Voorzitter,

kort geleden ben ik een regionaal ontwikkelingsproject gaan bezoeken in Bulgarije. Daar is met negen miljoen euro subsidie een middeleeuws fort omgebouwd tot een plastic kasteel. Het doel daarvan was om er een toeristische trekpleister van te maken. Maar goed, u begrijpt het al. Er komt geen hond. Ik kwam daar op zaterdagmiddag om drie uur en toen werd er met de hand een toegangskaartje uitgeschreven en ik had bezoekersnummer één.

De grootste klap kwam eigenlijk pas 's avonds. Toen had ik een gesprek met professor Gradev. Hij is hoogleraar cultuur en religie aan de universiteit van Sofia. Hij vertelde mij dat de 10e—eeuwse fundamenten van dat fort gesloopt zijn, om ze vervolgens vol te storten met beton, zodat de plastic elementen erop gezet konden worden.

Dat is een trieste, maar treffende metafoor. De EU subsidieert de sloop van nationale historische fundamenten, niet alleen in fysieke zin, maar ook in overdrachtelijke zin, in maatschappelijke zin, in sociologische zin. De enige randvoorwaarde die zij daarbij hanteert, is dat het heel veel geld moet kosten. En wie betaalt dat? De belastingbetaler.