In 1931 werd het hoofdgebouw geopend en de hallen daarachter in gebruik genomen als veemarkt. Ooit was dit een plek waar boeren onderhandelden met het traditionele handjeklap en nu staan daar grootse artiesten als Armin van Buuren en de Rolling Stones. De Brabanthallen zijn uitgegroeid tot het nummer één congrescentrum van Zuid-Nederland, goed voor jaarlijks 700.000 bezoekers, bijna €70 miljoen aan bestedingen en zo’n 1100 banen in de regio!

Je kan wel stellen dat dit een enorme verandering is geweest, van een veemarkt tot congrescentrum. Hierin heeft onze gemeente een belangrijke rol gehad en ook onze wethouder van financiën en economische zaken, Jan Hoskam. Daar zijn wij als Bossche VVD dan ook ontzettend trots op!

De grote verandering werd ingezet in tijden van crisis. In 2001 werd Nederland geconfronteerd met de uitbraak van mond-en-klauwzeer. Een virus dat koeien, varkens, geiten en schapen besmette. Hierdoor sloot in 2001 de veemarkt van de Brabanthallen definitief en verviel de hoofdfunctie van het complex. De gemeente als aandeelhouder zag daardoor aanleiding om samen met Libéma een nieuwe ontwikkelingsvisie op te stellen. In 2003 werd deze vastgesteld door de raad en werd de eerste stap gezet naar de ontwikkeling van de Brabanthallen zoals wij die nu kennen, een congrescentrum met nationale allure.

Wij zagen in tijden van crisis ook de noodzaak om als gemeente een risicodragende rol in te nemen en te investeren in de Brabanthallen. Geen enkele exploitant zou destijds bereid zijn geweest te investeren in de transitie naar nummer één congrescentrum van Zuid-Nederland. De gemeente heeft volgens ons de rol om ook een stimulator te zijn van werkgelegenheid en economie, zeker in tijden van crisis. Daarom hebben wij destijds de verantwoordelijkheid genomen om deze uitdaging aan te gaan en met succes!

De transitie is succesvol gebleken en we moeten nu stellen dat onze rol is vervuld. Het is niet de rol van een overheid om een congrescentrum te exploiteren als het bedrijfsleven dit beter kan. Daarom maken wij als gemeente de grote stap om ons aandeelhouderschap te beëindigen en ons aandeel te verkopen aan Libéma. Dit levert ons concreet het volgende op:

- De verkoop van onze aandelen levert de gemeente €7,35 miljoen op. Dit wordt natuurlijk weer geïnvesteerd in onze prachtige gemeente!

- De gemeente behoudt een gouden aandeel, wat ervoor zorgt dat wij een vetorecht houden op bepaalde keuzes en wij blijven eigenaar van de grond. Hierdoor verliezen wij dus niet de controle!

- De gemeente als aandeelhouder is in tijden van crisis een belangrijke factor geweest in de ontwikkeling van de Brabanthallen, alleen nu constateren wij dat dit eerder een remmende factor heeft op investeringen en verdere ontwikkeling van het congrescentrum. Er komt nu meer ruimte voor ondernemerschap!

De gemeente heeft een enorm belangrijke rol gespeeld in deze transformatie, waarin wij werkgelegenheid hebben gestimuleerd in tijden van crisis en het algemeen belang hebben gediend. Onze rol is vervuld en nu komt er weer ruimte voor ondernemerschap.