Uit diverse commentaren bij online artikelen blijkt dat de werking van het variabel tarief voor restafval/Pmd een extra, meer inhoudelijke, uitleg behoeft. Pmd staat overigens voor: plastic, metaal en blik en drinkpakken. In 2022 betaalt u een vast basistarief en in 2023 betaalt u over het jaar 2022, dus achteraf, een variabel deel voor uitsluitend het verwerken van restafval/Pmd. Hoeveel dit laatste bedrag zal zijn, hangt af van uw gebruik. Waar voorheen dus sprake was van één vast tarief, is dat nu gesplitst in een vast deel en in een variabel deel. Het variabele deel is nadrukkelijk niet bedoeld als lastenverhoging.

https://barendrecht.vvd.nl/nieuws/46948/variabel-tarief-afval-nogmaals-toegelicht

© Jacinta Floor

Onderstaande vergelijking verduidelijkt dit. 

Uit diverse commentaren bij online artikelen blijkt dat de werking van het variabel tarief voor restafval/Pmd een extra, meer inhoudelijke, uitleg behoeft. Pmd staat overigens voor: plastic, metaal en blik en drinkpakken.

In 2022 betaalt u een vast basistarief en in 2023 betaalt u over het jaar 2022, dus achteraf, een variabel deel voor uitsluitend het verwerken van restafval/Pmd. Hoeveel dit laatste bedrag zal zijn, hangt af van uw gebruik.

Waar voorheen dus sprake was van één vast tarief, is dat nu gesplitst in een vast deel en in een variabel deel. Het variabele deel is nadrukkelijk niet bedoeld als lastenverhoging.

Onderstaande vergelijking verduidelijkt dit. 

 

In 2021 was de afvalstoffenheffing, verhoogd met 1,6% indexering (compensatie prijsstijgingen) als volgt:

 

Eénpersoonshuishouden      € 207,50

Tweepersoonshuishouden    € 324,19

Meerpersoonshuishouden    € 383,48

 

In 2022 is het vaste deel van de afvalstoffenheffing aanmerkelijk lager dan de afvalstoffenheffing 2021 en wel als volgt (zie ook de website www.svhw.nl waar eea beknopt wordt uitgelegd):

Eénpersoonshuishouden      € 168,48

Tweepersoonshuishouden    € 269,52

Meerpersoonshuishouden     € 301,44

 

Het mindere (€ 39,02 - € 54,67 respectievelijk € 82,04) is het variabele deel van de afvalstoffenheffing. Hiervoor kunnen in 2022: 52 – 72 respectievelijk 104 klepbewegingen worden verricht zonder meer te betalen dan in 2021 (na indexering). Voor huishoudens in het bezit van een minicontainer voor restafval/Pmd dient de deelfactor 4 te worden gehanteerd. De standaard inhoud van een minicontainer is namelijk gelijk aan 4 afvalzakken van 60 kg. Dus 13, 18 en 26 keer aanbieden van een minicontainer restafval/Pmd. 

 

Waar komt dit nu allemaal op neer? Dat u in 2022 het lagere vaste deel van de afvalstoffenheffing betaalt (zie staatje 2022) en dat in 2023 aanvullend klepbewegingen in rekening worden gebracht. De kosten hiervan per keer bedragen € 0,75 per en voor het aanbieden van een minicontainer restafval/Pmd (4x € 0,75) € 3,00. Blijft u binnen de genoemde aantallen klepbewegingen of het aantal aanbiedingen van een minicontainer restafval/Pmd dan betaalt u niet meer dan in 2021!. Biedt u minder restafval/Pmd aan dan bent u voordeliger uit, dan in 2021. Dit als stimulans om zo min mogelijk restafval/Pmd aan te bieden, en het principe toe te passen van de vervuiler betaalt  voor een meer rechtvaardige verdeling van de almaar stijgende kosten die de gemeente aan de afvalverwerkers moet betalen. 

Met het nieuwe afvalsysteem hebben we een grote sprong voorwaarts gemaakt, namelijk gemiddeld 100 kg restafval/Pmd per inwoner minder. Het scheidingspercentage is daarmee gestegen van 42% naar 67%. In de regio is de Hoeksche Waard koploper met een scheidingspercentage van 72%. We zijn er nog niet. Ons restafval/Pmd bevat nog te veel kleding, papier, glas en andere restproducten die daar niet in thuis horen. Berekend is dat het nieuwe afvalsysteem, met een relatief kleine inspanning van ons allemaal, inmiddels € 1 miljoen aan kosten bespaart, afgezet tegen de situatie dat het ‘oude’ systeem nu nog zou worden toegepast. Dus op naar de volgende 100 kg p.p. minder restafval/Pmd!. Het variabel tarief is daarvoor het instrument.