De fractie van GroenLinks is nooit gelukkig geweest met het concept flexwonen. We hebben in de gemeente grote behoefte aan betaalbare sociale huurwoningen. Daarmee kunnen we jonge starters behouden voor onze gemeente die aan het vergrijzen is, en we kunnen daarmee voldoen aan de taak van het Rijk om vergunninghouders te huisvesten, mensen die in Nederland asiel hebben gekregen omdat ze zijn gevlucht voor oorlog, geweld en onderdrukking. Flexwoningen zijn slechts een schijnoplossing voor de korte termijn. De opeenvolgende colleges in Castricum vertikken het al zeker 20 jaar om substantieel voor betaalbare echte woningen te zorgen. Het huidige college komt nu, met goedkeuring van een groot deel van de raad, met een schamele tijdelijke oplossing voor maximaal 15 jaar.

Voor jonge starters zou het nog een klein beetje kunnen helpen, als ze daarna kunnen doorstromen. Maar de woningen die daarvoor geschikt zijn worden nog steeds nauwelijks gebouwd. Voor vergunninghouders zijn flexwoningen absoluut niet geschikt. Deze mensen hebben een traumatisch verleden en moeten nu in een samenleving die ze nog niet kennen hun weg zien te vinden. Voor hun integratie is het van groot belang dat ze aan een stabiel thuis kunnen bouwen. Dat geeft ruimte voor de andere taken die ze hebben om hun draai te kunnen vinden in onze samenleving. Dat wordt volkomen onderschat.

Het college sluit een aantal groepen uit voor de flexwoningen. Waarschijnlijk doet ze dat om aan het aanzwellende protest vanuit de inwoners tegemoet te komen. Maar mensen die hun straf hebben uitgezeten, zelfs ex-TBS'ers, mogen wettelijk gezien niet uitgesloten worden van woningen. En dat is ook terecht. Ook zij moeten ergens wonen en een nieuw leven op kunnen bouwen. Hetzelfde geldt voor (ex)-psychatrische patiënten. Het is een schande dat het college groepen op deze manier in de schijnwerpers zet, terwijl ze juist de rust en ruimte nodig hebben om hun leven weer op gang te krijgen. Wij zouden er niet voor kiezen om ze op een afgelegen nieuwe plek te huisvesten, maar meer in gevestigde, stabiele buurten. Het college stelt een limiet aan het aantal vergunninghouders dat in de flexwoningen mag komen wonen, maar maakt niet duidelijk wie daar over gaat. Moet de beheerder zelf gaan beslissen over wie wel en wie niet? We zijn al geen voorstander van flexwoningen en al helemaal niet als kwetsbare groepen een discriminerend maximum van 1/3 bij voorbaat wordt opgelegd.

De locaties voor de flexwoningen in Akersloot zijn zeer ongelukkig gekozen. Er is geen openbaar vervoer, en het ligt ver van de voorzieningen af, zeker van voorzieningen die vergunninghouders nodig hebben. Er wordt een stuk open landschap, weliswaar tijdelijk voor 15 jaar, voor opgeofferd. Maar het is het gemeentebeleid om niet te bouwen in het buitengebied. Onze zorg is dat tijdelijke woningen in het buitengebied de weg vrijmaakt voor permanente bebouwing. Wie is er over 15 jaar nog zo alert op om te zorgen dat het daar dan niet alsnog volgebouwd wordt met permanente bebouwing?

Dit zijn voor de fractie van Groenlinks de belangrijkste pijnpunten. Maar ook op het proces is veel aan te merken. Vanaf het begin heeft de wethouder dit enigszins heimelijk aangepakt. Er is geen debat geweest in de raad over de plannen en de  invulling ervan. De manier waarop de geheimhouding van de locaties in werking is gesteld verdient niet de schoonheidsprijs. Ook de keuze voor de ontwikkelaars die het uit gaan voeren is omgeven met onduidelijkheid over de procedure. We begrijpen niet waarom KennemerWonen deze kar niet gaat trekken, terwijl ze met andere gemeenten wel in gesprek zijn over flexwonen. En dan het gefaalde participatieproces; de wethouder had alvorens afspraken te maken met potentiële ontwikkelaars met de inwoners moeten gaan praten over waar en hoe, met welke voorwaarden dit voor hen zou kunnen. En nu is het puinruimen begonnen om het plan alsnog mogelijk te maken. Onze fractie kijkt er met stijgende verbazing naar.

GroenLinks zou er voor kiezen zich meer in te spannen voor de bouw van permanente sociale huurwoningen, om de woningnood onder jonge starters op te lossen en om vergunninghouders een kansrijke plek in onze samenleving te geven. En we zouden de omwonenden van een nieuw project in een veel vroeger stadium betrekken bij dit soort plannen. We zijn immers allemaal gebaat bij een breed draagvlak en bij goede integratie van kwetsbare groepen.

We zijn ook gebaat bij goede sociale huurwoningen. Onze gemeente vergrijst anders en daardoor zullen steeds meer voorzieningen verdwijnen. Bovendien vinden we dat mogelijke problemen in een wijk niet opgelost worden met discriminerende regels. Je creëert er juist andere problemen mee, zoals uitsluiting op de arbeidsmarkt. Daardoor stapelen de problemen bij gediscrimineerde bevolkingsgroepen zich nog verder op. Uiteindelijke betaalt de hele samenleving daar de sociale en financiële rekening voor. Er wordt door rechtse partijen steeds gedaan alsof de woningnood is ontstaan door de komst van vergunninghouders. Maar het komt door de jarenlange ontmoediging van sociaal bouwen dat we nu woningnood hebben. In Castricum is maar een heel klein percentage van de inwoners een vergunninghouder. Dat kan het probleem echt niet zijn.