In Enschede leven veel mensen in armoede. Armoede wordt in Nederland afgemeten aan het sociaal minimum of de bijstandsnorm. Dit is een beleidsmatig minimum: zit je hier op of onder dan word je arm genoemd. In Enschede leeft zo’n 11% van alle huishoudens onder of rond het sociaal minimum. Landelijk is het gemiddelde 7%. Het betreft zo’n 17.500 inwoners. Ruim de helft hiervan (5.7% van alle Enschedese inwoners) leeft zelfs langdurig onder de lage inkomensgrens. Vaak is daarbij sprake van problematische schulden. 1 op de 8 kinderen in Enschede groeit op in armoede. Wij zijn blij met de recent toegenomen aandacht voor armoede en schulden. GroenLinks vindt armoede al jaren één van de grootste problemen in Enschede en pleitte steeds voor gerichte maatregelen. Binnenkort verschijnt een nieuwe armoedenota van het College: wat verwachten wij daarvan als GroenLinks?  

De bijstandsnorm komt tot stand m.b.v. voorbeeldbegrotingen van het NIBUD, het Nationaal Instituut voor Budget voorlichting. Deze gaan uit van wetenschappelijk onderzoek en adviezen van deskundigen. Het bijstandsminimum wordt uiteindelijk bepaald door de Tweede Kamer: het betreft een politieke keuze. Al sinds de jaren 1980 wordt daarbij de zogeheten 0-lijn gehanteerd. Dit betekent dat de uitkeringen niet met de lonen meesteeg. In die jaren ‘80 waren mensen met een bijstandsuitkering zo’n 25% van hun inkomen kwijt aan woonlasten, nu is dat zo’n 55%. Het besteedbaar inkomen werd, na aftrek van vaste lasten, door de jaren heen steeds lager. 

Opmerkelijk is dat de overheid lijkt te erkennen dat van de bijstandsnorm niet goed (meer) valt te leven. Er zijn allerlei sociale en fiscale regelingen bedacht waarop je een beroep kunt doen, zo’n 50 in totaal. De bekendste zijn de huurtoeslag en de kinderbijslag, de kinderopvangtoeslag en de (gemeentelijke) bijzondere bijstand. We hebben met zijn allen een groot probleem laten ontstaan en tegelijkertijd een grote bureaucratie geschapen om het op te lossen, waarbij degene met een laag inkomen altijd zelf een aanvraag moet doen om een toeslag te kunnen ontvangen. Hierbij gaat vaak iets mis: het bereik van al die regelingen is niet goed. Denk in dit verband aan de 2,5 miljoen laaggeletterden in Nederland, die bovendien vaak niet digitaal vaardig zijn. Voor hen is het extra moeilijk. De gemeente Enschede zal hierin veel actiever op moeten inspelen, met slimme communicatie en een er-op-af aanpak: zelfredzaamheid is mooi op papier, maar in de praktijk werkt het vaak niet. Veel arme mensen worden gedwongen te leven bij de dag. Vandaag is belangrijk. De afhankelijkheid maakt je minder zelfredzaam. 

Doordat het Rijk de regels bepaalt rondom de uitkeringen en toeslagen is er weinig ruimte voor lokaal beleid, maar er zijn wel mogelijkheden voor verbetering in het Enschedese beleid en GroenLinks wil deze ook terug zien in de nieuwe armoedenota. In het verleden hebben wij ons sterk gemaakt voor verhoging van o.a. de individuele inkomenstoeslag. Deze moet voldoende zijn om minimaal rond te kunnen komen én om te kunnen participeren (reizen, sporten etc.). Ook hebben we gepleit voor een ruimhartige invulling van het kindpakket, verlaging van de rente op leningen bij Stadsbank Oost-Nederland. Daarnaast zijn goede hulp bij de administratie, schuldpreventie en vroegsignalering van belang.