Voorzitter,

De inwoners van Eemnes waarderen het bestuur op korte afstand. Sinds 750 jaar geleden de naam Eemnes voor het eerst opdook in bewaard gebleven geschriften, is de gemeenschap gewend de eigen boontjes te doppen. Hoewel schaalvergroting in mijn partij echt geen vies woord is, hebben wij en eigenlijk alle partijen in dit dorp steeds gezegd: Eemnes is en blijft een zelfstandige gemeente. Dat is geen vanzelfsprekendheid. Er wordt voortdurend naar kleine gemeenten gekeken: kunnen ze het aan? Zakken ze niet door het ijs? Leveren ze hun bijdrage aan serieuze opgaven? Of zijn ze naar binnen gekeerd, komen ze niet verder dan de bestaande situatie een beetje beheren? Is politiek in die dorpen niet intern gekibbel over het aantal bankjes in het park?

Veel kiezers dachten dat een stem op Dorpsbelang een stem voor zelfstandigheid was. Daarom, en misschien ook wel omdat er na een periode vol tastbare resultaten, veel was om tegen te zijn, zoals een mooi nieuw functioneel centrum en een zonneveld, won de lokale partij glansrijk bij de verkiezingen anderhalf jaar geleden. Daarom rust nu op hun schouders een extra verantwoordelijkheid: een bijdrage leveren aan succesvol bestuur.

Dat is niet makkelijk. Ook in de vorige periode was er gedoe; toen omdat de VVD intern verdeeld was, waar deze periode geen sprake meer van is. Toch leidde dat gedoe indertijd niet tot verlamming. Twee partijen gingen stoïcijns verder met de klussen die er lagen, halverwege aangevuld met de PvdA. Als we terugkijken zal iedereen beamen: er zat daadkracht in die coalitie, zelfs al verschoot die halverwege ietsje van kleur. In de regio’s kon Eemnes voor de dag komen, met een concrete bijdrage die niet alleen op papier, maar ook in de echte wereld gestalte kreeg.

Deze coalitie is veel meer gericht op de boel laten zoals hij is. Ik heb respect voor die opvatting, er is echt geen morele meetlat waarlangs je de opvattingen kunt leggen en als iemand beweert dat die er wel is, moet je pas echt op gaan letten. Maar: niemand kan om het gegeven heen dat er een aantal dringende en dwingende dingen op alle gemeenten, en ook deze, zijn afgekomen. De VNG heeft hard geknokt voor een regisserende rol van gemeenten in de energietransitie, met name in de gebouwde omgeving. Het werd de gemeenten gegund; maar het is nu ook aan hen om te leveren. Via een nationale wet en een internationaal verdrag is Nederland gebonden aan harde doelstellingen. Hoe je er ook over denkt: het vormgeven aan grootschalige opwek en het van het gas afhalen van wijken ligt domweg op het bordje van gemeenten. Van grote gemeenten en kleine, die zelfstandig willen blijven. In regionale samenwerking waar dat nodig is.

Daarnaast is er een woningbouwopgave. Mijn dochter is 22 en ging na drie maanden verkering samenwonen in de stad waar ze studeert. Dat vond ze zelf ook wel een beetje snel gaan, maar het hokje wat ze huurt, kost nu eenmaal 1100 euro per maand. Mijn andere dochter woont thuis en reist elke dag naar diezelfde stad, voor haar vervolgopleiding. Welk verhaal vertellen we hen en al die andere jongeren, of mensen in scheiding? Doen we aan ludieke beeldvorming over mijnheer Rood die een grootschalige Vinex wil? En laten daarna we verder alles aan Utrecht en Amersfoort over, die van gekkigheid niet meer weten waar ze nu weer iets moeten vinden om te transformeren, op te toppen of uit te puisten? Of onderkennen we de woningnood in deze regio en zorgen we voor huizen in een ontspannen woonmilieu, waar de grotere plaatsen het kleiner wonen (maar mét stedelijke voorzieningen) voor hun rekening nemen?

Kortom: als we de energietransitie willen tegenhouden met smoezen en prachtige oplossingen die alleen pas over twintig jaar rendabel worden (zoals waterstof), als we een maximaal bouwtempo even heilig maken als gij zult niet stelen en gij zult niet moorden, dan dragen we niet bij aan de opgaven waar we als regiogemeenten voor staan. En eerlijk gezegd heb ik dat geval maar weinig argumenten als ik begin november op een partijcongres word aangesproken op het gebrek aan bestuurskracht in een dorp als het onze.

Ik geloof echt in fijnmazig bestuur, gemeenten die overeenkomen met gemeenschappen. Dichtbij kan ik allemaal mislukte fusiegemeenten noemen met een zeer moeizame bestuurscultuur. Maar we moeten wel laten zien dat we reëel zijn. Dat we onze verantwoordelijkheid nemen. Dat we nabijheid en aanspreekbaarheid voor onze inwoners combineren met gedeelde verantwoordelijkheid in regionale opgaven.

Daarom moet de fractie van Dorpsbelang de daadkracht die de wethouders tonen, niet steeds afremmen. Niet eindeloos de cijfers betwijfelen als die open en bloot op tafel liggen. Niet nieuwe onderzoeken vragen die de boel on hold zetten. De coalitie heeft gezorgd voor een prima college, dat goed begrijpt wat er verlangd wordt. Die ruimte moeten de wethouders en de burgemeester krijgen. Tot nu toe deed de oppositie niet flauw; een accentverschil met je eigen ideale oplossing leidde nooit tot een negatieve stemming. De coalitie deed flauw en dat is toch wel opmerkelijk geweest.

Dorpsbelang kijkt niet op wat vertraging meer of minder; maar eerlijk gezegd moeten de recente ontwikkelingen de PvdA fractie toch aan het denken zetten. Want al ligt het niet aan hen, een gebrek aan resultaten zal ook hen worden aangerekend. Het is hun wethouder die in regionale bestuurdersoverleggen moet bekennen dat het in Eemnes allemaal wat langzaam gaat, dat er nog naar cijfers gestaard wordt, dat er nog maar weer een onderzoekje is besteld.

We gaan in de huidige raadsperiode goed met elkaar om als raads- en collegeleden. Dat is prettig werken. Een voordeel is ook dat ik wéét hoe Marcus van den Brink denkt over het bouwtempo. Dat ik wéét hoe hij denkt over een tweede zonneveld. Als Dorpsbelang dat ook weet, en daar mogen we toch vanuit gaan, dan wordt het tijd dat ze iets uitonderhandelen. Waardoor we hier aansprekende resultaten boeken op het gebied van de energietransitie, waardoor jongeren die ooit naar de stad zijn getrokken de hysterie kunnen ontvluchten omdat ze hier een betaalbaar huis met een parkeerplaats kunnen vinden, een plek voor een student achterlatend.

Voorzitter; de coalitie is aan het herstellen. De lijm moet even drogen. Ik wens ze daar oprecht succes mee. Maar doe het wel goed. Leg de kaarten op tafel. Het hóeft niet zo snel als D66 en de andere landelijke partijen willen. Nogmaals, ook langzaam is een opvatting en er zijn genoeg kiezers die dat aanspreekt. Maar doe wel een duidelijke deal en ga er dan ook voor. Blijf niet ja zeggen en nee doen. Want dan zal de eerste snee de diepste blijken, en spat de coalitie binnenkort alsnog uit elkaar. Natuurlijk zijn we dan aan deze zijde bereid om het stokje over te pakken. Maar linksom of rechtsom, bestuurskracht laten zien in de vorm van daadkracht en stabiliteit, is voor een zelfstandig Eemnes echt heel belangrijk. En ik zit hier niet voor de sensatie, ik zit hier niet voor de posities, ik zit hier (en ik meen te weten iedereen), om een bijdrage te leveren. Om de zaak in goede banen te leiden. Om de enorme uitdagingen waar gemeenten voor staan, het hoofd te helpen bieden.

Dank u wel.

The post Spreektekst extra raadsvergadering 28/10/2019 appeared first on Eemnes.