Art. 36 vraag omtrent voorschriften gemeentewet inzake tijdsbesteding wethouders

Geacht college van B&W van Eijsden-Margraten,

Op 20 februari is in haastige spoed het raadsvoorstel ‘Aanpassing tijdsbesteding wethouders’ naar de gemeenteraad gebracht. Zoals tijdens de raadsvergadering door PRO ook al aangegeven zijn wij niet in de gelegenheid gesteld om tot een goed geïnformeerde beslissing te komen over het raadsvoorstel, gezien deze slechts enkele uren voor de vergadering bekend werd gemaakt.

Bij nadere inspectie komt PRO tot de bevinding dat dit raadsvoorstel in strijd is met artikel 36 van de gemeentewet. Wij vragen het college hoe zij tot dit voorstel kwamen en nu gaan herstellen.

In het raadsvoorstel staat het volgende: “dit alles tezamen maakt dat het college het noodzakelijk vindt om de totale benoemingsomvang van de wethouders te verhogen naar 4,60fte, recht doende aan de norm zoals vastgelegd in artikel 36 van de Gemeentewet, zijnde 4,62fte.” en verderop staat: “de tijdsbestedingsnorm mag dan gezamenlijk niet meer dan 4,62 zijn”.

In het raadsvoorstel wordt echter niet inzichtelijk gemaakt hoe het college in de berekening komt op een maximum van 4,62fte. Volgens ons is dit maximum namelijk 4,4fte. Vermoedelijk een verschil in afronding bij de berekening. Bij navraag door PRO bij de VNG blijkt dat de maximum tijdsbesteding van deeltijdwethouders in de gemeente Eijsden-Margraten met ons huidige inwoneraantal niet 4,4fte mag overschrijden. Zie ook: https://vng.nl/artikelen/aantal-wethouders-voltijd-en-deeltijd

De Gemeentewet stelt in artikel 36 het volgende over de tijdsbesteding van wethouders in deeltijd:

1. Het aantal wethouders bedraagt ten hoogste twintig procent van het aantal raadsleden, met dien verstande dat er niet minder dan twee wethouders zullen zijn.

2. De raad kan besluiten dat het wethouderschap in deeltijd wordt uitgeoefend.

3. Indien het tweede lid toepassing vindt bedraagt, in afwijking van het eerste lid, het aantal wethouders ten hoogste vijfentwintig procent van het aantal raadsleden, met dien verstande dat de tijdsbestedingsnorm van de wethouders gezamenlijk ten hoogste tien procent meer bedraagt dan de tijdsbestedingsnorm van de wethouders gezamenlijk zou hebben bedragen indien het tweede lid geen toepassing had gevonden.

4. De raad stelt bij de benoeming van de wethouders de tijdsbestedingsnorm van elke wethouder vast.

5. Bij de berekening van het maximale aantal wethouders, bedoeld in het eerste en het derde lid, wordt afgerond tot het dichtstbijgelegen gehele getal.

In lid 3 wordt verwezen naar de tijdsbesteding van het eerste lid. Toegepast op de gemeente Eijsden-Margraten houdt lid 1 in dat er maximaal 4 voltijds wethouders zijn (rekening houdend met lid 5 over afronding). 10% van de tijdsbestedingsnorm van 4 voltijdse wethouders betekent dat er onder de wethouders maximaal 4,4 fte mag worden verdeeld.

De fractie PRO stelt de volgende vragen hierover aan het college:

– Is er volgens het college bij nader inzien een fout gemaakt in de berekening?

– Hoe is het college tot haar berekening van 4,62fte gekomen?

– Waarom is er niet in de vorming van het raadsvoorstel de tijd genomen om dit te dubbelchecken en corrigeren?

– Hoe verklaart het college dat er een raadsvoorstel kan worden gevormd die in strijd is met de gemeentewet?

– Welke gevolgen heeft het overschrijden van de gemeentewet nu en in de toekomst?

– Hoe gaat het college deze fout herstellen?

– Wordt dit geëvalueerd en hoe gaat het college voorkomen dat in de toekomst raadsvoorstellen worden ingediend die in strijd met de wet zijn?

Graag een spoedig antwoord en spoedig herstel van de huidige situatie die in strijd met artikel 36 van de gemeentewet is.

Sjanne Quellhorst

Ron Mourmans

Franklin Boon

Wiel Blezer