Veel culturele instellingen hebben het moeilijk in coronatijd. De overheid heeft geld uitgekeerd aan gemeenten met het doel dit geld uit te keren aan culturele voorzieningen. De twijfel van de SGP-fractie zit 'm in de verdeling van dit geld. Lees hieronder bijdrage van Guus Knapen.

Het gaat hier om geoormerkt geld dat door het rijk wordt uitgekeerd aan de gemeente met als doel de culturele voorzieningen te steunen. Op zich zijn we het eens met het feit dat het college het ook zo benaderd.

Als fractie worstelen we nog wel met het gevoel dat we tijdens de commissievergadering kregen. Dat is het gevoel dat er voor Schaffelaar een gevraagd bedrag wordt gegeven en dat de anderen door een subsidie verordening de rest mogen verdelen. Waarom worden niet alle culturele instellingen gelijk behandeld? In dat geval kan het hele bedrag in een subsidiepot waar iedere culturele instelling een aanvraag voor kan doen en dan door toetsing kan worden bekeken wie er wat krijgt. We hebben het hier immers over een substantieel bedrag dat te verdelen is.

Gezien het feit dat het een collegebevoegdheid is om de subsidieregeling op te stellen en vast te stellen, zullen we hier geen inhoudelijk betoog over houden. Wel lijkt het ons een goede zaak er bij zo’n regeling als uitgangspunt te nemen dat iedereen een gelijke behandeling krijgt. 

In verband hiermee adviseren we het college, om de betrokkenheid van de raad op dit onderwerp tegemoet te komen, de regeling aan de raad voor te leggen, zodat zij er wensen en bedenkingen over kunnen geven en het college zodoende ook peilt of ze op een algemeen gedragen spoor zitten.

Tenslotte vindt de fractie van de SGP belangrijk hier te melden dat, mocht er een nieuwe regeling vanuit het rijk komen om de lokale culturele instanties overeind te halen, wij van het college verwachten dat ze een meer pro-actief en op evenredigheid gebaseerd beleid wordt gevoerd. Dat iedereen dezelfde kansen krijgt. En de verdeling uit dit raadsvoorstel niet bij voorbaat vast ligt.