Allereerst wens ik je een groen en sociaal 2019. Eén van mijn persoonlijke goede voornemens van 2019 is om weer te gaan bloggen. Na jaren met mijn ‘Keek op de Week’, start ik nu met ‘Arjens Haagse maand in de Raad’. Iets minder frequent dus, maar niet minder scherp.

En zo’n eerste blog in het staartje van het jaar nodigt uit tot terugkijken. Daarbij stel ik vast dat de meer dan 20.000 Hagenaars die in maart op GroenLinks hebben gestemd, nu al waar voor hun stem hebben gekregen. Het coalitieakkoord staat bol van groene en sociale plannen en onze twee kanjers van wethouders—Liesbeth en Bert—zijn met volle energie gestart met de uitvoering hiervan. Zo zijn er voor dak- en thuisloze mensen in onze stad nieuwe locaties open en zijn de voorzieningen en begeleiding uitgebreid. Ook de schuldhulpverlening is verbeterd en uitgebreid, zodat kwetsbare Hagenaars minder snel in de problemen komen. Op het gebied van duurzaamheid hebben we onder meer rijksgeld binnengesleept om samen met bewoners van de wijk Bouwlust/Vrederust één van de eerste aardgasvrije wijken van Nederland te maken. Genoeg redenen om trots te zijn, zeker als je weet dat we nog maar een dik half jaar van start zijn.

Als meest groene en linkse partij in een verder rechts-liberale coalitie moeten we soms echter best wat slikken: lang niet alle plannen van dit college komen uit onze koker. Als collegepartij moeten we compromissen verdedigen die we zelf liever anders hadden gezien. Of het nu gaat over ons groenbeleid of de invloed van grote bedrijven op ons stadsbestuur: de richting is doorgaans goed, maar op de uitvoering is vanuit onze visie best wat af te dingen. Het debat wordt extra stekelig als het in de gemeenteraad gaat over onderwerpen die aan de identiteit raakt van grote groepen mensen in onze stad, zoals recentelijk discussies over Zwarte Piet of de herdenking van ons slavernijverleden.  Hoe makkelijk zou het zijn om op al die onderwerpen ons eigen gelijk te roeptoeteren en voorstellen vanuit de oppositie te steunen die toch geen meerderheid halen? Betere vraag: wat schiet de stad ermee op?

Binnen ons fractieteam hebben we hier soms stevige discussies over, maar ik ben er echt trots op dat we onze eigen koers kiezen en (vaak ook achter de schermen) een beslissende rol spelen bij het veranderen van de status quo. Niet door met veel poeha punten uit ons eigen verkiezingsprogramma te zenden, maar door op zoek te gaan naar haalbare stappen voorwaarts. Wetende dat we te maken hebben met een naar rechts hellende gemeenteraad en met bepaalde wethouders die echt vanuit een totaal andere beleving naar veel van dit type kwesties kijken. Bovendien willen deze wethouders niets liever dan dat er tegen ze geroeptoeterd wordt, daar zijn ze immers zelf groot mee geworden. Dat wordt dan een potje verbale moddersmijterij, waar ieders achterban ongetwijfeld van zal smullen maar waar de mensen in de stad geen moer aan hebben.

Als GroenLinks zitten we in het stadsbestuur om impasses te doorbreken en onze mooie stad de komende jaren fundamenteel rechtvaardiger, duurzamer en eerlijker te maken. Dat vergt een wat langere adem. En het is wat anders dan makkelijk scoren met populistische voorstellen die het nooit kunnen halen, om daarna je gram te halen op Twitter of Facebook. En ja, dat betekent voor mij ook soms slikken maar dat is wel in lijn met hoe ik zelf in elkaar zit: gedreven door idealen, maar wel altijd met uitgestoken hand op zoek naar de grootst mogelijke stappen in de goede richting.

Zo kijk ik uit naar een nieuw jaar voor onze prachtige stad met veel grote uitdagingen, waar we als GroenLinks een stevige stempel op blijven drukken. Niet door altijd ons eigen gelijk te halen, maar door verbinding te blijven maken en door resultaten te boeken. Je gaat in 2019 dus veel van ons horen. Maak er een mooi jaar van!