De VVD heeft gisteravond tijdens een extra raadsvergadering in Eemnes felle kritiek geuit op het college en de coalitiepartijen die in 2016, ingegeven door haast, het mogelijk hebben gemaakt een bedrag van Euro 600.000,- over te maken aan voetbalclub BVV’31 als bijdrage voor kunstgrasvelden en renovatie kleedkamers zonder dat de juiste wet- en regelgeving was toegepast. Er was een urgentie destijds omdat de voetbalvelden onbespeelbaar waren. Maar als gemeente moeten wij het voorbeeld geven. We mogen ons niet, door welke omstandigheid dan ook, laten verleiden tot oplossingen die uiteindelijk de toets van zorgvuldigheid niet kan doorstaan. De Rekenkamer heeft geoordeeld dat de raad onvolledig is geinformeerd.

Daarbij was er sprake van een subsidie en geen bijdrage en zijn de regels, zoals vastgelegd in een subsidieverordening, niet gevolgd. Verantwoording over de gegeven gelden heeft dan ook nooit plaatsgevonden. Een in de ogen van de VVD onacceptabele situatie.

De VVD heeft sinds mei 2016 geprobeerd de onderste steen boven te krijgen. Dat is maar gedeeltelijk gelukt. Wij zijn dan ook blij dat de Rekenkamer ons nu op al onze kritiekpunten in het gelijk heeft gesteld.

Ook de VVD is heel blij dat BVV’31 nu beschikt over prachtige voetbalvelden en vernieuwde kleedkamers. Alleen hadden we het procesmatig op een andere manier moeten uitvoeren. Dit mag nooit meer zo gebeuren, als het aan de VVD ligt.

Gisteren heeft de VVD het BVV dossier afgesloten met een Motie van Optimisme waarin wij oproepen om lering te trekken uit deze casus, het dualisme in de raad als groot goed te zien en daarnaar te blijven handelen en burgerinitiatieven voortaan financieel te ondersteunen volgens de wet- en regelgeving die wij daarvoor met elkaar hebben afgesproken.