Op donderdag 24 oktober stond het onderwerp ‘duurzame mobiliteit’ op de agenda van de raadsvergadering in Halderberge. Een korte uitleg: ‘Duurzame mobiliteit is een wijze van vervoeren van personen en goederen die bewegingsvrijheid biedt, zorgt voor aan aangename beleving en tevens schoon en veilig is. Over duurzame mobiliteit wordt veel gesproken, maar voor een kleine gemeente als Halderberge blijft dit onderwerp erg lastig. De investeringen om mobiliteit te verduurzamen zijn vaak groot.’
De kern van het raadsvoorstel komt voort uit een enquête die ongeveer een half jaar geleden is aangeboden aan de gemeenteraad, hierin konden zij hun mening over duurzaamheid geven. Dit in het kader van een onderzoek dat een student deed in het kader van zijn scriptie aan de Breda University of Apllied Sciences (BUAS). Uit deze vragenlijst kwamen o.a. de volgende conclusies die zijn verwoord in het raadsvoorstel:
De gemeente Halderberge volgt de regio. Uit een peiling onder de raadsleden is gebleken dat de gemeente Halderberge geen koploper in de regio wil zijn, maar de regio wil volgen. We beginnen met een aantal voorzieningen waarmee we de regio volgen. We blijven de ontwikkelingen volgen. Wanneer de ontwikkelingen aangepaste ambities vragen wordt de module aangepast.Daar waar het duurzamer kan, gaan we voor duurzamer. Duurzame verlichting, duurzame uitvoering van wegonderhoud en reconstructies is het uitgangspunt.Woordvoerder namens de VVD-fractie was Harold van Hoof. Hij stelde over deze enquête wel enkele vragen richting de collega-raadsleden van andere partijen. Wat blijkt: slecht 11 van de 21 raadsleden hebben deze enquete ingevuld, hier had hij bedenkingen bij.
Van Hoof sloot zijn betoog af met het volgende: ‘Als laatste punt, voorzitter, wil ik iedereen meegeven dat we hier spreken over een visie die modulair is opgebouwd. En het voordeel daarvan is dat wij modules tussentijds best er uit kunnen pakken, en aanpassen op de dan geldende actualiteit.
Met de informatie uit de scriptie in het achterhoofd, wil ik mijn collega’s meegeven dat wij in 2021 deze module zomaar eens tegen het licht zouden kunnen gaan houden. Dan heeft de RES meer vorm gekregen en kunnen we deze module aan passen op de dan geldende actualiteit. Sterker nog, als we dan eerder genoemde post van 50.000 euro vanuit het collegewerkprogramma bekijken, dan zien we dat wij, de raad, in 2021 worden geraadpleegd. Dus kijkende naar de komende jaren zien wij toch echt wel een ambitieuzere aanvliegroute dan deze module doet vermoeden. Andersom geredeneerd: het is ambitieuzer dan dat wij, als raad, hebben aangegeven in de enquête!’