Twee dingen werden mij door dit voorval heel duidelijk. De eerste is, en hier word ik altijd droevig van, is dat ongeacht of ik hoog of laag opgeleid ben, of ik hier jaren woon en vloeiend Nederlands spreek en in wat voor sociale kring ik mij begeef, ik zal altijd door sommige beoordeeld worden puur op basis van mijn huidskleur. Daartegenover staan die twee dames die voor mij opkwamen symbool voor de 'stille meerderheid'. Pas als de stille meerderheid niet meer wegkijkt voor racisme en discriminatie en naast ons komt staan in de strijd tegen racisme, pas dan kunnen we het verslaan. Dan mijn voorstel: Het thema racisme moet een vaste plek in het onderwijs krijgen, op alle niveaus.

Discriminatie en racisme zit in de hoofden en harten van mensen. Wil je dat veranderen, dan moet je ermee aan de slag. Het onderwijs moet daar actief bij helpen.

https://www.pvda.nl/nieuws/adem-uit-zwijndrecht/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

https://www.pvda.nl/nieuws/adem-uit-zwijndrecht/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

Duidelijkheid nodig over coronaregels

PvdA PvdA Nederland 16-05-2020 05:56

Door Attje Kuiken op 16 mei 2020 Delen  

Iedere Nederlandse burger dient de wet te kennen. Maar in deze verwarrende coronatijden is dat steeds moeilijker. Hoewel het grote merendeel van de Nederlanders z'n best doet om zich aan de voorschriften te houden, is dat lang niet altijd makkelijk.

En dat heeft soms vergaande gevolgen. Jonge mensen die in het park afspreken en niet alleen een boete, maar ook een aantekening in de justitiële documentatie krijgen. In de volksmond ook wel bekend als een strafblad.

Of de huisgenoten in Leiden die een boete kregen omdat ze met z'n vijven op het balkon van hun studentenflat stonden. Een situatie waarin niemand meer weet wat nu wel mag en wat niet.

Dit is een uitzonderlijke tijd.

Laat helder zijn: dit is een uitzonderlijke tijd. De regels die horen bij ons nieuwe normaal hebben niet alleen de bevolking, maar ook de regering overvallen. Onduidelijkheid - hoe vervelend ook - hoort er dan in het begin bij. Bovendien moet je ook kunnen optreden waar de volksgezondheid in gevaar komt.

Maar inmiddels zijn we al twee maanden onderweg en worden er nog steeds boetes uitgedeeld op basis van een noodverordening. En verschilt de aanpak van stad tot stad en van handhaver tot handhaver.

Er moet daarom zo snel mogelijk duidelijke coronawetgeving komen. Een wet waarin duidelijk staat beschreven wat wel en wat niet mag in deze anderhalvemeter-samenleving. Een wet die grondwettelijk deugd omdat we nu niet exact weten of eerder uitgedeelde boetes voor de rechter stand zullen houden.

Iedere dag dat de wet er niet ligt kan dat tot problemen leiden. De focus van die wet moet liggen op medewerking en gezond verstand. Rutte herhaald iedere keer dat we volwassen zijn. Ik zou zeggen dat mensen van goede wil zijn. We moeten elkaar aanspreken op gedrag, en zo nodig kan de politie waarschuwen. Boetes zijn pas een optie als het gewone fatsoen ontbreekt.

In de huidige noodverordening leiden boetes tot een strafblad. Dat kan problemen opleveren met het verkrijgen van een verklaring omtrent gedrag. Een strafblad lijkt me zwaar middel voor drie jongeren in een park. Daarom moeten in de nieuwe coronawetgeving de coronaboetes bestuurlijke boetes worden. Die leiden niet tot een stafblad.

Vergelijk met de bestuurlijke boetes voor overlast in de openbare ruimte, zoals de sluitingstijd van cafe overtreden, bekladden van muren, gebruik van softdrugs op straat, wildplassen of de Mulderboetes voor kleine verkeersovertredingen. Hiermee doen we recht aan de balans tussen wat redelijk en rechtvaardig is.

Het kabinet heeft een dergelijke wet ook weken geleden aangekondigd, maar sindsdien is er niks meer van vernomen. Terwijl Nederland behoefte heeft aan duidelijkheid. Die moet er snel komen.

Tweede Kamerlid

https://www.pvda.nl/nieuws/duidelijkheid-nodig-over-coronaregels/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

https://www.pvda.nl/nieuws/duidelijkheid-nodig-over-coronaregels/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

Jaren wachten tot je verkrachter zijn verdiende loon krijgt

PvdA PvdA Nederland 08-05-2020 07:31

Door Attje Kuiken op 8 mei 2020 Delen  

Ietje van Lingen, inmiddels 80, werd vijf jaar geleden beroofd en verkracht. Ik sprak Ietje en haar man – steun en toeverlaat Ronald – afgelopen week. Ronald mocht vanwege corona niet bij het hoger beroep naast Ietje in de rechtbank zitten. Ietje noemde het ‘vreselijk en onacceptabel’. Ze weigerde alleen in de rechtszaal te gaan zitten voor haar getuigenverklaring. Een hartverscheurend verhaal en reden voor mij om de minister vragen of dit anders kan.

Gelukkig heeft de rechtbank besloten dat Ronald en Ietje toch samen in de rechtszaal mogen zitten. Eind goed, al goed? Helaas niet, want hoewel er vanwege corona vervelende maar noodzakelijke maatregelen worden genomen dringt zich hier toch de vraag op: waarom doen we dit slachtoffers aan? Twee jaar na de brute aanval op Ietje werd de dader veroordeeld maar inmiddels zijn we drie jaar verder en moet het hoger beroep nog dienen. Zit daar niet het echte probleem?

Slopend noemen Ietje en Ronald het. Het vreet je als een ziekte mentaal van binnen uit. En deze zaak staat niet op zichzelf. Susanne die ik regelmatig spreek werd in 2016 verkracht door een Tbs-er op verlof ook haar rechtsgang sleept maar voort. Zedenzaken waaronder zelfs verkrachting die pas na een jaar opgepakt worden.

Zedenzaken waaronder zelfs verkrachting die pas na een jaar opgepakt worden.

Er liggen nu al meer dan 40.000 zaken op de plank waaronder zware geweld en zedenzaken. Door de coronacrisis zijn er nog eens duizenden blijven liggen. Er wordt door alle mensen bij politie, OM en de rechtbank keihard gewerkt maar zonder extra collega’s en geld blijven de achterstanden verder oplopen. Het is onacceptabel als daardoor zaken worden geseponeerd en daders vrijuit gaan. Het is onacceptabel als slachtoffers zo lang met slepende rechtszaken worden geconfronteerd. Zij voelen zich daardoor dubbel slachtoffer.

Er wordt door alle mensen bij politie, OM en de rechtbank keihard gewerkt maar zonder extra collega’s en geld blijven de achterstanden verder oplopen.

Ietje en Ronald wandelen dagelijks met hun hondje. Dat houdt hen letterlijk en figuurlijk op de been. Maar zij vragen zich af hoe lang dit nog moet duren. Hoe vaak moeten zij nog in de tram naar de rechtbank? Wanneer houdt deze nachtmerrie op? Minister Dekker moet niet vanaf de kant blijven toekijken maar zorgen voor meer capaciteit bij het Openbaar Ministerie en de rechtbanken. In tijden van corona verdient niet alleen de economie steun, maar de rechtsstaat ook.

Tweede Kamerlid

https://www.pvda.nl/nieuws/jaren-wachten-tot-je-verkrachter-zijn-verdiende-loon-krijgt/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

https://www.pvda.nl/nieuws/jaren-wachten-tot-je-verkrachter-zijn-verdiende-loon-krijgt/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

Doorzetter en uitgesproken sociaaldemocraat

PvdA PvdA Nederland 21-03-2020 17:25

Afgelopen vrijdag overleed onverwachts Harry van den Bergh, oud Internationaal Secretaris van de PvdA, voormalig Tweede Kamerlid en oud gemeenteraadslid in Amstelveen.

Wij zijn zeer aangeslagen door dit trieste nieuws. Harry verdiende zijn eerste strepen in de politiek als Internationaal Secretaris in welke hoedanigheid hij vooral indruk maakte als strijder tegen dictaturen in Europa en elders. Daarna, als lid van de Tweede Kamer, maakte hij naam als defensie expert die de lijnen uitzette voor de fractie. In de Raad van Europa trad hij op als mensenrechten verdediger pur sang. Hij was een Midden Oosten expert en tot op het laatst probeerde hij de dialoog tussen Israëli’s en Palestijnen te versterken. Hij was een politicus van de grote dossiers maar tegelijk nooit te beroerd om in de knel geraakte burgers te helpen. Ook na zijn afscheid als parlementariër bleef hij zich binnen (en buiten) de partij inzetten voor wat hij noemde een verantwoordelijk sociaaldemocratisch defensie beleid. Harry was en bleef, ondanks zijn succesvolle ondernemerschap, een politiek dier. Hij miste het werk in de schijnwerper. Het verbaasde zijn omgeving dan ook niet toe hij een comeback maakte als gemeenteraadslid in Amstelveen.

Harry is het beste te omschrijven als een uitgesproken en hartstochtelijk politicus die van zijn hart geen moordkuil maakte. Wij hebben beiden als fractiemedewerkers voor Harry gewerkt. Hij stond aan de wieg van onze politieke carrières. Als mentor en leermeester. Als chef die stimuleerde en ons de ruimte gaf. Ook al scheidden onze wegen, we zijn altijd in contact gebleven. Zijn adviezen en zijn steun hebben veel betekend.

Hij was een doorzetter. Dol op fietsen. Met van Agt bijvoorbeeld. Maar hij was ook de ontspannen sigaarroker waar je mee kon lachen en huilen.

Harry was zeer loyaal naar de mensen om hem heen. Maar dat niet alleen. Hij bleef trouw aan de sociaaldemocratie en aan zijn partij. Dat ging hem niet altijd even gemakkelijk af- hij kon uitgesproken kritisch zijn – en de breuk in zijn politieke leven bleef hem pijn doen. Maar op of overstappen? Nooit van zijn leven. En stilzitten ook niet. Zo was hij tien jaar lang als voorzitter van Vluchtelingenwerk Nederland een zeer herkenbare belangenbehartiger van  ontheemde mensen.

Een markante PvdA politicus is niet meer. Wij zullen hem zeer missen. Wij wensen zijn kinderen veel sterkte. Zij verliezen hun vader op een onverwacht moment terwijl de Coronacrisis overal om zich heen grijpt.

Bert Koenders

Jan Marinus Wiersma

https://www.pvda.nl/vereniging/doorzetter-en-uitgesproken-sociaaldemocraat/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

https://www.pvda.nl/vereniging/doorzetter-en-uitgesproken-sociaaldemocraat/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

Kamer stemt in met SGP-plan voor duidelijke straffen

SGP SGP Nederland 27-06-2019 00:00

Dinsdag stemde de Tweede Kamer voor het SGP-amendement over duidelijke vonnissen. Veel straffen duren op dit moment veel korter dan uit het vonnis van de rechter blijkt. Voortaan moeten uitspraken meer duidelijkheid bieden. Lees hieronder de volledige bijdrage van Kees van der Staaij aan het debat.

Wie een straf opgelegd krijgt, moet die straf ook daadwerkelijk uitzitten. Dat lijkt de SGP-fractie een gezond uitgangspunt. Dat is nodig in het kader van vergelding als strafdoel, maar dat is ook nodig om het slachtoffer en de samenleving genoegdoening te geven. Wie op dit moment een straf opgelegd krijgt van bijvoorbeeld twaalf jaar, zal in de praktijk min of meer automatisch al na acht jaar vrijkomen. Dat is dus vier jaar eerder dan op grond van de rechterlijke uitspraak verwacht zou mogen worden. Vier jaar. Je merkt dat dat strijdt met het rechtsgevoel van de burgers. Het kwam vandaag al even ter sprake: je kan allemaal uitleggen hoe het systeem in elkaar zit, maar kan het niet duidelijker? Kan het niet beter, zodat je niet elke keer hóéft uit te leggen hoe het allemaal zit? Het gevoel blijft mensen bekruipen dat ze eigenlijk bedot worden. Men doet alsof er een veel langere straf wordt opgelegd, maar die wordt uiteindelijk niet uitgezeten.

Aan de andere kant is het te gemakkelijk om te zeggen dat mensen gewoon hun straf moeten uitzitten en dat elk verlof en elke voorwaardelijke invrijheidsstelling per definitie verkeerd is. Want het is ook belangrijk dat iemand die zijn straf heeft uitgezeten, weer voorbereid wordt op terugkeer in de samenleving. Een zekere geleidelijke overgang aan het eind van de vrijheidsstraf, van 24 uur in de gevangenis naar 24 uur vrij, kan daarom juist de bescherming van de samenleving dienen.

Bezien vanuit beide uitgangspunten vindt de SGP dat het stelsel van voorwaardelijke invrijheidstelling dat wij nu kennen, aanscherping verdient. Die aanscherping moet er wat ons betreft toe leiden dat een groter deel van de opgelegde straf ook uitgezeten wordt. Tegelijkertijd moeten we goed blijven bezien dat we daarmee de mogelijkheden voor geleidelijke terugkeer in de samenleving en een goede voorbereiding daarop niet in de weg staan. Het gaat dus, zoals vaak, om precisie en een goede balans.

Ik heb eerder zelf een initiatiefwetsvoorstel ingediend om de regeling rond voorwaardelijke invrijheidstelling te veranderen. In het kort kwam dit voorstel neer op het volgende. De voorwaardelijke invrijheidstelling wordt helemaal afgeschaft. In plaats daarvan kan de rechter ook voor langere straffen een deels voorwaardelijke straf opleggen. Het voorwaardelijke deel bij straffen tot vier jaar kan maximaal één jaar duren. Bij straffen langer dan vier jaar kan maximaal een kwart van de straf voorwaardelijk zijn. Dat strafdeel kan maximaal vier jaar bedragen. We hadden dat in voorbereiding. In de tussentijd kwam het regeerakkoord. Dat bevat ook voorstellen voor aanpassing van de regeling voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Dat is het wetsvoorstel dat we vandaag behandelen en dat toen werd aangekondigd. Wat de SGP-fractie betreft is het een stap in de goede richting. Het bevat zeker verbeteringen ten opzichte van het huidige stelsel van min of meer automatische voorwaardelijke invrijheidstelling. Om de wetsbehandeling van deze toch al complexe materie niet nodeloos ingewikkeld te maken heb ik besloten om de behandeling van mijn voorstel uit te stellen en te kiezen voor het inbrengen van bepaalde aanscherpingen van dit wetsvoorstel. Daarmee legitimeer ik ook mijn uitbundige amendeergedrag bij dit wetsvoorstel.

Lees hier het initiatiefwetsvoorstel van Kees van der Staaij over de voorwaardelijke invrijheidstelling.

Voordat ik die amendementen toelicht, heb ik eerst nog een vraag aan de minister. Waarom houdt hij vast aan twee wettelijke stelsels? Een met een deels voorwaardelijke straf, voor straffen tot maximaal vier jaar, en een ander stelsel voor straffen van meer dan één jaar met toepassing van voorwaardelijke invrijheidstelling. Liggen daar geen mogelijkheden voor een verdere vereenvoudiging en verheldering? De minister zegt dat in de stukken eigenlijk al met zoveel woorden. Je kunt zaken als een penitentiair programma, de voorwaardelijke straf en de voorwaardelijke invrijheidstelling dogmatisch keurig losknippen, maar ze komen in doelstelling toch wel verdraaid dicht bij elkaar. Voor de eenvoud en de duidelijkheid van het systeem zou het beter zijn dat er maar één model is. Daarmee voorkom je ook dat er toch telkens weer vreemde kronkels ontstaan.

Je ziet op pagina 35 van de nota naar aanleiding van het verslag hoe ingewikkeld zo'n stroomschema er uitziet en welke rare effecten het wettelijk stelsel — eigenlijk die twee stelsels — soms kan hebben. Want wie een straf van in totaal vier jaar opgelegd krijgt, moet hopen dat hij geen kort voorwaardelijk deel krijgt. Als hij bijvoorbeeld 1 maand voorwaardelijk en voor de rest onvoorwaardelijk opgelegd krijgt, dan zit die persoon in totaal 47 maanden vast en nog 1 maand voorwaardelijk. Als dezelfde persoon een straf krijgt van 48 maanden onvoorwaardelijk, is hij onder voorwaarden ineens al na 32 maanden vrij man.

Ik weet niet of dit voor iedereen zo te volgen is, maar je komt dit ook tegen in de stukken en in de evaluatie. Een bekennende verdachte krijgt bijvoorbeeld, eigenlijk als een soort van gunst, geen hele onvoorwaardelijke straf, maar een straf met een kort voorwaardelijk deel. Vanwege het effect van de voorwaardelijke invrijheidstelling kan het echter toch zo zijn dat de bekennende verdachte in de praktijk langer moet zitten dan degene die juist niet bekent en een onvoorwaardelijke straf krijgt. Die straf is dan wel langer, maar valt weer onder de voorwaardelijke invrijheidsstelling. In de evaluatie worden daar concrete voorbeelden van genoemd.

Het is te ingrijpend om een poging te doen om dit hier nu even in te amenderen, dus ik heb nagedacht over wat ik de minister daarover zou kunnen vragen. Ik verwijs daarbij naar de Nederlandse orde van advocaten die het punt van de onlogische gevolgen van beide stelsels ook signaleert. Zou de minister voor de langere termijn toch nog eens na willen denken over de vraag of een verdere vereenvoudiging in die richting mogelijk is? Zou je voorwaardelijke invrijheidstelling aan de ene kant en voorwaardelijke strafoplegging aan de andere kant bijvoorbeeld meer kunnen integreren? Daarmee zou je rare kronkels die ik net noemde, kunnen voorkomen.

De SGP vindt het een duidelijke verbetering dat de periode waarvoor een voorwaardelijke invrijheidsstelling mogelijk is, niet langer zo fors kan oplopen, tot wel tien jaar. Tegelijkertijd houdt dit wetsvoorstel wel vast aan de mogelijkheid dat de gedetineerde na twee derde van de straf in principe vrijkomt. Waarom houdt de minister aan twee derde vast? Wij hebben er zelf voor gekozen dat het voorwaardelijk deel geldt voor maximaal een kwart van de straf. Ik besef dat er geen wetten van Meden en Perzen zijn om voor het een of het ander te kiezen. Maar ik hoor graag van de minister, die met dit wetsvoorstel toch een zekere aanscherping wil, waarom niet overwogen is om ook op dit punt tot een aanscherping te komen. Dat zou tegemoet kunnen komen aan de bezwaren tegen het voorstel, namelijk dat de periode van twee jaar in sommige gevallen wel erg kort is. Aan de ene kant zou je die aanscherping kunnen doen. Tegelijkertijd zou je aan de andere kant de periode van twee jaar soms weer langere tijd mogelijk kunnen maken, als dat de re-integratie zou dienen.

Na dit iets meer fundamentele deel met de vraag waarom je de keuzes maakt die in dit wetsvoorstel zijn gedaan, kom ik nu op wat minder vergaande punten. Die sluiten wel aan op het wetsvoorstel dat er nu ligt, maar wij zien op die punten mogelijkheden voor verbeteringen van het wetsvoorstel. Ook hebben wij op bepaalde punten nog de vraag aan de minister: hoe zit dat en kan dat niet beter?

Concreet begin ik, net zoals juist, met een heel belangrijk punt voor mijn fractie: laat het vonnis meer duidelijkheid bieden voor ieder die het hoort, dus voor de samenleving en voor de slachteroffers. Want wat betekent een straf? Wat legt een rechter nu op? Samen met collega Van Nispen heb ik het amendement op stuk nr. 14 ingediend om voortaan van de rechter te vragen om in het vonnis op te nemen wat als het ware de netto-straf is als gevolg van de vi-regeling. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheid van een penitentiair programma. Het moet duidelijk zijn hoe het er in de praktijk uitziet.

Dan het tweede punt. De calculerende verdachte is ook al een paar langs komen lopen tijdens deze wetsbehandeling. Op grond van het voorstel is het mogelijk dat een verdachte berekent of hij eigenlijk wel voor voorwaardelijke invrijheidstelling in aanmerking wil komen. Die voorwaardelijke invrijheidstelling betekent namelijk dat er allerlei voorwaarden gesteld kunnen worden die mogelijk levenslang kunnen gelden. Juist bij ernstige delicten kan het dus voorkomen dat ze dit helemaal niet aantrekkelijk vinden en zeggen: als ik niet voor die voorwaardelijke invrijheidstelling kies maak ik het heel lastig of misschien onmogelijk om mij bepaalde voorwaarden of toezicht op te leggen, waarmee ik die voorwaarden of dat toezicht dus ontloop. In de beantwoording van de vragen relativeert de minister dit risico met de stelling dat het wel los zal lopen en dat het misschien theoretisch is. Ik vraag mij dat eerlijk gezegd af, waar het nu al in de stukken staat, waar Reclassering Nederland zegt dat het een maas in de wet is en waar het hier al een paar keer tijdens debatten naar voren is gekomen gedurende de hele wetsbehandeling. Die advocaten zijn ook niet gek. Die denken: hé, eens even kijken hoe het zit met die mazen in de wet. Mijn stelling is: doordat we het er zo lang over hebben, zal het gevaar alleen maar toenemen dat het wel op die manier wordt aangewend. Al zou het er maar een zijn, dan is het er nog een te veel. Wij zouden graag dus die ontsnappingsroute afsnijden. Dat kan op meerdere manieren. Collega Kuiken en ik hebben gekozen voor een amendement dat ertoe strekt om in het rechterlijke vonnis een noodventiel op te nemen door in dergelijke gevallen de mogelijkheid op te nemen dat in ieder geval een gedragbeïnvloedende maatregel wordt opgelegd; ik heb het dan over artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht. Juist omdat strafrecht niet met terugwerkende kracht kan worden aangepast, is het nodig dat we in dit wetsvoorstel een regeling opnemen. Ook hier geldt: ik geef het graag voor beter. Het is echt een zoeken naar de beste juridische modaliteit en het goede haakje, maar naar onze mening is dit echt eigenlijk de best mogelijke weg om deze ontsnappingsroute af te snijden. Ik hoor natuurlijk graag ook de reactie van de minister daarop.

Het is ook mogelijk om via een andere route voorwaarden te ontlopen. Van Reclassering Nederland heb ik begrepen dat het nog steeds zo is dat zolang de rechterlijke uitspraak niet onherroepelijk is, het niet mogelijk is om voorwaarden te stellen op de datum dat die voorwaardelijke invrijheidstelling normaal gesproken zou ingaan, zeg maar de fictieve datum van voorwaardelijke invrijheidsstelling. Dat betekent dus dat het kan voorkomen dat er voor de vorm hoger beroep of cassatie wordt ingesteld om op die manier de voorwaarden te ontlopen. Die route moeten we niet accepteren. Bij voorwaardelijke straffen bestaat in de wet de mogelijkheid om de voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Bij straffen waarvoor voorwaardelijke invrijheidstelling mogelijk is, is dat niet het geval. Ik hoor uit de praktijk dat via noodoplossingen, via een omweg wel gezocht wordt naar mogelijkheden, vaak zelfs effectief, om toch voorwaarden te stellen. Maar het is allemaal wel een omweg en een ingewikkelde route. Zou de minister ook naar dit punt nog eens concreet willen kijken en daar een reactie op willen geven? Zouden we niet in de wet de mogelijkheid kunnen opnemen om bij een straf waarvoor voorwaardelijke invrijheidstelling mogelijk is, voorwaarden te stellen bij het opheffen van de preventieve hechtenis? Ik heb me laten vertellen dat dat de route zou zijn waardoor je ook deze ontsnappingsroute zou kunnen afdichten, de pas zou kunnen afsnijden, uiteraard alleen voor zover er anders ook voorwaarden gesteld zouden worden en de Dienst Justitiële Inrichtingen en de Reclassering dit adviseren.

Dan kom ik op het punt samenloop korte straffen. Wanneer iemand twee korte onvoorwaardelijke straffen van bijvoorbeeld een jaar opgelegd heeft gekregen, zou hij in totaal twee jaar vastzitten. Maar de wet zegt dat deze straffen aaneengesloten uitgevoerd moeten worden en dat dan de voorwaardelijke-invrijheidstellingregeling voor de hele straf gaat gelden. Dat betekent dat deze veroordeelde niet na twee jaar, maar na een jaar en vier maanden vrijkomt. Bij een eerder wetsvoorstel hebben we al een amendement ingediend om die regeling aan te passen. Toen werden we naar dit wetsvoorstel doorverwezen. Daarom hebben we opnieuw het voorstel ingediend waarbij de voorwaardelijke invrijheidstelling alleen wordt berekend over die strafdelen waar ze ook nu al voor gold. Graag horen wij een reactie op het amendement op stuk nr. 15.

Wanneer iemand zich niet aan de voorwaarden houdt, heeft het Openbaar Ministerie de mogelijkheid om de voorwaardelijke invrijheidstelling te herroepen. Zeker wanneer iemand tijdens de proeftijd een nieuw strafbaar feit heeft begaan, moet naar onze mening het uitgangspunt gewoon zijn dat de voorwaardelijke invrijheidstelling herroepen wordt. Dat geldt ook voor iemand die zich niet aan de bijzondere voorwaarden houdt. Daarom hebben we op dit punt een amendement ingediend op stuk nr. 16.

Tot slot nog een amendement over het penitentiair programma. Op dit moment is in het wetsvoorstel deze deelname vooral gekoppeld aan het al dan niet goede gedrag van de gedetineerde. Wij vinden het belangrijk dat er meer rekening gehouden wordt met eventuele risico's en de veiligheid van de samenleving en dat dat ook in de wettekst tot uitdrukking komt. Daarom hebben wij in het amendement op stuk nr. 17 ervoor gekozen om de formulering voor het penitentiair programma in dat opzicht aan te laten sluiten bij de regels voor de voorwaardelijke invrijheidstelling.

We zien het wetsvoorstel als een stap in de goede richting. We vinden wel een aantal aanscherpingen wenselijk, noodzakelijk. Alleen dan krijgen we een voorstel dat recht doet aan zowel de beveiliging van de samenleving als de geloofwaardigheid van het strafrecht en het voorkomen van recidive. We zien uit naar een reactie van de kant van de minister.

Ik wilde als allerlaatste nog eigenlijk een hiaat in mijn tekst wegnemen. Ik kwam daarop door meneer Markuszower. In zijn bijdrage liet hij in een bijzinnetje vallen: meneer Van der Staaij zou zeggen, de SGP zou zeggen "je moet in God geloven". Toen dacht ik: ja inderdaad, ik heb wel een erg technisch-juridisch verhaal vandaag. Dus ik voelde me daar wat in tekortschieten. Ik wil daar toch nog een ding over zeggen, namelijk dat het geloof in God ook je mensbeeld bepaalt. Als ik de heer Markuszower hoor spreken over al die monsters die we moeten temmen, dan denk ik: laten we het niet alleen verwachten van wetten en maatregelen, want die veranderen vaak geen harten. Ik ben in gevangenissen geweest bij gevangenispredikanten die ook naar voren brengen: ja, je bent verantwoordelijk voor je daden en je mag en je moet hard gestraft worden, maar tegelijkertijd is er ook voor monsters de boodschap dat er ook voor hen een nieuw leven te verkrijgen is. Ik hoop vooral dat die boodschap ook mag doorklinken, ook in de gevangenis.

Vervolg op bevel - Geen steun parlementaire enquete

PVV PVV VVD Partij voor de Vrijheid Nederland 12-06-2019 07:32

’Bewijs voor politieke druk vervolging Wilders’

Het verdedigingsteam van Geert Wilders zegt meer bewijs in handen te hebben gekregen dat tot op het hoogste politieke niveau invloed is uitgeoefend om de PVV-leider voor de strafrechter te krijgen, en dat het Openbaar Ministerie daarover heeft gelogen.

Advocaat Geert-Jan Knoops bevestigt desgevraagd dat het er alle schijn van heeft „dat men al in 2011 bezig was om een nieuwe aanleiding te zoeken om Wilders te laten struikelen.” De PVV-leider was in juni 2011 net vrijgesproken van groepsbelediging en aanzetten tot haat en discriminatie van allochtonen in onder meer zijn film Fitna.

Die nieuwe aanleiding kwam er pas in 2014, toen Wilders zijn gewraakte ’Minder Marokkanen’-uitspraak deed tijdens een verkiezingsbijeenkomst van zijn partij. Het OM ging tot vervolging over, maar zou die beslissing hebben genomen onder druk van toenmalig minister Opstelten van Veiligheid en Justitie.

Dat zegt een tot nu toe onbekende ex-ambtenaar die in 2011 werkzaam was bij het departement Veiligheid en Justitie. De ambtenaar verklaart dat hij destijds een gesprek opving tussen minister Opstelten en de toenmalig secretaris-generaal van het ministerie, Joris Demmink.

Opstelten zei volgens de ambtenaar letterlijk dat het OM Wilders moest vervolgen „omdat hij ons te veel voor de voeten loopt.” Demmink kreeg die instructie omdat hij de minister zou vervangen tijdens een overleg met het college van procureurs-generaal, de landelijke leiding van het OM.

De ambtenaar liet zijn verklaring vastleggen en zijn identiteit controleren door een notaris, nadat hij begin dit jaar las over de mogelijke aanwijzing om Wilders te vervolgen. Tot dan toe hield hij zijn kennis voor zich. Nu zegt hij „een bijdrage te willen leveren aan de waarheidsvinding.”

Hij zegt „absoluut anoniem” te willen blijven „omdat ik vrees voor represailles van de tegenstanders van het gedachtegoed van de heer Wilders.” Ook zegt de ambtenaar er niet op te vertrouwen dat zijn anonimiteit bij het OM is gewaarborgd. „Er gaat te veel mis bij het OM.” Volgens Knoops is hij wel bereid om zijn identiteit te onthullen tegenover het hof, en vragen te beantwoorden.

Geert Wilders noemt het „schokkend om te zien dat een oud-ambtenaar verklaart dat ik vervolgd moest worden omdat ik mensen ’te veel voor de voeten zou lopen’.” Volgens hem is het duidelijk dat sprake is „van een honderd procent politieke vervolging. Het proces moet ophouden en de prullenbak in.”

Misleid

Het hoger beroep in de Minder Marokkanenzaak begint over twee weken, op 25 juni. Eind 2016 werd Wilders door de rechtbank Den Haag veroordeeld voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie, zonder oplegging van straf.

Wilders stelde al eerder dat justitie de rechters had misleid door niet te melden dat er tussen de destijds hoogste baas van het Openbaar Ministerie Herman Bolhaar en toenmalig minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten overleg was geweest over de vervolging. Hij vond dat het OM daarmee het recht op vervolging verspeelde.

Het hof ging daar vooralsnog niet in mee, maar besloot in januari 2019 wel dat Opstelten en Bolhaar als getuigen over de vermeende beïnvloeding moesten worden gehoord. Hetzelfde gold voor Pieter Cloo, voormalig secretaris-generaal en Gerard Roes, toenmalig directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving.

Volgens de verdediging bleek tijdens de besloten verhoren bij de raadsheer-commissaris dat de vier getuigen beschikten over een geheim ambtsbericht van september 2014, waarin het Openbaar Ministerie aan minister Opstelten uitlegt waarom het Wilders wilde vervolgen, en het commentaar van hoge ambtenaren daarop. Dat geheime ambtsbericht is de verdediging tot nu toe onthouden. Knoops: „Wellicht omdat daaruit kan blijken dat het voornemen al sinds 2011 bestond.”

De getuigen bleken het geheime document – ongevraagd – toegestuurd te hebben gekregen van Martin Bruinsma, hoofd van het bureau van de secretaris-generaal. De verdediging wil Bruinsma als getuige op de zitting horen om te weten te komen in wiens opdracht hij handelde.

Ook wil de verdediging de ambtenaar als getuige horen die het verslag maakte van een gesprek tussen Opstelten en Bolhaar over de aangiften die tegen Wilders waren gedaan. Dat bleken er uiteindelijk 6474 te zijn. Dat gesprek had plaats in april 2014, drie weken na de Minder Marokkanen-uitspraken.

Volgens Knoops vormen het sterke aanwijzingen dat er wel degelijk politieke invloed is uitgeoefend om de PVV-leider te vervolgen. „We hoeven dat als verdediging niet te bewijzen, alleen aannemelijk te maken. De stelling dat er geen sprake is geweest van beïnvloeding kan het OM mijns inziens niet meer staande houden.”

De advocaat geeft toe dat de wens van de oud-ambtenaar om anoniem te blijven lastig is. „Maar niet onoverkomelijk. Het OM komt geregeld met anonieme getuigen.” De ambtenaar is wel bereid om vragen van het hof te beantwoorden, zegt Knoops.

Reactie Opstelten

„Ik heb daar geen herinneringen aan”, laat oud-minister Opstelten weten aan De Telegraaf in reactie op de ontwikkeling in de zaak tegen PVV-leider Geert Wilders. „Daar is een onderzoek naar geweest en daar wil ik naar verwijzen.” De voormalige VVD-bewindspersoon wil er verder niets over kwijt op dit moment: „Het is onder de rechter.”

Het onderzoek waar Opstelten naar verwijst gaat over een onderzoek dat huidig justitieminister Grapperhaus heeft laten uitvoeren na Kamervragen van Wilders in 2018. Uit dat onderzoek zou geen bemoeienis zijn gebleken. Onlangs heeft Wilders opnieuw gevraagd aan Grapperhaus of er politieke bemoeienis is geweest.

„Uit onderzoek in de mij ter beschikking staande documenten en bij navraag van de toenmalige betrokkenen is niet gebleken van een (formele) aanwijzing van de toenmalig minister van Veiligheid en Justitie noch anderszins van een verzoek tot vervolging van de heer Wilders”, reageerde Grapperhaus vrijdag op de nieuwe Kamervragen. Volgens advocaat Knoops geeft Grapperhaus nu voor het eerst wel toe dat er in 2014 meerdere gesprekken hebben plaatsgehad tussen de minister en de top van het OM over de vervolging van Wilders. ,,Dat werd tot nu toe steeds ontkend.”

Lees het artikel op de website van de Telegraaf.

Een grof schandaal, een klap in het ...

PVV PVV GroenLinks Partij voor de Vrijheid Nederland 25-05-2019 12:29

Een grof schandaal, een klap in het gezicht voor de familie van Pim Fortuyn en levensgevaarlijk voor de veiligheid van onschuldige Nederlanders. Snel debat met falend kabinet! #volkert #pimfortuyn

D66 Jonkvrouw Ollongren ging vanaf ...

PVV PVV D66 Nederland 18-05-2019 14:30

D66 Jonkvrouw Ollongren ging vanaf haar eerste dag als minister keihard aan de slag om het referendum kapot te maken. Maar: https://www.ad.nl/politiek/ministerie-deed-maandenlang-niets-met-boerkaverbod~afe59f9f/

Klassenjustitie door straffabriek Openbaar Ministerie

SP SP Nederland 10-04-2019 14:18

Voor een medewerker van een kinderdagverblijf, die door het Openbaar Ministerie ten onrechte werd beschuldigd van een overtreding, stond meteen haar baan op het spel. Het voelde voor haar alsof haar leven in een week uit elkaar viel. Of wat te denken van een ambtenaar die op het verkeerde tijdstip zijn vuilniszak buiten had gezet en daarna ineens een strafblad had door een foute beoordeling van het Openbaar Ministerie. Foutje, bedankt. In plaats van dat er goed wordt gekeken naar wat iemand fout heeft gedaan en welke straf een rechter daar bij vindt passen, lijkt er nu wel sprake van een straffabriek. Het OM mag namelijk sinds 2004 zelf veel te makkelijk straffen opleggen, zonder tussenkomst van een rechter. Deze straffabriek van het Openbaar Ministerie leidt tot klassenjustitie concludeert SP-Kamerlid Michiel van Nispen: 'Terwijl we weten dat grote bedrijven en witte boordencriminelen hun strafvervolging wegens fraude kunnen afkopen, worden veel gewone mensen hard, snel én onzorgvuldig aangepakt. Dat is gewoon klassenjustitie en dat is slecht voor het vertrouwen van mensen in de rechtspraak.'

De SP is altijd tegen het zelfstandig opleggen van straffen door het Openbaar Ministerie geweest. De mogelijkheid om een straf op te leggen hoort namelijk bij een rechter te liggen. Uit onderzoek blijkt dat het in veel van deze veroordelingen ontbreekt aan bewijs, dat dossiers niet op orde zijn en dat straffen zelfs door onbevoegde mensen zijn opgelegd. De SP heeft daarom vier voorstellen om de geloofwaardigheid van het strafrecht te herstellen:

De strafbeschikking van het OM in de huidige vorm schaffen we af. Er wordt naar alle zaken inhoudelijk door een rechter gekeken, het liefst door een rechter in de buurt, behalve als iemand akkoord gaat met de straf en instemt met betaling van de boete.

De brieven die mensen nu krijgen toegestuurd door het OM moeten duidelijker. Zo wordt het in de huidige brieven niet duidelijk dat je een strafblad krijgt als je een straf accepteert en is het ook niet duidelijk dat je in beroep kunt gaan tegen de straf. Dit moet echt beter.

Wanneer een OM strafbeschikking wordt uitgevaardigd moeten mensen gebruik kunnen maken van rechtsbijstand.

Mensen die het idee hebben dat zij in het verleden onterecht een strafbeschikking hebben gekregen, moeten de mogelijkheid krijgen om hun geval opnieuw te laten beoordelen.