Door Eelco Eikenaar

Er is veel waar we trots op zijn in Groningen. Ons landschap, onze cultuur, onze mooie stad en onze prachtige dorpen. Die pracht is altijd opgebouwd en onderhouden door betrokken gemeenschappen. In die traditie van hard werken en noaberschap zijn duizenden Groningers iedere dag bezig met de levensader van onze provincie: onze leefbaarheid. Dat doen ze door activiteiten te organiseren en voorzieningen in stand te houden. Van buurtzorg tot buurthuis en van buurtsuper tot buurtvereniging. Dat gebeurde vaak niet dankzij maar ondanks de overheid. En waar de Haagse machthebbers nog steeds niet omkijken naar Groningen koos het provinciebestuur voor een fundamentele andere aanpak. 

Als gedeputeerde leefbaarheid mocht ik een grote wens van veel Groningers in vervulling laten gaan. Met de SP als grootste partij kwam er eindelijk een fatsoenlijke investeringspot voor leefbaarheid in de héle provincie. We namen afscheid van de ‘daar gaan we niet over’- houding en zorgden dat we weer over zaken gaan die ons allemaal aangaan. Want investeren in leefbaarheid is investeren in de toekomst van onze provincie. Dat is het meer dan waard. En we deden nog iets wat politici maar vaak erg lastig vinden: we lieten het niet over aan de nukken van de politiek maar aan inwoners zelf. Zij maken plannen en voor goede plannen is er nu ook budget.

Het is dus geen borstklopperij maar bovenal een grote schouderklop voor alle mensen in de frontlinie van Groningse vooruitgang. In weerwil van de heersende gedachte dat grote delen van onze provincie leegtrekken hielden zij met man en macht voorzieningen in stand. Zij zagen dat essentiële voorzieningen in buurten, wijken en dorpen onder druk kwam te staan. Zij weten dat als de supermarkt zijn deuren sluit, het buurthuis verdwijnt, de bus niet meer stopt, de dorpsschool leeg blijft en de zorg niet meer in de buurt is, het hart uit de lokale samenleving verdwijnt. Zij ervaren wat gemeenschapszin is. Dat we niet allemaal losse individuen zijn maar een samenleving en dat alles wat we om ons heen zien van ons allemaal hoort te zijn. Dat krimp geen onoverkoombaar natuurverschijnsel is, maar dat leegloop vaak het gevolg is van politieke keuzes. En dat andere keuzes dus ook andere uitkomsten kunnen hebben.

Wij steunden die vastberadenheid. Waar gemeenschappen zelf een buurtsuper runnen, kiezen voor zorg dicht bij mensen, of het zwembad van de  sluiting redden vinden ze in ons een bondgenoot. Ik ben zeer onder de indruk van de vele voorbeelden die ik de afgelopen jaren heb gezien en gesteund. Zoals in Holwierde waar de dorpssuper werd gered, mensen met een arbeidshandicap een werkplek vonden en de huisarts die wegens ruimtegebrek gedwongen was te vertrekken ook onderdak vond. Of zoals in Grijpskerk waar de ouderenzorg dreigde te verdwijnen maar de dorpscooporatie dat weigert te accepteren en zelf een plan maakt waardoor zorg dichtbij ook in de toekomst gegarandeerd is.

Daarom moet de politiek investeren. Investeren in initiatieven van dorpen en wijken zelf. Maar daar mag het niet bij blijven. Want het is fantastisch dat mensen zich inzetten voor hun dorp, de leefomgeving moet ook mooi en aantrekkelijk zijn. Iedereen moet aan den lijve ondervinden dat hun omgeving het waard is om in te investeren. De realiteit is dat de verloedering en leegstand op sommige plekken de overhand neemt. Daarom zijn grootschalige investeringen in de leefbaarheid noodzakelijk zijn. De centra van Pekela, Stadskanaal, Hoogezand en Uithuizen krijgen mede dankzij een bijdrage van de provincie al een noodzakelijke opknapbeurt.

De afgelopen jaren waren er vele miljoenen beschikbaar voor de leefbaarheid. Dat geld is heel goed terecht gekomen. Daarom is het noodzakelijk dat de provincie net als de afgelopen vier jaar weer veel geld uittrekt voor de leefbaarheid. Door een fonds waarmee bewonersinitiatieven worden ondersteund, de leefomgeving wordt verbeterd en voorzieningen worden behouden.

Eelco Eikenaar - Gedeputeerde Leefbaarheid en Lijsttrekker SP