Samen het park onderhouden, een moestuin aanleggen of een composthotel starten. Veel Amsterdammers zetten zich vrijwillig in voor groene en klimaatvriendelijke straten. Deze groene buurnetwerken zorgen voor een mooiere stad waarin buren elkaar letterlijk en figuurlijk kunnen vinden. Hun kennis, kunde en energie zijn goud waard! Toch gooit het college vanaf 2020 het roer om en kiest voor een centrale en ambtelijke aanpak. Anke Bakker (raadslid Partij voor de Dieren) bepleit dat het beschikbare geld primair bij de bewonersinitiatieven terecht moet komen. Amsterdammers kunnen via de ‘Groen in de buurt’-regeling een initiatief indienen bij hun stadsdeel die het plan na goedkeuring vervolgens kan overlaten aan de buurtbewoners of zelf kan gaan uitvoeren. Vanaf 2018 is hiervoor elk jaar twee miljoen euro beschikbaar. Een waardevolle subsidie, want het is aangetoond dat een groene buurt een gelukkig en gezond effect heeft. In stadsdeel Zuid zijn schoolvoorbeelden te vinden van groene buurtorganisaties die bewoners bij elkaar brengen, helpen en enthousiasmeren om samen met een initiatief aan de slag te gaan. Bewoners in Zuid zijn het meest tevreden én aan het werk in het groen Ongeveer 2000 bewoners in Zuid zijn regelmatig met hark, snoeischaar of werkhandschoenen in het groen te vinden. Dat doen zij veelal op eigen initiatief én met hulp van de organisaties Natuur en Milieuteam Zuid en Groene Buurten. Nu hun financiering op de tocht staat, komen de bewoners in actie. Uit de vele e-mails spreekt de bezorgdheid van de betrokken bewoners over de toekomst van bewonersinitiatieven: “NMT Zuid heeft mij diverse keren geholpen door advies. Ze hebben grote kennis op het gebied van natuur en dieren. Bij 14020 ben ik al zo vaak van het kastje naar de muur gestuurd. Niet door onwil, maar door gebrek aan inzicht en kennis.” En niet alleen in Zuid, maar ook veel bewoners uit de rest van de stad weten deze groenorganisaties te vinden voor advies, cursussen over composteren of snoeien. Een opgelegde ambtelijke aanpak moeten we niet willen In de evaluatie van de gemeente staan zorgwekkende cijfers. Zo kreeg twee op de drie bewoners die aan de slag wilde met groen in de buurt geen of een veel te late reactie. “Ik heb een out of office bericht gehad en daarna nooit meer iets gehoord!” Ook zijn er twijfels over de deskundigheid bij de gemeente en zorgen over de snelheid: “Alles met betrekking tot vergroening duurt een eeuwigheid!”. En de inzet van bewoners zelf? Die is hoog: de meeste ondervraagden geven aan alle onderdelen van hun groenprojecten zelf te regelen. Ook in West wilden 25 groene bewonersinitiatieven een groen bewonersnetwerk opstarten. Daar koos het stadsdeel niet voor bewoners, maar voor de ambtelijke aanpak. Werd de buurt er groener van? Er kwamen kansenkaarten voor 40.000 euro, er kwam een ‘onderzoek naar een plantenmarkt’ voor 20.000 euro en andere stadsdelen kregen advies voor 80.000 euro, maar voor een netwerk van groene bewonersinitiatieven was geen ruimte. Het gevolg: teleurgestelde, tegengewerkte bewoners. “Een mooie bijenplant voor het plantsoen? Ik kocht het van mijn eigen geld. Dat lijkt me niet de bedoeling.” Bewoners maken samen de stad Met een nieuwe ambtelijke aanpak lijkt het college de bestaande groene netwerken te ondergraven. Het werkt dan ook de eigen ambities tegen, want het stadsbestuur streeft naar een groenere stad en naar meer bewonersparticipatie. Actieve burgers en een groene, duurzame omgeving zijn voorwaarden voor een leefbare stad. De gemeente tekent in de evaluatie op: “Bewoners willen de ruimte. Ruimte om hun initiatief te realiseren, ruimte om daarbij hun eigen krachten en mogelijkheden te benutten en in te zetten.” Schenkt het college het vertrouwen aan Amsterdammers en durft het een deel van de regie uit handen te geven? De Partij voor de Dieren roept het stadsbestuur op om het potentieel, de kennis en de energie van de bestaande groene netwerken van bewoners te benutten en te ondersteunen. Laat dit niet verloren gaan. Bekijk de insprekers en de bijdrage van raadslid Anke in de commissie Bouwen en Wonen.