Nieuws van politieke partijen in Nederland inzichtelijk

3 documenten

Overheid, blijf uit het hoofd van mijn kind

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 10-03-2020 12:59

Door Eppo Bruins op 10 maart 2020 om 13:53

Overheid, blijf uit het hoofd van mijn kind

Waar leert een kind wat goed en kwaad is? Wat juist handelen is? Hoe je samenleeft? Waar leert een kind delen en wachten op zijn beurt? Waar leren kinderen, kort weg, wat het goede leven is?

Het antwoord zal geen verrassing zijn. Allereerst leert een kind dat binnen het gezin waar het opgroeit. In dat gezin, bij de ouders, ligt de eerste verantwoordelijkheid. Daarnaast is er de school, waar kinderen het grootste deel van hun jeugd te vinden zijn. Scholen leiden de toekomstige generaties op en hebben veel invloed op de vorming van jongeren tot verantwoordelijke volwassenen die klaar zijn voor het openbare leven. Dat is een enorme verantwoordelijkheid voor leraren en het is dan ook belangrijk dat ieder kind een school vindt die bij hem of haar past. Scholen zijn, in de visie van de ChristenUnie, een verlengstuk van de thuissituatie.

In Nederland hebben we al ruim honderd jaar onderwijsvrijheid in de vorm van gelijke bekostiging van openbaar en bijzonder onderwijs. Dat onderwijssysteem moeten we koesteren. Scholen kunnen op basis van hun visie en identiteit de lessen vormgeven. De overheid bepaalt de eindtermen en kerndoelen - dus wat de kinderen moeten kennen en kunnen - maar de scholen bepalen hoe er les gegeven wordt. Ouders kiezen een school tegenwoordig vaak op nabijheid, maar toch ook heel vaak toch ook op sfeer en pedagogiek, op mensbeeld en maatschappijvisie. Kortom: dat wat wij levensovertuiging en identiteit plachten te noemen.

Deze week heb ik in de Tweede Kamer gedebatteerd over de herziening van het curriculum voor het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het debat ging over een cruciale zaak: Wat worden in de toekomst de kerndoelen van het onderwijs, zoals voorgeschreven door de overheid? Wat moet elke leerling in Nederland aan het eind van zijn of haar schooltijd kennen en kunnen?

Ik merk dat veel politieke partijen dan de neiging hebben om daarin te ver te gaan. De politiek lijkt namelijk voor te willen schrijven wat een nette Nederlandse modelburger zou moeten vinden en denken. Niet kennen en kunnen, maar: welke meningen en opvattingen accepteren we wél en welke meningen en opvattingen horen kinderen niet te hebben? Dat is mij een doorn in het oog. De politiek legt daarmee een staatsmoraal op aan de kinderen. En bovendien is er weinig oog voor minderheidsstandpunten, die toch ook welkom horen te zijn in een democratie. Het gevaar in Nederland dreigt dat je kind van de overheid moet vinden wat de meerderheid vindt.

Scholen zijn waardengemeenschappen van leraren en ouders. Maar mag je ook in de toekomst nog waarden uitdragen die afwijken van het meerderheidsstandpunt? Vanwege bezorgdheid over islamitische scholen (en bij sommige politici ook over reformatorische scholen), waren sommige Tweede Kamerleden in het debat opvallend scherp in hun woorden als het ging om de kerndoelen over seksuele diversiteit of het onderwerp burgerschap.

Zeker, zoals elke vrijheid, heeft ook onderwijsvrijheid een grens. De rechtsstaat moet worden geëerbiedigd en kinderen moeten leren omgaan met verschillen. Daar zijn alle Tweede Kamerleden het wel over eens. Maar daar doet zich nu juist een opvallend verschijnsel voor: Politici die erop hameren dat het curriculum niet alleen gaat over ‘kennen en kunnen’, maar die ook willen bepalen wat scholen (en kinderen) moeten ‘vinden’, leggen hun standpunt als enig juiste, objectieve standaard eigenlijk op aan de rest van de samenleving. Men acht zichzelf neutraal en de ander afwijkend. Daarmee worden verschillen weggepoetst, ontkend of ronduit als verwerpelijk gedefinieerd.

Deze politici willen dat kinderen leren omgaan met verschillen, maar zelf tonen ze juist helemaal niet met die verschillen te kunnen omgaan. Ik maak me daar grote zorgen over omdat we in de loop van de tijd hebben gezien dat in de Tweede Kamer de partijen die zichzelf a-religieus (en daarmee volgens hun definitie neutraal) noemen, inmiddels een meerderheid lijken te vormen. In het huidige regeerakkoord hebben we nog kunnen afspreken dat de onderwijsvrijheid niet wordt ingeperkt, maar welke partijen schrijven het volgende regeerakkoord?

Als het gaat om burgerschap en de kerndoelen, dan is het belangrijk dat leerlingen de spelregels van onze democratische rechtsstaat kennen, dat ze weten van de diversiteit in onze pluriforme samenleving en dat ze daar mee leren omgaan. Dat ze weten welke vrijheden en verantwoordelijkheden we in dit land hebben. Dat mag de overheid allemaal voorschrijven. Maar dat moet beperkt blijven tot kennen en kunnen. Wat je moet vinden en denken, is deel van de opvoeding. De overheid moet uit je hoofd blijven. Dat is niet alleen onderwijsvrijheid, maar ook gewetensvrijheid. En op gewetensvrijheid is ons land gebouwd.

Deze column verscheen op 7 maart op www.cip.nl.

Kabinet mag stapje harder lopen voor jongeren

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 17-02-2020 15:17

Door Eppo Bruins op 17 februari 2020 om 15:49

Kabinet mag stapje harder lopen voor jongeren

Eind augustus presenteerde het Jongerenplatform van de SER - één van de belangrijkste adviesorganisaties van het kabinet - een belangrijk rapport over de uitdagingen waar jongeren anno 2020 tegenaan lopen. In het rapport wordt helder beschreven dat er voor jongeren veel kansen zijn in de samenleving, maar dat ze ook tegen veel belemmeringen aanlopen.

Op diverse terreinen hebben jongeren het niet gemakkelijk: door het leenstelsel, door de onzekere arbeidsmarkt, door een tekort aan woonruimte. Het Jongerenplatform toonde aan dat jongeren hierdoor belangrijke mijlpalen uitstellen, zoals het kopen van een huis of het stichten van een gezin. Er is dus wel wat aan de hand in onze samenleving.

De afgelopen tijd heeft de ChristenUnie deze problemen met Coalitie-Y uitgebreid op de kaart gezet. Uit ons initiatief is een brede beweging van jongerenorganisaties voortgekomen, dat inmiddels gesteund wordt door een groot aantal politieke partijen. Het rapport van het SER-Jongerenplatform sloot naadloos aan bij de agenda van Coalitie-Y.

We keken dan ook reikhalzend uit naar de reactie van het kabinet. Die kabinetsreactie kwam vandaag. En die valt dan toch een beetje tegen. In de kabinetsbrief wordt vooral opgesomd wat er allemaal al gebeurt op het terrein van onderwijs, arbeidsmarkt en woningmarkt. Er staat nauwelijks nieuws in de brief. Bovendien is het grootste punt van het Jongerenplatform en van Coalitie-Y: kijk nou integraal naar de positie van jongeren, en doe het niet verkokerd per beleidsterrein. Het kabinet lijkt weinig gehoor te geven aan deze oproep.

Wat de ChristenUnie betreft mag het wel wat ambitieuzer. Wij zullen de komende tijd dan ook blijven opkomen voor jongeren en het kabinet oproepen om in al haar beleidskeuzes de positie van jongeren voor ogen te houden. Een belangrijk punt daarbij is de generatietoets: bij grote beleidswijzigingen en politieke akkoorden moet in kaart worden gebracht wat de effecten zijn voor alle leeftijdsgroepen, zodat we generatie-proof beleid maken. In de brief van het kabinet wordt de uitwerking van deze generatietoets vooruit geschoven, maar we zullen dat scherp in de gaten houden.

Gelukkig staat er één concreet punt in de brief: voortaan zal weer het tweejaarlijkse Nibud Studentenonderzoek gehouden worden, om de financiële positie van jongeren in kaart te brengen. De ChristenUnie pleit hier al lang voor, want inzicht in de financiële situatie is een belangrijke eerste stap om ook gepast beleid te ontwikkelen.

Goed genoeg

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 01-06-2019 12:07

Door Eppo Bruins op 1 juni 2019 14:06

Afgelopen week waren Johan Toet en zijn vrouw Brenda te gast bij de ChristenUnie in de Tweede Kamer. Johan opende onze fractievergadering door zijn indrukwekkende levensverhaal met ons te delen.

Hij vertelde in vogelvlucht over zijn criminele drugsverleden en zijn jaren in de gevangenis. En ook over zijn radicale bekering: hoe hij Jezus vond in de diepste duisternis van zijn leven, alleen in zijn cel. Het boek dat Johan heeft geschreven heet ‘Goed genoeg’ omdat hij in Jezus heeft ontdekt dat hij niet hoeft te streven naar meer en hoger, dat het goed genoeg is wie hij is. In Christus heeft hij de rust en vrijheid gevonden waar hij altijd naar verlangde.

Johan’s verhaal deed me meteen denken aan de ontmoeting die ik een paar dagen daarvoor had gehad met een grote groep jongeren in Utrecht om te praten over onderwijs, prestatiedruk, burn-out en leenangst. Vanuit de ChristenUnie organiseren we ontmoetingen met jongeren van de generatie Y, samen met CNV Jongeren en studentenorganisaties. We praten met jongeren over wat ze bezig houdt, waar ze bang voor zijn en wat ze nodig hebben van ons als politici maar ook van hun omgeving. Zo willen we samen, als ‘Coalitie-Y’, na de zomer komen met een manifest en met nieuwe voorstellen waarmee we jongeren kunnen helpen op de terreinen van onderwijs, arbeidsmarkt en wonen.

Het valt op dat de verhalen die we horen bij de bijeenkomsten telkens hetzelfde patroon hebben: de verwachtingen zijn hoog, falen is geen optie en het moet altijd beter en hoger. De prestatiedruk die op jongeren ligt, is enorm. Het is heel gemakkelijk om jezelf (te) hoge verwachtingen op te leggen, maar uit de verhalen blijkt dat de verwachtingen echt van buiten komen en niet ingebeeld zijn. Daar waar mijn generatie nog wel eens een jaartje kon lanterfanten of een verkeerde keuze maken, zo lijkt tegenwoordig de genade geheel verdwenen. Het begint al op de middelbare school: je moet een profielkeuze maken waarvan wordt gezegd dat het je studie, je carrière en daarmee de rest van je leven zal bepalen. Aan het einde van de middelbare school “kun je wel kiezen uit 400 studies” (quote uit de bijeenkomst van vorige week) en deze keer is je keuze niet alleen allesbepalend maar moet ook meteen raak zijn: want vanaf dag één begin je een schuld op te bouwen. En als je de verkeerde keuze maakt en je verandert na een jaar, dan heb je al zo een paar duizend euro schuld en sta je weer aan het begin.

Natuurlijk had de vorige generatie ook last van keuzes maken. En ook toen ging je schulden aan voor je studie, al bleven die beduidend lager dankzij het bestaan van de basisbeurs. De leenangst en de prestatiedruk komen voort uit een nieuw fenomeen: je weet als jongere niet of je ooit goed genoeg  bent om te kunnen genieten van wat je nu allemaal investeert. Het leenstelsel werd door politieke partijen geframed als “investeren in jezelf”, maar deze jongeren weten door de overspannen huizenmarkt niet of ze met die tienduizenden euro’s schuld ooit een huis zullen kunnen kopen. Daarnaast zijn de huurprijzen voorbij alle grenzen van redelijkheid geschoten en is de kans op een baan met een vast contract steeds kleiner. Investeren in jezelf wordt zo wel heel dun. Als jongere lijkt de toekomst niet alleen onzeker, voor generatie-Y is ze onzeker.

En daarom zijn al die jongeren bezig met het oppoetsen van hun cv: een buitenlandstage, een bijbaantje, een bestuursjaar bij de studentenvereniging…. met alleen maar een diploma kom je er niet meer. Want wat maakt dat jij uitsteekt boven al die anderen?

Ik denk dat veel jongeren er baat bij zouden hebben als er een ouder, een docent en de samenleving tegen ze zegt: je bent goed genoeg. We missen in Nederland de waardering voor al die andere vormen van leren: gezond verstand dat je opdoet met ervaring, maakintelligentie die je krijgt door te doen, wijsheid die je vormt door te luisteren naar anderen, en niet te vergeten: falen. Falen is de meest effectieve vorm van leren. Dat je de verkeerde studie kiest, het profiel dat niet bij je past, of dat je een avond ergens te lang blijft hangen en de volgende ochtend merkt dat je dat beter niet had kunnen doen. Maar de ruimte of te falen is er niet meer bij generatie-Y. Het moet hoger en sneller. Anders ben je niet goed genoeg.

Ik pleit voor een samenleving met genade. Een samenleving waar jongeren fouten mogen maken, juist in die leeftijd van 15 tot 25 jaar waar je volop aan het onderzoeken bent naar wie je bent, wat bij je past en hoe het leven eigenlijk werkt. Juist in deze fase zouden ontspanning en creativiteit moeten bloeien. Ruimte om te genieten van het leven, fouten te maken, verkeerde keuzes te maken, vertraging op te lopen, en dan toch met een schone lei te kunnen beginnen. En niet met een bindend studieadvies, een studieschuld en een diploma waarvan je niet weet wat het waard is.

Laten we onze jonge mensen een samenleving met genade schenken. En zeggen: het is goed genoeg.

Deze column verscheen ook op CIP.nl