De economie draait als een tierelier. De werkgevers schreeuwen moord en brand: we vinden de mensen niet meer. Anderen roepen dan weer: en er staan zo veel mensen aan de kant. Hoe kan dat dan? Dat is heel simpel. De mens is sluitstuk van elk verdienmodel. Als werknemer word je in de kaartenbak gezet, als er geen werk is en iedereen verwacht dat je er arbeidsfit uitspringt, als de economie weer aantrekt en zich turbulent ontwikkelt zoals nu.

Als jonge leerkracht heb ik ervaren wat het was om in het onderwijs aan de bak te komen. Ik deed er bijna een jaar over en uiteindelijk kreeg ik een baan op de LTS.  Ik hield al die jongens – en later ook de meiden – voor, dat ze er in ieder geval voor moesten zorgen, dat ze een vak leerden, want dan had je de grootste kans op vast werk en een goed loon. Dat advies zou ik nu weer geven. Een goede metselaar, timmerman, automonteur, etc. staat niet vlug aan de kant. Ik weet, dat het ASML in Eindhoven constant op zoek is naar mensen die technisch slim zijn. Ze benaderen bijvoorbeeld heel actief automonteurs. De garages zijn er niet altijd blij mee. Op dit moment staan veel bedrijven te springen om vaklui. Ja, hadden we ze nog maar opgeleid! Ergens is het fout gegaan.

Er is echter één voordeel. Er zijn nu initiatieven om mensen die al langere tijd langs de kant staan aan werk te helpen. Dat gebeurt niet meer volgens regeltjes en moeilijke procedures. Nee, de mens staat voorop. Geen vervoer, nou dan regelen we een fiets of een OV-chipkaart. Geen opvang voor je jonge kind. Dat lossen we op. Dus een onorthodoxe werkwijze. Brunssum heeft het project Betere Buren. Via die weg krijgen mensen de kans hun eigen bestaan op te bouwen door uit te gaan van wat mensen kunnen. Vervolgens zoek je bij de talenten van die persoon passend werk. Als werkgevers ook nog bereid zijn om die mensen een kans te geven, dan is een deel van het probleem opgelost.