Geacht college, beste collega’s, belangstellenden en luisteraars

 

Begin juni stapten we allemaal weer op de fiets voor de kunstfietsroute langs tientallen pareltjes in het dorp. Olieverfschilderijen, textielkunstwerken, stalen sculpturen… Prachtig om te zien wat hier in de omgeving wordt gemaakt en gedeeld.

Bij galerie SOPIT werd de kunst niet alleen ingezet om de schoonheid, maar ook om een maatschappelijk probleem aan de kaak te stellen. En u weet, zo zien wij socialisten het graag!  Bezoekers van de galerie werden onthaald door mannen in witte pakken, met spuitbussen. In die spuitbussen zat Smetfris, een middel voor mensen met smetvrees. Niet de smetvrees uit de reclame, u weet wel, de angst voor de ecoli-bacterie op kipfilet, of die voor een onfris toilet. Nee, Smetfris werkte tegen de smetvrees die mensen hebben voor andere mensen. Of laten we zeggen, de vrees die mensen hebben voor mensen die anders zijn. Bezoekers werden bij binnenkomst ontdaan van die vrees met een paar pufjes Smetfris. Op de polsen, in de nek. Het rook ook nog lekker. Smetfris waste vooroordelen weg. Verzachtte de angst voor onbekende situaties en vergrootte de kans op prettig samenleven. Handzame reisflacons Smetfris konden voor een kleine vergoeding worden aangeschaft, zodat de smetvreesmens met goede wil zichzelf onderweg ook kon vrijwaren van ongefundeerde angsten. In de galerie hingen de heldere portretfoto’s van dorpsgenoten die ooit van elders hiernaartoe waren gekomen. Bekende gezichten inmiddels. En dichter Arthur Lava hielp de bezoeker van zijn smetvrees af te komen middels schoonwassende poëzie.

Het was een briljant geheel. En het legde zo mooi de kern bloot van het grootste probleem dat we volgens mij op dit moment hebben. Het probleem dat een gewoon gesprek in de weg staat, dat de ongelijkheid vergroot, de kloof uitdiept. De smetvrees. De vrees voor de ander. De vrees die we ongemerkt een plek geven in ons land, onze dorpen, ons bestuur en ons beleid. Ik heb dat afgelopen jaar meer gezien, meer gehoord, en er meer mee geworsteld.  Niet in de laatste plaats omdat mijn eigen partij zich er soms ook geen raad mee weet, tot verdriet van de eigen leden.

Natuurlijk, we denken meteen aan de vrees voor de vreemdeling, de vluchteling, de statushouder. Dat is de meest zichtbare, meest urgente variant. De variant die in de laatste provinciale verkiezingen zo duidelijk een plek veroverde. Maar het gaat om een breder fenomeen. Het is de vrees die mensen met een koopwoning hebben voor mensen in een huurwoning. De vrees die mensen met geld hebben voor de mensen zonder geld. De vrees die mensen met een vwo-diploma hebben voor mensen met een vmbo-diploma. De vrees die mensen zonder kleur hebben voor mensen mét kleur. De vrees die mensen met een vaststaand wereldbeeld hebben voor mensen met nieuwe ideeën. Het is de vrees die jonge mensen hebben voor oude mensen. En omgekeerd.

Het gaat om de angst dat de ander rechten heeft. Ruimte krijgt. Misschien wel meer dan jij. Of anders. Het is de angst dat jij tekortkomt, omdat de ander ook wat krijgt. De angst dat je rekening moet houden met die ander. Belangen moet samenbrengen. En dat voelt als je eigen belang opgeven. Het gaat om de grootste groep, de hardste stem, de meest gedeelde vrees.

Het is die vrees die ervoor heeft gezorgd dat betaalbare huurwoningen minder aandacht krijgen in de plannen, dan parkeerplaatsen of koopwoningen. Het is die vrees die ervoor zorgt dat jongeren niet volwaardig worden bediend in onze gemeente. Het is die vrees die de dorpsdiscussies op social media zo hard maakt. Ik word er vaak stil van.

Het is die vrees die ertoe heeft geleid dat we nu de twijfelachtige eer hebben voorop te lopen in het aannemen van een huisvestingsverordening waarbij urgentie voor vergunninghouders helemaal is afgeschaft, maar waarbij zij nog wel een speciale categorie vormen uit noodzaak, om hen te kunnen plaatsen in ‘speciale units’.

Liever zouden wij zien dat de gemeente voorop loopt in vertrouwen en het trekken van projecten die ons in deze gemeente meer met elkaar verbinden. Zoals de bouw van een nieuw, energieneutraal  en duurzaam zwembad, voortreffelijk geregelde jeugdzorg of een verbinding met doorstroom bij de Beverwijkstraatweg, om maar eens wat voorbeelden te noemen.

Het is ons streven om te laten zien dat we in de raad in staat zijn om die vrees opzij te zetten, naar elkaar te luisteren en belangen bijeen te brengen. Alle stemmen te horen. Links en rechts, conservatief en progressief, jong en oud. Te zien dat het niet om opgeven gaat, maar om een verrijking en verbinding. Van ons bestuur, van ons beleid, van ons dorp en vooral van onszelf. Weg met die smetvrees. Ik wil iedereen uitnodigen om met me mee te doen.

En voor wie nog een zetje nodig heeft, je weet waar je Smetfris kunt halen!