Nieuws van politieke partijen in Nederland over Forum voor Democratie inzichtelijk

38 documenten

Onze ernstige bezwaren bij een Corona-app

Forum voor Democratie Forum voor Democratie Nederland 21-04-2020 10:20

Stel, je komt in de buurt van iemand die Corona heeft. Hoe weet je dat dan? Normaal gesproken is dit lastig om te achterhalen. Om hiermee om te gaan heeft de overheid zich tot doel gesteld een app te ontwikkelen waarmee mensen op de hoogte gesteld worden als zij in de buurt zijn geweest van een geïnfecteerd persoon.

De werking is dat de app actief is op een iOS- of Android-smartphone en via Bluetooth contact maakt met andere toestellen. Er wordt bijgehouden bij wie je in de buurt bent geweest. Als achteraf blijkt dat je in de buurt bent geweest van iemand met Corona, dan krijg je daarvan een melding.

Dit klinkt in beginsel als een prachtig middel om te helpen Corona onder de duim te houden.

Wij zien echter een aantal serieuze bezwaren aan deze app en vinden dat elk van die bezwaren geadresseerd moet worden voordat we met een voorstel voor een app akkoord kunnen gaan.

Geven we niet te veel macht aan de staat?

Ten eerste het meest fundamentele bezwaar: het is cruciaal om te beseffen dat er mogelijk een krachtig middel aan de staat wordt gegeven om het reilen en zeilen van de burger te volgen. Iedereen zal beseffen dat een crisis soms maatregelen vereist die de rechten van de burger raken. Maar dat moet altijd proportioneel zijn. Gaat dit niet te ver? Is het middel de prijs waard die de burger moet betalen? Wat als we voor lange duur in deze situatie blijven? Ligt in het verschiet dat mensen verplicht worden om de app actief te hebben? En als het al niet een harde verplichting is, kunnen we dan ook garanderen dat het niet een zachte verplichting wordt, bijvoorbeeld door mensen toegang te weigeren tot bijvoorbeeld openbaar vervoer of overheidsgebouwen als de app niet actief is? Hoe garanderen we keihard de rechten van de Nederlandse burger?

Wat FVD betreft mag het nooit zo zijn dat een Corona-app op enige manier verplicht wordt.

Gaat het technisch werken?

Daarnaast is er het probleem van de technische werking. Op iPhone is het enkel mogelijk om de app continu te laten werken als de app op de voorgrond aanstaat. Is dat niet het geval, dan krijgt het enkel informatie, maar verzendt het niets. Daarnaast: Apple en Google werken weliswaar met elkaar samen om technische problemen te overbruggen, maar gaan de leveranciers van de apps dat op tijd kunnen verwerken in hun software? 

Dan is er de vraag of de app het nut gaat realiseren dat men voor ogen heeft. Er is een kritische massa aan app-gebruikers nodig voordat het systeem effect heeft: experts spreken over maar liefst 60% van de bevolking. Is dat een realistisch haalbaar aantal? Wat is de waarde van het netwerk als de 60% niet gehaald gaat worden? Helpt de app dan mee, of werkt het juist tegen?

Is het veilig?

Om aan die 60% te komen zal men het vertrouwen moeten hebben dat de app hun persoonlijke privacy niet schendt. Dat is op het moment allerminst zeker. Er zijn in korte tijd datalekken in de kandidaat-apps geconstateerd waardoor persoonsgegevens op straat komen te liggen. Gaat de beveiliging van de apps en de achterliggende systemen voldoende betrouwbaar zijn om de privacy van deelnemers te kunnen garanderen? Gaan de app-bouwers verantwoord om met de wijze waarop zij de app ontwikkelen? Wat is het protocol als de app toch onveilig blijkt te zijn en is gehackt?

Gaat het doen wat het moet doen?

En als die 60% wel gehaald gaat worden, dan nog zijn er voldoende hobbels te nemen. Het bereik van Bluetooth gaat verder dan de 1,5 meter die beschouwd wordt als kritisch voor overdracht van het Corona-virus. Zo zou je door een straat kunnen lopen en kan je app op tien meter afstand een contact registreren dat er in werkelijkheid nooit is geweest, zelfs door muren van huizen heen. Hoe beïnvloedt deze reeks van false positives de waarde van het totale netwerk aan geregistreerde contacten?

Aan de andere kant mag het vooral ook niet zo zijn dat er een vals gevoel aan veiligheid gaat ontstaan. In hoeverre gaan mensen zich veilig wanen als ze niet een bericht van hun app krijgen dat ze in contact zijn geweest met een door Corona geïnfecteerd persoon? Wat is het risico op asymptomatische verspreiding, wat nooit wordt vastgelegd in de app? Of diagnose van Corona die door administratieve rompslomp niet zijn weg terugvindt in de registratie? Of zelfs Corona-patiënten buiten het app-netwerk die zonder smartphone wel een contact hebben gehad?

Een app kan geen coronatest vervangen. Massaal testen blijft van het allergrootste belang.

Forum voor Democratie eist dat alle bovenstaande bezwaren worden geadresseerd voordat wij meegaan in een plan voor een Corona-app.

Wie bekommert zich om Hollands Glorie?

Forum voor Democratie Forum voor Democratie Nederland 11-04-2020 09:00

Deze week stond in het teken van de oplaaiende strijd tussen Nederland en Italië. Op het spel: de honderden miljarden EU-steun om de coronacrisis te bestrijden. Terwijl beide lidstaten druk bezig waren om via hun eigen propagandakanalen de overwinning te claimen, voert het Nederlandse bedrijfsleven een gevecht op leven en dood.  Van de broodjeszaak in het dorp die verplicht werd binnen 30 minuten na de persconferentie van Rutte de deuren te sluiten, tot de KLM die vorig jaar nog hun honderdste verjaardag mocht vieren.  

Hoe snel kan de wereld veranderen. Dit had niemand voor mogelijk gehouden. In een groot deel van de Westerse wereld zijn er generaties die nooit zo’n algehele malaise hebben meegemaakt. We hebben gezien wat daar de gevolgen van zijn geweest. In plaats van trots en dankbaarheid voor onze welzijn en welvaart, was een deel van onze samenleving - onder leiding van klimaatactivisten - hier juist boos over. Alles moest anders, en al het slechte op de wereld was de schuld van de mens. De Westerse mens welteverstaan. Deze klimaatactivisten zien nu de aandacht voor hun agenda smelten als sneeuw voor de zon. In paniek verwijzen zij wederom naar de mensheid. Onze welvarende manier van leven zou de oorzaak zijn van de corona pandemie. Uiteraard aangevoerd door de Klimaatpaus Timmermans, maar ook de echte paus deed een duit in het zakje. Kennelijk zijn zij vergeten dat de wereld niet zo welvarend was ten tijde van andere grote uitbraken zoals de pest, de pokken, cholera en de Spaanse griep. Pandemieën zijn van alle tijden, net als de verandering van het klimaat. Gedurende een crisis wordt duidelijk wie in staat is om zich verdienstelijk te maken, maar ook wie enkel in staat is vast te houden aan eigen dogma's. De periode dat er tijd en geld voor luxeproblemen wordt vrijgemaakt is voorbij. Het is nu alle hens aan dek.

De twee primaire taken die nu voor ons liggen zijn het redden van mensenlevens en de economie, schreef ik twee weken geleden. Inmiddels zijn we op een punt aangekomen dat de cijfers van het RIVM een dalende trend laten zien, maar het duurt waarschijnlijk nog maanden voordat de normale bedrijfsvoering weer kan worden opgepakt. Ondertussen wordt er op nationaal niveau goed nagedacht over de wijze waarop bedrijven in leven kunnen worden gehouden. Voor onze nationale trots, de KLM, ligt dat helaas anders. 

De luchtvaartindustrie is keihard getroffen en zij zijn gebonden aan strenge Europese regelgeving. De Europese Unie is het enige gebied ter wereld waar burgers beschermd worden door een uitgebreide reeks passagiersrechten. Voor afgelaste vluchten kunnen passagiers hun geld direct terugvragen. Echter, dat geld is er nu helemaal niet. Zonder aanvullende steunmaatregelen zal dat tot liquiditeitsproblemen leiden met een mogelijk faillissement van KLM tot gevolg. Dan zijn niet alleen de passagiers hun geld kwijt, maar verliest Nederland ook veel banen. Zonder KLM, heb je geen Schiphol, en andersom. In totaal gaat het om 300.000 banen en 4,5% van ons bruto binnenlands product. Daarom is het belangrijk dat er een tijdelijke uitzondering op de strenge Europese wetgeving wordt gemaakt.  Voor de niet uitgevoerde vluchten, kan KLM dan vouchers aan klanten teruggeven in plaats van cash. Zijn die vouchers na twaalf maanden niet of slechts gedeeltelijk uitgegeven, dan krijgt de passagier alsnog het deel terug waar het recht op heeft.

Forum voor Democratie heeft deze kwestie - tot vreugde van de KLM - op de agenda van de Transportcommissie van het Europees Parlement gezet. Wij hebben ook een beroep gedaan op onze Nederlandse EU Commissaris Timmermans. We gaan nu zien waar hij bij hoort. Bij de mensen die zich alleen bezighouden met het verzinnen van problemen, en Nederland wil opzadelen met gemeenschappelijke schulden? Of bij de mensen die zich inzetten voor Hollands Glorie, en de enorme problemen waar wij nu voor staan samen willen oplossen? Het resultaat zien wij met grote belangstelling tegemoet.  

Rob Roos is Europarlementariër voor Forum voor Democratie. 

Volg hem op:

Facebook: https://www.facebook.com/RobRoos.MEP

Instagram: robroos.mep

Twitter: @rob_roos

LinkedIn: linkedin.com/in/robroosnl

Baudet pleit voor controversieelverklaring gevoelige thema’s

Forum voor Democratie Forum voor Democratie Nederland 26-03-2020 21:43

Kamerdebat: Baudet positief over serieuze maatregelen (wel te laat, maar kritiek komt later), pleit voor grenscontroles, maximale inzet op tests en beschermingsmiddelen, controversieel verklaren van politiek gevoelige onderwerpen.

Bekijk de video

Corona: Waar staan we nu? En wat is de weg vooruit?

Forum voor Democratie Forum voor Democratie Nederland 23-03-2020 17:00

Er zijn veel misverstanden over het huidige beleid - en er is veel onzekerheid over wat we nu het beste kunnen doen om het Coronavirus onder controle te krijgen. In dit artikel blikken we kort terug op de gang van zaken tot nu toe; en kijken we vooral vooruit naar wat de komende dagen en weken de belangrijkste stappen zijn.

Niet "zomaar een griepje"

Allereerst: waarom nemen we überhaupt maatregelen? Hoe is deze golf van zieken ernstiger dan bijvoorbeeld de jaarlijkse griep? Sommige mensen stellen ons hier vragen over.

En oorspronkelijk stelde het kabinet zich natuurlijk ook op dit standpunt. Lange tijd wilde men de uitbraak van het Coronavirus überhaupt niet groot agenderen; en toen dat toch gebeurde, stelden Rutte en RIVM-directeur Van Dissel voor om de crisis aan te pakken met milde maatregelen.

De stille draai van het kabinet

Door het virus zich ‘gecontroleerd’ te laten verspreiden, hoopte men aanvankelijk dat er ‘groepsimmuniteit’ zou ontstaan. Binnen enkele dagen kwam de regering hierop terug en maakte een draai van 180 graden. Maximale indamming werd nu het doel. 

De reden voor deze draai was niet alleen het aantal geschatte doden of de verhouding tussen “besmettingen” en “ernstige gevallen” - maar ook het enorme aantal mensen dat plotsklaps op de Intensive Care belandde met ernstige klachten van de luchtwegen. Daar waar een longontsteking normaal gesproken parallel aan een griepvirus ontstaat, veroorzaakt COVID-19 zelf de longontsteking.

Corona zorgt voor vele malen meer Intensive Care-behoevenden dan een griep - die bovendien veel langer Intensive Care-verzorging nodig hebben. Daardoor raakt het medisch systeem overbelast en dreigt de samenleving als geheel ontwricht te raken.

Op zo’n moment kunnen ook reguliere operaties niet meer worden uitgevoerd, dreigt de besmetting over te slaan naar verzorgingshuizen, crèches, scholen, overheidsdiensten: dan ontstaat kortom een kettingreactie die de gehele samenleving ontwricht.

Een horrorscenario. En om dat te voorkómen zijn dus serieuze maatregelen nodig - die het kabinet nu ook genomen heeft (zij het, in onze ogen, helaas veel te laat).

Wat nu?

Zijn deze maatregelen nu voldoende? Wij vrezen van niet. Hoewel mensen veel minder met elkaar in contact komen, zijn er nog steeds veel mensen die zich niet houden aan de door het kabinet gestelde regels. Beelden van volle parken en stranden gingen dit weekend de ronde en ook winkels zijn nog open en worden veelvuldig bezocht. Hierdoor zal het virus zich nog steeds snel verspreiden - met overbelasting van de IC als gevolg.

In onze ogen zou het daarom het beste zijn om kort, zeer stevig in te grijpen - waarna de samenleving snel weer de normale draad van het leven kan oppakken. Volgens Rutte zou een lockdown betekenen dat het land een jaar op slot moet. Volgens het RIVM krijg je daarna bovendien een grote opleving van het virus. Beide zijn onjuist. 

Wat houdt een lockdown precies in? 

Met een lockdown wordt alles op alles gezet om te voorkomen dat het virus zich verder verspreidt. Het is de meest verregaande vorm van “social distancing”, en omvat onder meer:

Het - voor korte tijd - sluiten van de grenzen:We kunnen de crisis binnen onze landsgrenzen niet effectief bestrijden, als er nog steeds (potentieel) geïnfecteerden uit het buitenland ons land binnen kunnen komen. Daarom: vluchtverkeer minimaliseren, grenscontroles invoeren, 14 dagen quarantaine voor mensen die het land toch binnen wensen te komen.

Het - voor korte tijd - sluiten van alle niet-essentiële winkels en bedrijven:Kledingwinkels, elektronicazaken, kappers, nagelstudio’s, markten, enzovoorts, moeten allemaal korte tijd sluiten.

Een - kortdurend - samenscholingsverbod:Het is verboden om je in groepen van meer dan twee personen op straat op te houden.

Alle niet-noodzakelijke bijeenkomsten - voor korte tijd - verbieden:Dus ook bijeenkomsten waar minder dan 100 mensen op afkomen.

Gedurende korte tijd restricties aan onnodig de straat op te gaan:Mensen kunnen nog de deur uit om boodschappen te doen, naar de apotheek te gaan of een frisse neus te halen, maar niet met meer dan twee personen (huisgenoten) tegelijk. Het wordt verboden om je op minder dan 1,5 meter afstand tot een ander persoon te begeven (uitzondering voor mensen met jonge kinderen).

We realiseren ons dat deze maatregelen zeer ingrijpend zijn voor een vrije samenleving. In de huidige situatie zijn ze echter noodzakelijk om zo snel mogelijk controle over de uitbraak van het virus te kunnen krijgen.

Hoe lang duurt een lockdown?

De lockdown duurt maximaal enkele weken. Hoe langer ermee gewacht wordt tot de lockdown wordt ingesteld, hoe langer die naar verwachting zal moeten duren en hoe ingrijpender de lockdown zal worden. Maar na twee à drie weken moet het doel zijn bereikt: in kaart brengen waar de besmettingen zijn, tijd kopen om de capaciteit voor de Intensive Care op te schalen, tests klaarzetten zodat de rest van het maatschappelijk leven weer zo normaal mogelijk kan hervatten.

Het is dus pertinent onjuist dat een lockdown zou moeten duren totdat er een vaccin is ontwikkeld (wat naar verwachting nog ruim een jaar gaat duren), zoals onterecht door Rutte is beweerd. De lockdown hoeft niet zo lang te duren, omdat die er puur op is gericht om controle te krijgen over de situatie. Dit gebeurt op de eerste plaats doordat nieuwe besmettingen worden tegengegaan (flatten the curve). Tijdens de lockdown wordt er tijd gekocht om noodzakelijke maatregelen te treffen, zoals voldoende beschermingsmiddelen aan te schaffen, voldoende zorgpersoneel klaar te stomen en de Intensive Care- en testcapaciteit te verhogen. Gedurende deze tijd zullen we ook steeds meer te weten komen over het nieuwe virus, zodat we het virus gerichter kunnen aanpakken als de lockdown is opgeheven. 

Hoe verder ná de lockdown?

Het RIVM schetst onterecht het beeld dat een lockdown geen nut heeft. Het stelt: 

“Weliswaar kan het nieuwe coronavirus zich dan nog minder gemakkelijk verspreiden, maar ook niemand bouwt dan immuniteit op tegen de ziekte. Aangezien de ziekte wereldwijd verspreid is, is de kans groot dat na het opheffen van een lock-down veel mensen alsnog tegelijk ziek in een korte periode worden en zo een piek veroorzaken. Met een lock-down stel je dus vooral het moment uit dat er veel mensen tegelijkertijd ziek worden, en dat willen we niet.”

Deze voorstelling van zaken is afgebeeld in het derde scenario van de onderstaande afbeelding.

Deze inschatting is om twee redenen onjuist. Ten eerste gaat men ervan uit dat de huidige maatregelen ervoor zullen zorgen dat er groepsimmuniteit optreedt, voordat er een vaccin is ontwikkeld. Dat dit praktisch onmogelijk is, blijkt uit het eerdere artikel dat wij hierover hebben gepubliceerd. Dus óók met de mildere maatregelen van het kabinet zal er géén groepsimmuniteit optreden (voordat er een vaccin is ontwikkeld) en is de kans dat het virus zich na het opheffen van de maatregelen onverminderd snel zal verspreiden niet kleiner dan na het opheffen van een lockdown.

Daarnaast gaat men ervan uit dat de lockdown van het een op het andere moment wordt opgeheven. Dit is echter niet wat wij in het debat hebben voorgesteld. Thierry Baudet heeft er in het debat duidelijk voor gepleit om na de lockdown, wanneer de situatie onder controle is, gecontroleerd de maatregelen op te heffen. Zo kan er scherp in de gaten worden gehouden hoe het virus zich verder zal ontwikkelen en of de Intensive Care-capaciteit groot genoeg is. Dat ziet er als volgt uit:

Om de situatie ná een lockdown, in afwachting van een vaccin, onder controle te houden, is nodig dat er maximaal getest wordt. Zo kan snel in kaart gebracht worden waar het virus opduikt, kunnen de geïnfecteerde personen direct in quarantaine worden geplaatst en kunnen de contacten van geïnfecteerde personen ook direct worden getest en indien nodig in quarantaine worden geplaatst. Deze methode wordt met succes toegepast in landen als Zuid-Korea en Singapore, om het virus onder controle te houden. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie dringt erop aan om zoveel mogelijk te testen. Het RIVM weigert vooralsnog om maximaal te testen, ondanks dat daar wel de capaciteit voor zou zijn. Hierover hebben wij schriftelijke vragen gesteld.

Kabinet krabbelt terug van groepsimmuniteit

Forum voor Democratie Forum voor Democratie Nederland 18-03-2020 19:07

Kamerdebat: Baudet kritisch op kabinet, eist lockdown, kabinet maakt terugtrekkende beweging qua groepsimmuniteit.

Lees meer

Strategie groepsimmuniteit

Forum voor Democratie Forum voor Democratie Nederland 16-03-2020 20:05

Rutte houdt toespraak: strategie is virus beheerst laten verspreiden, zodat we groepsimmuniteit ontwikkelen.

Lees meer

Baudet eist spoeddebat over sluiten scholen

Forum voor Democratie Forum voor Democratie Nederland 14-03-2020 20:04

Baudet eist spoeddebat op zondag over sluiten scholen, n.a.v. oproep Federatie Medisch Specialisten. Geen steun.

Lees meer

Het coronavirus grijpt om zich heen. Zó wil FVD het bestrijden!

Forum voor Democratie Forum voor Democratie Nederland 08-03-2020 13:00

Theo Hiddema, 5 maart 2020:

Voorzitter,

Vijf weken geleden vroeg ambtgenoot Baudet maar liefst tweemaal een debat over de verspreiding van het nieuwe coronavirus aan. Het werd door een meerderheid van de Kamer weggewuifd. “Komt wel tijdens het AO”, zei men. Die laconieke reactie hield aan. Zo’n wijdverbreide uitbraak van het coronavirus, dat zou ons toch niet overkomen? De reactie van het RIVM was ook bevreemdend. Na een coronabesmetting in Tilburg meende een RIVM-directeur dat de grootschalige verspreiding van het virus tijdens carnaval onwaarschijnlijk was, want men zou carnaval tenslotte toch, ik citeer, “in een kleine groep” vieren. Wat een expertise! De moed zinkt de burger al in de schoenen. Dit wekt niet de indruk van een opperste staat van paraatheid, nietwaar?

Laat ik heel duidelijk zijn: FVD pleit niet voor paniek of paranoia. Wel voor realisme en gepaste voorbereiding op een epidemie met serieuze gevolgen voor mens en maatschappij. Het is mogelijk dat veel mensen ziek worden. En uitbraken van het coronavirus zijn vaak lokaal geconcentreerd, zoals we ook al in Italië hebben gezien. Huisartsen en ziekenhuizen kunnen opeens overweldigd worden door patiënten en bezorgde burgers. Zijn zij daar adequaat op voorbereid? Wat als veel ongeruste mensen zich opeens willen laten testen? Voor hoeveel dagen zijn er pcr-testen voorhanden? En wat gebeurt er met de kinderen als scholen tijdelijk hun deuren moeten sluiten? Hoe wordt besloten wanneer en hoe dit moet gebeuren? Het is zaak dat hier duidelijke protocollen voor zijn en dat publieke instellingen hiermee bekend zijn. Zijn die er? Kan de minister aangeven welke protocollen hiertoe voorhanden zijn?

Wat FVD betreft staan drie zaken centraal.

Ten eerste: de terechte zorgen onder de bevolking kunnen het beste worden beantwoord met volledige openheid van zaken. De mond mag worden bedekt, maar de realiteit niet! Wij juichen daarom toe dat het RIVM op zijn schreden is teruggekeerd en nieuwe coronagevallen nu toch per gemeente publiceert. En wij sporen alle betrokkenen aan om de grootst mogelijke openheid te geven over de stand van zaken. Schimmigheid vergroot de zorgen.

Ten tweede: in geval van twijfel: testen, testen, testen! De toegang tot een test op het coronavirus moet laagdrempelig zijn. Er verschenen berichten dat het Radboud MC te Nijmegen iedereen met luchtwegklachten op het coronavirus test. Dat zou volgens het AD in tegenspraak met het RIVM-protocol zijn. In dat geval heeft het Radboud MC het juiste besluit genomen. Eventuele terughoudendheid van het RIVM om te testen kan desastreuze consequenties hebben, zowel voor zieken als voor de samenleving. Wil de minister hierop toezien?

En ten derde: capaciteitsvergroting. Er verschijnen al berichten over een gebrek aan mondkapjes in de ziekenhuizen. Die zijn vervolgens schielijk ontkracht, maar mij kwam ter ore dat academische ziekenhuizen en het RIVM vandaag een noodbijeenkomst organiseren om het gebrek aan opvangcapaciteit en pcr-testen te bespreken. Kan de minister ons op de hoogte stellen van de uitkomsten hiervan? Hoeveel testen zijn er nog beschikbaar in Nederland? Hoe lang is de doorlooptijd, de tijd die het in het laboratorium duurt van het moment van testen tot de uitslag? Een medicus werkzaam in dit circuit fluisterde me in dat die doorlooptijd een week bedraagt. Klopt dat? Zo ja, dan is dat te lang! Zou het dan niet beter zijn om alle geteste personen dringend zelfquarantaine te adviseren? Wat gaat de minister doen om het aantal pcr-testen zo snel mogelijk te vergroten en de doorlooptijd te verkorten?

Dan ten slotte. India heeft aangekondigd geen paracetamol meer te zullen exporteren. Dit noopt tot reflectie: zijn we voor essentiële geneesmiddelen en andere medische artikelen te afhankelijk van het buitenland? Als andere landen hun producten in het geval van een pandemie niet langer exporteren, komt Nederland dan in de problemen? Is hier een plan voor? Graag een reflectie van de minister.

Dankuwel.

Is FVD tegen de rechtsstaat?

Forum voor Democratie Forum voor Democratie Nederland 28-01-2020 11:00

Ter beantwoording van die vragen (of één vraag eigenlijk, in verschillende varianten), is het nuttig vier momenten in de staatsrechtelijke geschiedenis van Nederland en Europa in het algemeen te onderscheiden: 1648, 1748, 1848, 1948.

1648: de natiestaatIn 1648 kwam de natiestaat als politiek ordeningsprincipe naar voren. Dat gebeurde met het “Westfaalse stelsel”. Dat systeem is ontstaan toen de Vrede van Westfalen werd gesloten (1648). Vanaf dat moment werden natiestaten erkend als territoriale eenheden met een eigen soevereiniteit die door de andere staten in beginsel zou moeten worden geëerbiedigd (non-interventie). Kenmerkend voor die natiestaten was dat een vorst de effectieve controle over een stuk grondgebied wist te handhaven. Zoals Voltaire zei: “De eerste koning was een gelukkige soldaat.”

Die natiestaat is een enorm succes gebleken en in tegenstelling tot wat wel wordt beweerd, is dit nog steeds het meest nuttige model van politieke orde gebleken. Tot op de dag van vandaag. De huidige Verenigde Naties zou eigenlijk de “Verenigde Natiestaten” moeten heten.

1648 gaat over de vestiging van de staatsmacht.

1748: de rechtsstaatNu naar 1748. Toen publiceerde Charles Louis de Secondat, baron de La Brède et de Montesquieu (1689-1755), kortweg “Montesquieu”, het boek Over de geest der wetten (1748). Het boek van Montesquieu gaat niet over de vestiging van de staatsmacht, maar om de beperking daarvan. Waarom? Omdat macht, ook macht in handen van de staat, kan corrumperen. Power corrupts, absolute power corrupts absolutely, is het weer later geformuleerd, maar dit geeft ook al een centrale zorg aan van Montesquieu. De staat moet dus bij zijn noodzakelijke uitoefening van de macht aan bepaalde normen worden gebonden. Dat is, om te beginnen, aan de wetten die de staat zelf maakt. Dat noemt men het “legaliteitsbeginsel”. Maar om machtsmisbruik te voorkomen, zou de staatsmacht ook het beste kunnen worden verdeeld over drie verschillende organen: een wetgevend orgaan (de “wetgever”), een uitvoerend orgaan (de “regering”), een rechtsprekend orgaan (de “rechter”). We spreken van de trias politica.

Ook zouden die drie organen (of “machten”) in een evenwichtige verhouding moeten worden geplaatst. Zij zouden elkaar in evenwicht moeten houden. Alleen dan zou de staatsmacht aanvaardbaar zijn. Een staat die zijn eigen macht beperkt door het recht en door de trias politica (leer van de drie machten), is legitiem. Zo’n staat noemen we een “rechtsstaat” (in tegenstelling tot een machtsstaat of een politiestaat of een dictatoriale staat). Een goede omschrijving van een rechtsstaat is: een staat die de eigen macht heeft laten beperken door het recht. Daarmee hebben we een duidelijk contrast tussen 1648 en 1748: het eerste vestigt de macht, het tweede beperkt te macht.

1848: de democratieWeer een eeuw later, in 1848, introduceerde Johan Rudolph Thorbecke (1798-1872) democratie. Of een begin van democratie. Wat is democratie? Democratie houdt in dat je kan bepalen door wie je geregeerd wilt worden, maar ook dat die regering vertrekt wanneer de burgers, of de vertegenwoordigers van de burgers, vinden dat het tijd is voor een politieke wisseling van de wacht.

Die “wisseling van de wacht” wordt mogelijk door het systeem van de “ministeriële verantwoordelijkheid”. Dat wil zeggen dat de ministers, degenen bij wie de verantwoordelijkheid voor het regeren berust, opstappen wanneer de volksvertegenwoordiging aangeeft dat de tijd daarvoor gekomen is. Een eerste vorm van die ministeriële verantwoordelijkheid werd ingevoerd door Thorbecke in 1848 en dat systeem werd verder ontwikkeld in de 19e eeuw (1866/68).

Hiermee hebben we de drie belangrijkste bouwstenen van de democratische rechtsstaat geschetst: de vestiging van de staatsmacht in 1648, de beperking van de staatsmacht in 1748 en de democratische controle van de staatsmacht in 1848.

1948: de mensenrechtenToch ontbrak nog iets. Een eeuwenoude traditie van “natuurrechtelijk denken” had gewezen op de betekenis van sommige individuele rechten voor de mens (en de burger) die nooit zouden mogen worden geschonden. Ook niet door een democratische meerderheid. Zou een democratische meerderheid mogen bepalen dat alle kinderen met blauwe ogen aan de leeuwen mogen worden opgevoerd in een speciaal daarvoor gebouwd Colosseum? Nee? Waarom dan niet? Als het democratisch besloten is, kan dat toch?

Nee, want die individuele rechten, mensenrechten of grondrechten, verzetten zich daartegen. Je mag een mens niet zomaar rechteloos maken. Ook niet bij meerderheid van stemmen. Ook niet wanneer je daarvoor een wettelijke basis kan vinden van de helft + één. Die gedachte leidde weer tot een lijst van universele (overal geldige) “mensenrechten”. Dat gebeurde met de vaststelling van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (1948) die door de Verenigde Naties (zoals gezegd, de Verenigde Natiestaten) werd aangenomen. Die mensenrechten, rechten die net als de leer van de trias politica, een beperking vormen op de macht van de staat (zelfs de democratische staat), vormen daarom ook een onderdeel van het idee van de rechtsstaat. Het mensenrecht van de vrijheid van expressie geeft bijvoorbeeld aan dat geen wet mag worden gemaakt waarmee aan PVVers het stemrecht of de vrijheid van expressie wordt ontnomen. Hoewel dat met een wetgever die in meerderheid daartoe een wet kan uitvaardigen best mogelijk zou zijn. Een rechter zou dan zo’n wet buiten toepassing moeten laten, want, hoewel democratisch, is die wet toch onrechtvaardig.

De Amerikanen en het toetsingsrechtDe Franse filosoof Montesquieu maakte veel indruk op de Amerikaanse verlichtingsdenkers. Op de mensen die de Amerikaanse grondwet maakten in 1787. De Amerikanen hadden zich in 1776 onafhankelijk verklaard van Engeland en bezonnen zich op het maken van een eigen grondwet. In die grondwet probeerden zij zich ook uitvoerig te bezinnen op de trias politica. En hun bijdrage aan die bezinning betekende een belangrijke versterking van de positie van de rechter in de leer van de scheiding en het evenwicht van de staatsmachten. Wat vonden namelijk de Amerikanen? Dat de rechterlijke macht van de drie eigenlijk de zwakste was. De wetgever ging over het geld. De uitvoerende macht over politie en leger. Maar de rechter ging eigenlijk over niets. Die had alleen een “oordeel”. De rechterlijke macht zou daarom de bevoegdheid moeten krijgen om de wetten die de wetgever maakt te beoordelen op overeenstemming (of strijd) met de Amerikaanse grondwet. Dat noemt men het rechterlijke toetsingsrecht of judicial review. Dat toetsingsrecht werd in de Verenigde Staten van Amerika geïntroduceerd in 1803. Dus als de Amerikaanse wetgever een wet maakt die door de rechter die deze wet in een individueel geval moet toepassen door de rechter als strijdig met de grondwet wordt geoordeeld, dan kan de rechter die wet buiten toepassing verklaring. Die wet is dan null and void. Dat is natuurlijk een stevige macht in handen van de rechter en de gehele Amerikaanse constitutionele geschiedenis wordt dan ook gekenmerkt door een discussie over dat toetsingsrecht.

Sommigen vinden dat prachtig. Immers het maakt grondrechtenbescherming mogelijk. Anderen klagen over het “ondemocratische” van dat toetsingsrecht, want het plaatst de rechter boven de wetgever. En daar zijn sommigen tegen. Het heeft ook geleid tot een lange discussie over de vraag hoe de rechter met dat toetsingsrecht zou moeten omgaan. Heel terughoudend, zei de Amerikaanse rechter Antonin Scalia (1936-2016). Zeer voortvarend, zei een andere rechter William Brennan (1906-1997). In die discussie worden natuurlijk ook uitspraken van de rechter, met name het Amerikaanse Hooggerechtshof, besproken. Bewoog de rechter zich hier niet op politiek vlak? Heeft hij zich wel voldoende aan de tekst van de wet gehouden? Is de tekst van de wet niet te vaag? Bevat deze niet teveel open normen, zodat de rechter te veel ruimte krijgt bij de uitleg?

Discussie over de macht van de rechter is oud en vooral in de VS heel levendig, om maar een understatement te gebruiken. Met een discussie daarover is niets mis. Ook niet wanneer die in Nederland zou worden gevoerd. Aan het eind van dit stuk kom ik daar nog op terug.

Wat is een evenwichtige verhouding van de staatsmachten?Het alleen onderscheiden van de vier data en de principes die toen werden geïntroduceerd (vestiging van de staatsmacht in 1648, beperking van de staatsmacht in 1748, democratische controle in 1848, en introductie van individuele rechten in 1948) laat nog veel vragen onbeantwoord.

Bijvoorbeeld hoeveel van die individuele rechten kan men erkennen? En welke? Een naïef antwoord is: zoveel als men maar wil. Immers voor al die rechten valt wel wat te zeggen. Recht op vrijheid van expressie, recht op vrijheid van godsdienst, recht op schoon drinkwater, recht op een dak boven je hoofd, recht om toegelaten te worden in een ander land als je vreest voor vervolging in je eigen land, recht op het behoud van de culturele identiteit van de groep waartoe je behoort, recht om niet gediscrimineerd te worden, recht om niet beledigd te worden – eindeloos is de lijst van claims die je de status van “mensenrecht” kan geven. Die wildgroei aan mensenrechten zou je “proliferatie” kunnen noemen.

Maar waarom is die wildgroei een probleem? Omdat de erkenning van elk individueel mensenrecht ook een beperking van de democratisch gecontroleerde wetgever betekent. Anders gezegd: een rechtsstatelijk instrument als het mensenrecht, beperkt ook de democratie. Een mensenrecht geeft aan: “Hier, wetgever, wordt u geacht niet in te treden.” En ook: “Als u, wetgever, hierover iets bepaalt dat in strijd is met een mensenrecht dan zal de rechter u terugfluiten door uw wet buiten toepassing te laten.” Daarmee is duidelijk dat 1748 (rechtsstaat) op gespannen voet met 1848 (democratie) kan komen te staan.

Voor Montesquieu was dit een reden om die rechters streng toe te spreken dat ze zich strikt aan de wet zouden moeten houden. Zij zouden moeten optreden als “onbezielde wezens”. Rechters zouden niet – en nu gebruik ik eigen bewoordingen – moeten gaan “regeren”. Wanneer rechters gaan regeren en dus macht aan zich trekken die men beter in handen van de wetgever kan laten, dan noemen we dat met een geleerd woord een “dikastocratie” (een regering door rechters). Dat woord komt niet van Montesquieu, maar de gedachte wel.

Ook Thorbecke was voor een overmaat van macht bij rechters nogal beducht. Dat bracht hem ertoe om te opponeren tegen een “toetsingsrecht” door de rechter. Het “toetsingsrecht” betekent, zoals we hebben gezien, dat de wetten die de wetgever heeft gemaakt door een rechter buiten toepassing kunnen worden gelaten wanneer de rechter meent dat de wet in strijd is met een individueel recht dat we hierboven als een “mensenrecht” of een “grondrecht” hebben aangemerkt. Het “toetsingsrecht” zou de rechters teveel macht geven. De evenwichtige verhouding van de drie staatsmachten (trias politica) zou daardoor worden verstoord. Thorbecke was niet enthousiast over het systeem dat de Amerikanen in 1803 hadden geïntroduceerd. Ook Thorbecke was dus in 1848 een criticus van een eventuele “dikastocratie”.

Over deze kwestie is natuurlijk veel meer te vertellen, maar ik wil me nu even concentreren op de vragen die aan het begin van dit stuk werden opgeworpen. Laten we teruggaan naar het begin.

De hedendaagse discussie over de triasIs FVD tegen de rechtsstaat? Natuurlijk niet. FVD is voor alle drie de instrumenten die hierboven werden gekoppeld aan de data van 1648, 1748, 1848, 1948. Ook FVD is voor een natiestaat (1648), die een rechtsstaat is (1748), bovendien een democratie (1848), waarin bovendien mensenrechten en grondrechten (1948) worden gewaarborgd.

Maar FVD heeft wel, net als Montesquieu, net als Thorbecke, een bepaalde visie op de verhouding van die staatsmachten. Om te beginnen iets wat aan 1748 voorafgaat. FVD legt zware nadruk op 1648. Veel van de problemen waarmee we tegenwoordig te maken hebben, hebben te maken met het feit dat de regering nauwelijks het staatsgezag op het grondgebied van de Nederlandse staat weet te handhaven. De grenzen van de natiestaat zijn poreus geworden. Criminelen intimideren advocaten van kroongetuigen. Terroristen intimideren cartoonisten of liquideren publieke intellectuelen als Theo van Gogh († 2004). Dat zijn allemaal manifestaties van falende staatsmacht.

Ook over 1748 valt wel het een en ander te vertellen. FVD is het eens met Montesquieu en Thorbecke dat we moeten waken tegen het wegvloeien van teveel beslissingsmacht naar rechterlijke instanties. Zouden we daar niet over mogen spreken? Maar waarom dan niet? Er is niets dat erop wijst dat Kamerleden of leden van de regering zich terughoudend zouden moeten opstellen wanneer het aankomt op bezinning op de juiste verhouding van de staatsmachten. Er is ook helemaal niets op tegen een vonnis, zoals in de Urgenda-zaak te kritiseren. Sterker, dat moet je als Kamerlid doen. Ook als lid van de Eerste Kamer. Je bent namelijk door het volk gemandateerd voortdurend na te denken over de juiste inrichting van ons constitutioneel bestel. Dat gaan we straks ook weer doen aan de hand van het rapport van de Staatscommissie Parlementair Stelsel. Als het daarbij niet geoorloofd zou zijn iets te zeggen over de wijze waarop de rechter zijn eigen rol ziet in verhouding tot de wetgever, dan kunnen we wel ophouden. De ondertitel van het rapport van de Staatscommissie Parlementair Stelsel luidt: “Democratie en rechtsstaat in balans”. Die ondertitel is significant. Veelzeggender dan de enigszins verwarrende hoofdtitel trouwens: Lage drempels, hoge dijken. “Democratie en rechtsstaat in balans” is een goede ondertitel omdat het onmiddellijk duidelijk maakt dat democratie en rechtsstaat kennelijk ook “uit balans” kunnen raken. En de vraag is dan hoe dat komt? Dat kan komen omdat het rechtsstatelijke overheerst over het democratische of het democratische overheerst over het rechtsstatelijke (waar de Europese Commissie landen als Polen en Hongarije van beschuldigt). In de vertegenwoordigende instanties van de Tweede en de Eerste Kamer gaat het onder andere over bezinning op die verhouding. Het zou ongerijmd zijn als over de verhouding wel kan worden gediscussieerd maar men zou geen voorbeelden mogen noemen van rechterlijke uitspraken waarbij die balans ver te zoeken is.

Is die discussie bedreigend voor rechters? Het valt moeilijk in te zien waarom. Immers rechters hebben een veel steviger positie hebben dan bijvoorbeeld Kamerleden. Rechters zijn voor het leven benoemd. Hun bezoldiging is bij de wet geregeld (zie artikel 117 Gw). Rechters hoeven zich dus helemaal niets aan te trekken van eventuele kritiek. Dat doen zij dan ook niet.

Maar wanneer rechters Kamerleden zouden gaan bekritiseren omdat Kamerleden onwelgevallige opvattingen ventileren over een evenwichtige verhouding van de drie staatsmachten dan kan dat betekenen dat die Kamerleden in hun werk worden beperkt. Die kunnen denken: “Laat ik maar niks zeggen over de wijze waarop de rechter zijn taak ziet, want dan word ik als ‘vijand van de rechtsstaat’ aangemerkt. En dat is een zware aantijging. Mijn kiezers gaan mij dat kwalijk nemen. Laat ik dus maar meehuilen met de wolven in het bos en zeggen dat rechters nooit, maar dan ook nooit bekritiseerd mogen worden omdat zoiets in strijd is met de trias. Dat is veiliger dan de weg van Montesquieu, Thorbecke en Scalia te bewandelen met hun kritiek op voortvarend optredende rechters.”

Zo’n laatste opstelling van een Kamerlid dat de discussie mijdt omwille van de lieve vrede, hoe zouden we die moeten noemen? Is daar geen Grieks woord voor? Vaandelvlucht? Ambtsverzuim? Ratiofobie? Criticofobie.

Dat grote gesprek over de trias politica was er vanaf het moment dat deze leer voor het eerst werd geformuleerd in 1748. Dat gesprek ging door naar 1848. In 1948 kwam daar, met de lijst van universele rechten van de Verenigde Naties, een element bij. Vijf jaar na 1948, in 1953, werden de mensenrechten van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens geherformuleerd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM). In 1953 werd bovendien een “rechterlijk implementatiemechanisme” geïntroduceerd wat inhoudt dat alle rechters in Nederland wetten mogen toetsen aan dat EVRM. Dat betekent dat het toetsingsrecht aan de grondwet, waar Thorbecke tegen was, nu wel mogelijk werd aan de mensenrechten uit het Europese Verdrag. Is dat goed? Daar valt veel over te zeggen en dat gebeurt dan ook.  En dat gesprek zal blijven bestaan zolang de democratie blijft bestaan. En het moet ook gevoerd worden opdat de democratie kan blijven bestaan.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.