Na twee maanden achter gesloten deuren onderhandelen is het zover. Er is een nieuw college GroenLinks, D66, de PvdA en de SP slaan na vier rechtse jaren een progressieve koers in. En dat is goed nieuws voor de stad. Het college zet grote stappen als het gaat om het milieu, het herstellen van de balans in de stad en het autovrij maken van het centrum. Racisme wordt actief bestreden en Amsterdam neemt verantwoordelijkheid voor haar hele geschiedenis. Gemeentebezit wordt niet langer verkocht aan de hoogste bieder maar ingezet voor maatschappelijk initiatief. Er wordt geïnvesteerd in kunst en cultuur. Drugs worden zo mogelijk gedecriminaliseerd en sekswerkers worden een serieuze gesprekspartner van de gemeente. Uiteraard kent ook dit coalitieakkoord zijn zwaktes. In het oog springt de achteruitgang in het aandeel sociale huurwoningen in de stad. Waar dit in de stad nu nog rond de vijftig procent ligt zal dit bij nieuwbouw nog slechts dertig procent zijn. De komst van een beperkt aantal gereguleerde ‘middenhuurwoningen’ is goed nieuws, maar hier geen oplossing voor. Als je sommige stukken van het collegeakkoord leest lijkt het wel alsof we aan tafel hebben gezeten. Kernbegrippen in het gedachtegoed van de Amsterdamse Piratenpartij die tot nu toe niet of zelden in de Amsterdamse politiek te horen waren als data-soevereiniteit, municipalisme en de commons nemen een prominente plek in. Het nieuwe collegeakkoord is ook nadrukkelijk een open akkoord. Het is nog niet altijd duidelijk hoe de grote ambities gerealiseerd gaan worden. Dit is een risico, maar vooral een kans voor de Amsterdammers om onze stad mede vorm te geven. De Piratenpartij zal het niet nalaten haar rol daarin te nemen en het college de komende vier jaar aan haar progressieve ambities te houden. Dat zijn we de stad en onze 4500 kiezers verschuldigd. Jelle De Graaf