#DenHelder #kotters #camera Winnie van Galen Camera’s op vissersschepen die registreren welke vangst overboord gaat. Om daarmee te voorkomen dat ondermaatse vis en andere bijvangst aan land moet worden gebracht. Vooralsnog is het toekomstmuziek, maar dat kan veranderen. Op een aantal schepen wordt er sinds ruim een maand mee geëxperimenteerd, op de kotters TX94 en de HD30 bijvoorbeeld, vertelt Pim Visser, directeur van VisNed, een organisatie die spreekbuis is namens de kottervissers. Aanlandplicht In 2015 ontstond de aanlandplicht voor vissoorten die in scholen zwemmen. Alles wat de vissers in hun netten kregen, moest aan wal worden gebracht. De gedachte hierachter: veel overboord gezette vis overleeft het avontuur niet en dat is verspilling. En zo werd alle ondermaatse vis aan boord verwerkt, gespoeld en voorzien van een laag ijs. Het enige verschil met de vis die wel aan de maat was dat de ingewanden bleven zitten, aldus Visser. Biovergister Het gevolg: aan boord waren er meer bemanningsleden nodig en de bijvangst eindigde in de biovergister, ging naar de vismeelfabriek in het Duitse Cuxhafen (’de enige die er is, het moet er wel allemaal naar toe’) of kwam bij de slachtafvalverwerking terecht. Zo is het verboden de niet marktwaardige of ondermaatse vis te gebruiken voor de menselijke consumptie. Visser: „De aanlandplicht is een onwerkbare regeling. Het beleid kost veel geld en moeite. Toen ontstond het idee met camera’s te gaan werken. We willen dat er uitzonderingen worden gemaakt. Stel dat 25 procent van de terug gegooide schol het overleeft, dan is dat altijd nog beter dan dat je honderd procent onnodig dood laat gaan. Als je die verandering wilt bereiken dan moeten beleidsmakers wel betrouwbare gegevens over de vangsten hebben.” Te complex Aanvankelijk werd gedacht dat vissers de bijvangst goed konden registreren, maar dat werkte van geen kant. Onderzoek leerde dat vissers er flink naast zaten. „De praktijk wees uit dat ze maar 20 tot 30 procent goed konden schatten. Hoe dat komt? Ze kunnen het gewoon niet, het is te complex.” Camera’s dus. Met daarbij software die registreert welke vis terug de zee ingaat en wat het gewicht ervan is. Om ervaring op te doen met de zelflerende software is begonnen met de registratie van roggen. Vissers krijgen die in toenemende mate in hun netten en het aantal soorten is met tien overzichtelijk. Met als dilemma dat de sommige soorten moeilijk uit elkaar te halen zijn, het verschil niet meer is dan een paar vlekken op de huid, legt Visser uit. Perfect De resultaten in het laboratorium van Wageningen Marine Research dat de proef uitvoert en door VisNed wordt gefaciliteerd zijn hoopvol. De herkenning van de roggen gaat perfect, vertelt Visser. Inmiddels zijn er drie schepen met camera’s uitgerust. Als de techniek werkt dan wordt het aantal schepen halverwege volgend jaar uitgebreid tot tien. Alle vangst die de vissers van deze schepen gedurende drie trekken in de week in de netten krijgen, wordt opgenomen. Daar zitten met name platvissoorten bij zoals tarbot en schol. Deze vissen zijn stug van structuur en slagen er niet in door de ontsnappingspanelen in de netten weg te komen, aldus Visser. Gaandeweg de proef moet blijken of de software, die met foto’s van vissen wordt gevoed, kan aangeven wat er aan boord komt. Zover is het nog lang niet zegt Visser, de komende drie jaar zal moeten blijken of de verwachting is waar te maken. Zolang het experiment loopt, geldt de aanlandplicht niet. In overleg met Brussel zijn Duitsland, België en Nederland hiervan vooralsnog gevrijwaard. Samen hebben genoemde landen dit plan bedacht en bij de Europese Unie ingediend. Ieder op eigen niveau voert experimenten uit om de aanlandplicht te voorkomen. Kortgeleden was Visser in Brussel voor het geven van een demonstratie. „Resultaten kunnen we nog niet melden, maar Brussel wil wel weten dat je ermee bezig bent.” Hoewel het geen moeite kost om vissers te vinden die aan het experiment willen meedoen, bestaat er onder vissermannen weerstand tegen de aanwezigheid van camera’s, aldus Visser. Dat houdt onder meer verband met de toenemende regelgeving en er is wantrouwen gebaseerd op eerdere projecten waaraan vissers hebben meegedaan. Zo werd er ooit voor een bepaalde vis een vangstbesperking ingesteld, terwijl vissers van die soort een registratie bijhielden. Maar zonder die registratie zou het evengoed zijn gebeurd, aldus Visser die zegt te snappen dat het vertrouwen door een dergelijk voorval niet toeneemt. Daarnaast hebben vissers er een hekel aan dat er aan boord van hun schip wordt meegekeken. Uit het oogpunt van privacy zijn op de schepen die met camera’s zijn uitgerust, overigens alleen de handen van de vissers zijn te zien die de vangst sorteren. Mocht de proef slagen en mogelijk ook daarmee de aanlandplicht worden afgeschaft, dan is de kans groot dat vissers hun weerstand tegen camera’s aan boord laten varen, verwacht Visser. Daarnaast zal een deel mordicus tegen de aanwezigheid van dergelijke apparatuur op hun schip blijven bestaan, aldus de directeur van VisNed.