Het college van B&W in Breda weet nog eventjes niet zo goed hoe nou precies om te gaan met de opheffing van het stoepkrijtverbod in Breda. Na vragen van GroenLinks heeft de gemeenteraad van Breda het achterhaalde stoepkrijtverbod in juni 2018 opgeheven. Maar het merkwaardige is: het college deelt zichzelf vrijmoedig deze nieuwe vrijheid toe als het gaat om de reclame van stadspromotie. Maar als wij met stoepkrijt wat tegenwind uiten tegen het zero-tolerance beleid tegen geparkeerde fietsen in de binnenstad, dan wordt daar met groot materieel een streep door gehaald. Wij zouden met ons meldpunt graag een eigen indruk krijgen hoe het zero-tolence beleid nu in de praktijk uitpakt. Dit wordt ons helaas onmogelijk gemaakt door een over-ijverige wethouder die de beeldvorming rond fietsen en de openbare ruimte in de binnenstad zorgvuldig in eigen handen wil houden. Daarom stelden wij de volgende vragen:   

Aan: Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Breda

Postbus 90156

4800 RH Breda

Betreft: Art. 9 lid 3a vragen inzake uitingen in openbare ruimte met krijt en meldpunt #fietsweg

Datum: 28 september 2018

Geacht college,

Afgelopen voorjaar waren velen naar aanleiding van vragen van GroenLinks verbaasd dat Breda een stoepkrijtverbod in zijn Algemene Plaatselijke Verordening heeft staan. Zo sprak onze burgemeester in de pers de woorden: “Een verbod op stoepkrijttekeningen. Serieus? In Breda? Dat kan toch niet waar zijn?”. Per 14 juni 2018 heeft de gemeenteraad het stoepkrijtverbod uit de APV geschrapt.

Dit voorjaar voerde de gemeente zelf nog een campagne met stoepkrijtspray ter introductie van een slogan in het kader van de stadspromotie.

De afgelopen dagen ervaren wij als fractie GroenLinks dat uitingen met stoepkrijt in de openbare ruimte over het meldpunt #fietsweg stelselmatig worden verwijderd. Wij hebben vernomen dat er specifiek opdracht gegeven is om de uitingen over het meldpunt #fietsweg te verwijderen.

Dit brengt ons tot de volgende vragen:

Is er nu wel of geen krijtverbod in de Bredase APV? Maakt dit kader verschil voor wat betreft de manier van aanbrengen van het krijt?

Klopt het dat er specifiek opdracht gegeven is om de stoepkrijt-uitingen over het meldpunt #fietsweg te verwijderen?

Zo ja, waarom is de keuze gemaakt om deze uiting van ‘gedachten en gevoelens’ te verwijderen, en welk beleidskader geeft daaraan meer prioriteit dan de reguliere schoonmaakwerkzaamheden in onze mooie binnenstad?

Welke afweging leidt tot het tolereren van de krijtreclames rond de stadspromotie en het daarentegen steeds zo snel mogelijk verwijderen van krijt-uiting over het zero-tolerance binnenstedelijke fietsenstallingsbeleid?

In hoeverre is in Breda de vrijheid van meningsuiting en tolerante omgang met krijt op stoepen in het geding door het in één wethoudersportefeuille bundelen van de dossiers ‘schoon, heel, veilig’, toezicht & handhaving en beheer openbare ruimte?

Met ontspannen groeten,

Thom Dijkstra en Peter Bakker