Op 16 oktober 2018 heeft het Algemeen Bestuur (AB), met uitzondering van de SGP, ingestemd met ontstenen van een volgend deel van de Vechtoever. Al in 2009 hebben wij bij een voorstel tot onstening van een ander gedeelte van de Vecht aangegeven dat die stenen niet voor niets aangebracht zijn. Toen zijn we nog schoorvoetend meegegaan. Maar nu gaan wij er niet in mee om ze ook op het gedeelte, waar dit voorstel betrekking op heeft, te verwijderen. De SGP is van mening dat wij, gelet op de links en rechts nu al duidelijk waarneembare afkalving van de oevers, daar niet mee door moeten gaan.

Bij de behandeling van agendapunt 12 in de AB vergadering 18 juni 2009 waar het ging over ontstening van Vechtoevers in de omgeving van de A28 en ook verderop richting Zwartewater, hebben wij aangegeven ontstenen niet logisch te vinden. Die stenen waren er niet voor niets neergelegd. Het had een goede oeverbeschermende functie. Uit veiligheidsoogpunt waren en zijn we terughoudend.

Wij hebben enkele krantenartikelen aangehaald uit 2009 waarin onze dijkgraaf aangaf dat het destijds aanleggen van stenen misschien niet de slimste beslissing was. Echter erkende hij ook, dat dit over enkele decennia net zo goed gezegd zou kunnen worden van het nu weer ontstenen van Vechtoevers.

In onze gedachten hadden wij destijds om genoemde redenen tegengestemd. We hebben het nagezien, maar dat was niet het geval. Wel hebben wij aangedrongen om te wachten met verdere plannen na evaluatie. Evalueren hebben wij volgens mij weinig van gezien.

Ook kan ik mij herinneren dat we enkele keren boottochten op de Vecht hebben gehad, waarbij duidelijk te zien was dat er toch wel sprake was van flinke oeverafkalvingen.Ik dacht dat het dit jaar of vorig jaar nog een keer was van Dalfsen richting Ommen waar afkalving ook duidelijk waarneembaar was.

Daarom stemmen wij niet in met beschikbaar stellen van een krediet voor verdere ontstening van de Vecht.

Wat verder bijzonder is aan dit voorstel, is onderdeel 2. Een ander project voor ontstening, project Varsen leek kansrijk en blijkt toch niet geschikt te zijn. Zo even overhevelen naar een ander project, is niet de juiste weg. Dat hoort via de jaarrekening weer terug te vloeien naar de beschikbare middelen/reserves.Wat is de reden dat voor de voorgestelde werkwijze is gekozen?

 

Jan Visscher