Poliflw

Door Wilco Mazier Wethouder Financiën, Verkeer en Recreatie Mobiliteit is naast wonen en duurzaamheid één van de grote opgaven in niet alleen ons land, maar ook in Harderwijk. Willen we onze steden leefbaar houden dan zullen we anders om moeten gaan met onze mobiliteit in een verstedelijkende omgeving als Harderwijk. Zeker als je de aankomende jaren wilt doorgroeien naar 60.000 inwoners. Daarom neem ik u graag mee in de ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit in Harderwijk. “We zetten in op Harderwijk als loop- en fietsstad volgens het STOMP-principe: de volgorde Stappen, Trappen, OV, Mobility as a Service (deelauto’s), Privéauto. We gaan voor een gezonde leefomgeving waarin de gezonde keuze - zelf bewegen - de makkelijkste is.” Dit is onze ambitie die we hebben opgeschreven in het collegeprogramma. Aan de hand van het STOMP-principe wil ik u meenemen in de ontwikkelingen. Stappen Wandelen of hardlopen is een populaire bezigheid. Dat zien we terug in de hoeveelheid loopgroepen, populariteit van klompenpaden, maar ook in de grote groep mensen die graag in de avond of tijdens de lunch, eventueel met partner, vrienden of collega’s, lekker een stukje gaat wandelen. Een mooie ontwikkeling die we als gemeente alleen maar willen stimuleren. Zo hebben we het afgelopen jaar twee klompenpaden aangelegd, één bij Sonnevanck en één in Hierden. Trappen Het voordeel van de grootte van Harderwijk is dat je eigenlijk alles qua afstand op de fiets kunt bereiken. Aangezien Harderwijk de aankomende jaren doorgroeit naar 60.000 inwoners is de verwachting dat de drukte op de weg alleen maar zal toenemen. Daarom willen we het fietsgebruik stimuleren. Hiervoor gaan we de fietser meer de ruimte geven. Dat gaan we doen door in te zetten op meer fietsstraten en slimmere fietsverbindingen, maar ook op meer fietsparkeerplekken in en bij de binnenstad. Ook hebben we meer dan de helft van de paaltjes op fietspaden weggehaald. Daar ontstaan veel ongelukken door. Ouders en hun kinderen willen we ertoe bewegen om met de fiets naar school te gaan. Dit gaan we aankomend jaar doen met een hele leuke fietscampagne op scholen, genaamd High-Five. (Zie de link hieronder.) In samenwerking met de fietsersbond en Veilig Verkeer Nederland bieden we ouderen de cursus ‘veilig elektrisch fietsen’ aan. Verder willen we de fietsverbinding tussen de omliggende gemeente verbeteren, met als ultieme wens een fietsbrug tussen Ermelo en Zeewolde. https://www.youtube.com/watch?v=Cqt1jQd5Q94&t=90s OV De wens en behoefte voor een beter dienstregeling op het spoor is er al lang. Vanaf de start van mijn collegeperiode ben ik druk aan het lobbyen voor een keervoorziening in Harderwijk. Dat is niet makkelijk en vergt een lange adem. Wat mij daarbij nu helpt is dat de provincie, in de persoon van gedeputeerde Klaas Ruitenberg, ook actief mee-lobbyt. We zitten in december met alle betrokken partijen voor het eerst ook aan tafel: Provincie, ministerie, ProRail en NS. Hopelijk komt het daarmee tot concrete eerste stappen. De dienstregeling voor het busvervoer wordt wel beter. Zo komt er een snelle busverbinding met Lelystad- Bataviastad en stopt de stadsdienst weer aan de Vitringasingel. Ook wordt de verbinding met Zeewolde en Almere opgewaardeerd en kunnen mensen straks ook vanuit het Waterfront aan de kant van de N302 opstappen om zo de bus te pakken naar het station. Al met al flinke verbeteringen. Mobility as a service De deelauto staat qua ontwikkeling nog enigszins in de kinderschoenen in Harderwijk. Daarvoor zijn we nu met Endura aan het kijken of we hier meer op kunnen inzetten. De deelauto is een hele mooie oplossing om het aantal tweede auto’s te verminderen. Bij veel huishoudens staat de tweede auto namelijk vaak stil. Ook is de deelauto een oplossing in het kader van het verlagen van de parkeernorm in delen van het Waterfront, maar ook Nieuw-Weiburg. Privéauto In Harderwijk doen we niet aan auto pesten, maar kijken we wel hoe we de leefbaarheid in de wijken kunnen verhogen, bijvoorbeeld in de binnenstad. De auto willen we daar meer naar de rand van het centrum brengen om zo de leefbaarheid te verhogen. Het mooie is dat inwoners van de binnenstad hier enthousiast op reageren. Ook zij zien dat de auto het straatbeeld vervuilt en door deze te verplaatsen er meer ruimte ontstaat om elkaar te ontmoeten. Zo gaan we op initiatief van de inwoners kijken of we de Kleine Oosterwijck en een deel van de Grote Oosterwijck autoluw/autovrij kunnen maken. Dat neemt niet weg dat we bezoekers aan onze binnenstad op een gastvrije manier willen ontvangen en daar horen voldoende en goede parkeervoorzieningen bij. Ondertussen doen we ook mee in de lobby voor de aanpak van Knooppunt Hoevelaken. De minister heeft deze voorlopig in de koelkast gezet en daarom zijn we samen met Nijkerk en de regio Utrecht-Amersfoort aan het lobbyen voor een ander pakket. Als hij het knooppunt niet gaat aanpakken, dan willen we alternatieve oplossingen zoals extra investeringen op het spoor en snelle fietsverbindingen om maar een paar zaken te benoemen. We zitten niet stil op het gebied van mobiliteit. Er is een hoop gaande, dat is ook nodig om onze mooie gemeente bereikbaar te houden.

Bij de start van het reces een gezellig informeel samenzijn.

De CDA-jongerenkandidaten uit de Duin- en Bollenstreek hebben zaterdag 19 februari met de 'OV-versus-fietschallenge' aandacht gevraagd voor de bereikbaarheid van de streek. De jongeren hebben met de fiets en de bus een route afgelegd van het Floralisplein in Lisse naar station Sassenheim. Het openbaar vervoer in de streek is niet altijd even snel en optimaal is. Door de harde wind van afgelopen zaterdag arriveerde de bus twee minuten eerder dan de fietsers, maar de ervaring leert dat doordeweeks sommige dorpen in een drukke spits met de fiets beter bereikbaar zijn dan met het openbaar vervoer. De CDA-jongeren willen zich dan ook hard maken voor het intensiveren van het openbaarvervoernetwerk in de regio. Bijvoorbeeld door meer bussen in te zetten. Ook moeten de OV-verbindingen naar de omliggende steden en Schiphol worden verbeterd en er zou een nachtbus moeten komen.

Het CDA Meerssen hecht grote waarde aan een goede evaluatie van de gang van zaken omtrent de wateroverlast van de afgelopen periode. De veiligheidsregio Zuid-Limburg heeft daarom een vragenlijst opgesteld om dit zo duidelijk mogelijk in kaart te brengen. De vragenlijst vindt u hier:https://login.flycatcher.eu/surveys/6C9BC_1.qms

De CDA-fractie in Dinkelland vraagt het college hoelang de buurtbussen stil blijven staan en of er tijdelijke alternatieven mogelijk zijn. In verband met het coronavirus rijden de buurtbussen van Twents voorlopig niet. In de kleine busjes is het moeilijk om 1,5 meter afstand te houden. Na de nodige fysieke aanpassingen aan de reguliere lijnbussen en de invoering van de mondkapjesplicht in het gehele openbaar vervoer is de dienstregeling terug op het oude niveau. Alleen de buurtbussen blijven stilstaan. De branchevereniging OV-NL wil elke kans op besmetting zoveel mogelijk uitsluiten. ‘’Het gaat om een klein percentage van het hele openbaar vervoer, maar het zijn reizigers in bepaalde kernen die al sinds maart geen gebruik kunnen maken van de bus’’, legt CDA-raadslid Marc Smellink uit. De CDA-fractie begrijpt de veiligheidsmaatregelen die busvervoerder Keolis treft. De buurtbussen zijn kleiner en reizigers moeten door één deur in- en uitstappen. ‘’Zolang het reizen met de buurtbus niet veilig genoeg is vragen we om alternatieven, zoals grotere bussen. Tot de buurtbussen coronaproof worden gemaakt, nadat het onderzoek van TNO is afgerond’’, zegt Smellink. Smellink stelt namens de CDA-fractie mondelinge vragen aan het college hoe lang de buurtbussen aan de kant blijven en of vervoerder Keolis op de korte termijn voor een tijdelijk alternatief voor de buurtbus kan zorgen. De beantwoording volgt aanstaande dinsdag tijdens de commissievergadering. In de gemeente Dinkelland rijden buurtbus 592 (Weerselo-Borne), buurtbus 596 (Ootmarsum-Denekamp) en buurtbus 599 (Ootmarsum-Weerselo-Rossum).

Update 21 augustus: EBS meldt vandaag op haar website dat de Delfthopper telefonisch weer te reserveren is (nog niet online). Voor de reis wordt gecontroleerd of de passagier geen corona-gerelateerde klachten heeft. Dat is goed nieuws! Soms gaan dingen gelukkig snel. Blijven natuurlijk de vragen waarom de Delfthopper plotseling volledig uit de dienstregeling kon worden gehaald (terwijl de oplossing zo simpel is) en dat tot en met 20 augustus zowel via de website als telefonisch niets werd gezegd over een spoedige oplossing. Communicatie en duidelijkheid naar de inwoners die de Delfthopper gebruiken is erg belangrijk! Oorspronkelijk bericht (20 augustus) Gisteren meldde EBS, het bedrijf dat een groot deel van het openbaar vervoer in onze regio verzorgt, op haar website dat de Delfthopper voor onbepaalde tijd niet rijdt. Reden is dat in de kleine bussen onvoldoende afstand kan worden gehouden tussen chauffeur en passagier(s). Het CDA deelt uiteraard de zorgen om de gezondheid van de passagiers en chauffeurs van ons openbaar vervoer en we hebben er begrip voor dat coronamaatregelen voor bewoners van Delft ongemak kunnen opleveren. Maar door het tijdelijk stopzetten van de Delfthopper heeft een groot deel van Delft ineens geen openbaar vervoer meer in de buurt. De Delfthopper is vorig jaar in plaats gekomen van buslijn 62 en 133, en is daarmee voor een groot aantal Delftenaren uit Buitenhof, Westerkwartier en een deel van Tanthof de enige mogelijkheid om met het Openbaar Vervoer naar het station of de binnenstad te komen. Op de website van EBS wordt geen alternatief gegeven. Ook bij telefonische navraag geeft EBS aan geen alternatieven aan te bieden, en wordt gezegd dat bewoners zelf naar alternatief vervoer moeten zoeken. Dit gebrek aan alternatief was voor het CDA aanleiding om schriftelijke vragen te stellen aan het college van Burgemeester & Wethouders. Naar onze mening zou EBS, dat betaald wordt om het openbaar vervoer te verzorgen, meer mogen doen om de inwoners van Delft die van de Delfthopper afhankelijk zijn tegemoet te komen. EBS zou grotere bussen kunnen laten rijden, of desnoods het vervoer met de regiotaxi of een gewone taxi kunnen verzorgen. In geval van (regio)taxi moeten passagiers uiteraard wel tijdelijk maximaal het OV-tarief betalen zolang de Delfthopper niet rijdt. Wij hebben het college de volgende vragen gesteld: 1. Is het besluit om tijdelijk te stoppen met Delfthopper door EBS zelf genomen of heeft de Metropoolregio vooraf ingestemd met het tijdelijk stopzetten van de Delfthopper? 2. Is het college van Delft vooraf geïnformeerd en zo ja, heeft het College ingestemd? 3. Past het stopzetten van de dienstverlening door EBS binnen de afspraken die tussen EBS en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag zijn gemaakt? Zo ja, onder welke voorwaarden kan een aanbieder van openbaar vervoer besluiten voor langere tijd lijnen helemaal uit de dienstregeling te halen zonder een alternatief aan te bieden? Zo niet, heeft u EBS inmiddels aangesproken en wat was de reactie van EBS? In andere delen van Nederland zijn buurtbussen ook tijdelijk stopgezet. Verschil met de situatie in Delft is echter dat die buurtbussen vaak door “vrijwilligers, vaak oudere mensen” (citaat van branchevereniging OV-NL) worden gereden. De Delfthopper wordt gereden door professionele chauffeurs, in dienst bij EBS. 4. Deelt het college de mening van het CDA dat een openbaar vervoerbedrijf dat de concessie voor Delft heeft, ook voor alternatieven moet zorgen als een buslijn, of dit in dit geval de Delfthopper, langere tijd niet kan rijden? Zo niet, waarom niet? 5. Heeft EBS al alternatieven voorgelegd aan de gemeente of aan de Metropoolregio? Indien wel, waarom zijn deze alternatieven niet ingevoerd? 6. Is het college bereid om op korte termijn in gesprek te gaan met EBS om afspraken te maken over alternatieven die voor bewoners van Delft niet duurder zijn? Zo niet, waarom niet? Tot slot: bij de invoering van de Delfthopper in augustus vorig jaar waren er vanuit de gemeenteraad van Delft zorgen dat de Delfthopper op termijn tot een verschraling van het openbaar vervoeraanbod in Delft zou leiden. Dit omdat het voor reizigers lastiger is een bus te reserveren, dan om gewoon op te stappen bij een halte. Deze zorgen werden verder gevoed door het recente bericht van EBS dat met ingang de dienstregeling 2021 het aantal uren waarop de Delfthopper rijdt wordt gereduceerd, omdat er op deze uren weinig gebruikt gemaakt wordt van de Delfthopper. Het CDA vreest dat als de Delfthopper enige tijd niet rijdt, het bij de herindiensttreding een tijdje zal duren voordat de passagiersaantallen weer op het normale niveau zitten, en dat deze lagere bezetting mogelijk een argument kan zijn om de dienstregeling van de Delfthopper nog verder te versoberen. 7. Deelt het college deze zorg van het CDA. Zo ja, wat kan het college doen om te voorkomen dat deze situatie direct of indirect aanleiding is tot een permanente verdere versobering van de dienstregeling van het openbaar vervoer in dit deel van Delft?

Na de oproep van de Eindhovense gemeenteraad op initiatief van het CDA, heeft de provincie besloten om in december te stoppen met Bravoflex in Eindhoven (en in Helmond en Roosendaal). Het experiment waar inwoners op bestelling met een klein busje een ritje kriskrassend kunnen maken van halte naar halte, kost te veel geld en er wordt weinig gebruik van gemaakt. Het CDA is van het begin af aan kritisch geweest over Bravoflex. Het is een heel dure vorm van reizen, een ritje per reiziger zou 46 euro subsidiegeld kosten. Bovendien is Bravoflex niet toegankelijk voor inwoners met een kleine portemonnee of voor inwoners met kortingsproducten, aangezien het gratis ov voor minima en gratis ov voor studenten niet bij Bravoflex geldt. Het geld dat er jaarlijks in omgaat – structureel 660.000 euro, omgerekend naar 20.000 dienstregelinguren – kan wat het CDA betreft veel beter besteed worden. Daarom hebben we eerst kritische vragen gesteld aan de Provincie en Hermes, zoals u kon lezen in ons artikel van 21 april 2020. De antwoorden die we kregen, bevestigden onze kritische houding. Ook bleek, dat het doel van Bravoflex, tijdens het experiment gewijzigd was. Nu werd het gepresenteerd alsof het een aanvulling op het ov zou zijn, en niet een oplossing voor het schrappen van reguliere buslijnen, wat in de afgelopen jaren continu werd gemeld. De antwoorden op onze kritische vragen resulteerden in het indienen van een motie, waarin we hebben gepleit om te stoppen met Bravoflex en het geld dat hierbij vrijkomt in te zetten voor een verbetering van het regulier openbaar vervoer. Het CDA ziet graag dat de laatste bus na de laatste trein komt, dat we in de weekendavonduren de bus vaker laten rijden, dat de bus ook buiten het centrum minimaal 2 keer per uur rijdt en dat de bus zowel net voor als net na de spits vaker rijdt. We kregen steun van veel partijen, en met een grote meerderheid is deze motie aangenomen in de raadsvergadering van 19 mei 2020. En wat blijkt nu? Eerlijk gezegd tegen onze verwachting in, heeft de provincie (die ov-beheerder is) op 2 juli bekendgemaakt dat de proef met Bravoflex stopgezet wordt. Een mooi resultaat. En we blijven kritisch volgen wat er met het geld dat vrijkomt gaat gebeuren, want ons hoofddoel is natuurlijk om in Eindhoven (nog) beter openbaar vervoer te hebben. Remco van Dooren, raadslid Marianne Buenen, commissielid

In de commissie samenleving van 2 juli is er gesproken over wie in de gemeente Lansingerland vanuit gemeenschapsgeld een ov-schipkaart aangereikt krijgt. Dave Bergwerff deed het woord voor het CDA. Zoals gemeenteraadslid Dave Bergwerff al in de commissie van februari heeft aangegeven is het CDA het eens dat oudere minima gratis met het openbaarvervoer kunnen reizen. Dit in het kader van eenzaamheid bestrijden. Gratis OV voor alle minima kan volgens Bergwerff leiden tot de situatie waarbij iemand zonder werk die gebruik maakt van alle beschikbare regelingen indirect meer inkomsten heeft dan iemand die wel werkt. Werken loont daardoor voor sommigen niet. Mensen die vanuit een bijstandssituatie gaan werken zouden er op achteruit kunnen gaan. Dit wordt ook wel de werkloosheidsval genoemd. Als CDA’er vind Bergwerff dat mensen met een inkomen tot en met 120% van het minimum veel worden geholpen en daar staat hij dan ook zeker achter. Deze hulp uitbreiden met een gratis ov-chipkaart vindt Bergwerff te ver gaan. Tot slot geeft Bergwerff aan dat een gratis OV-chipkaart natuurlijk niet gratis is. Dit wordt bekostigd met gelden die we ook aan andere doeleinden kunnen besteden verteld hij. Dit is gemeenschapsgeld, in dit geval van de samenleving van Lansingerland. Het CDA gelooft niet in een 'gratis' OV voor alle minima. Dit zal beperkt worden tot enkel de ouderen.