Deze week verscheen de tweede bestuursrapportage bij Baanbrekers. De gunstige ontwikkelingen van de afgelopen jaren blijkt zich ook in 2019 voort te zetten. De bestuursrapportage handelt over de eerste 8 maanden van 2019, dus wat betreft moeten we nog een voorbehoud maken, maar je mag toch aannemen dat de ontwikkelingen in die laatste 4 maanden in dezelfde lijn zullen doorgaan. Die gunstige ontwikkeling uit zich uiteindelijk in een verbetering van het financieel resultaat. Het resultaat over 2019 werd al begroot op 844 duizend voordelig en wordt nu nog eens met 700 duizend euro naar boven bijgesteld. Dat leidt overigens nog niet direct tot een terugbetaling van gemeentelijke bijdragen; daarover wordt pas beslist bij vaststelling van de definitieve jaarrekening medio volgend jaar.

Kerntaak van Baanbrekers is mensen die buiten het arbeidsproces vallen en aangewezen zijn op een bijstandsuitkering weer terug te begeleiden naar de arbeidsmarkt, als het even kan in een reguliere baan. In de afgelopen jaren is het bestand van bijstandsuitkeringen al aanzienlijk gekrompen en ook in 2019 zet die lijn zich voort. Op 31 augustus kregen in totaal (Heusden. Loon op Zand en Waalwijk) nog 1425 mensen een bijstandsuitkering; begin dit jaar waren er dat nog 1472. Een daling van ruim 3%. De daling was het grootst in de gemeente Heusden waar het aantal daalde van 503 naar 481. Die daling is voor een belangrijk deel natuurlijk te danken aan de gunstige economische ontwikkelingen en de toenemende spanning op de arbeidsmarkt. Maar Baanbrekers doet het in vergelijking met andere sociale diensten ook erg goed, zowel in vergelijking met bijvoorbeeld Tilburg als ook in vergelijking met landelijke cijfers. Wel wordt geconstateerd dat plaatsing in reguliere banen steeds moeilijker wordt. Mensen die in het bestand achterblijven blijken steeds moeilijker plaatsbaar.

Ook bij de re-integratietrajecten voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt lukt het steeds vaker om mensen in reguliere banen geplaatst te krijgen, vaak wel met een loonkostensubsidie, maar ook vaak zonder. Werkgevers ervaren de krapte op de arbeidsmarkt aan den lijve, komen erg moeilijk aan personeel en zijn steeds vaker bereid ook deze mensen in dienst te nemen. Enige minpunt (als je dat een minpunt kan noemen) is dat de taakstelling voor het nieuwe Beschut werken voor het tweede achtereenvolgende jaar niet gehaald gaat worden. In 2019 zijn tot nu toe slechts zes nieuwe plaatsingen gerealiseerd, in totaal werken er nu 18 mensen beschut terwijl de taakstelling voor eind 2019 34 werkplaatsen betreft. Die taakstelling gaat men zeker niet halen, niet uit onwil of gebrek aan inzet, maar gewoon omdat er te weinig kandidaten zijn.

Meer mensen aan het werk, minder mensen in de uitkering en mede als gevolg daarvan ook een beter financieel resultaat. Alleen al door het feit dat er gemiddeld minder mensen een bijstandsuitkering ontvangen ontstaat er een voordeel van 425 duizend euro. Toch zijn er ook tegenvallers te melden. Zo is er een nieuw meerjaren onderhoudsplan gebouwen opgesteld en daaruit blijkt dat het onderhoud van de gebouwen in de komende jaren aanzienlijk meer gaat kosten dan tot nu toe verwacht. De jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening moet met ruim een ton omhoog; daarnaast verwacht men extra investeringen in duurzaamheid te moeten doen tot een bedrag van bijna 1 miljoen. Het gaat dan om zaken als isolatiemaatregelen e.d. Investeringen die vervolgens natuurlijk leiden tot extra afschrijvings- en rentekosten.

Een tweede tegenvaller is het resultaat bij dochteronderneming WML-F. Het bedrijf kent drie bedrijfsactiviteiten: groenonderhoud, schoonmaak en beveiliging. Die laatste tak wordt overigens afgebouwd. De tekorten bij WML-F lopen dit jaar aanzienlijk op: in 2018 was het resultaat over de eerste 8 maanden nog ruim 21 duizend euro negatief, maar dit jaar loopt dat nu al op tot bijna 555 duizend euro. Oorzaken: een sterk teruglopende omzet doordat men activiteiten afstoot. En dat is weer nodig omdat men steeds minder personeel ter beschikking heeft, bijvoorbeeld door de uitstroom naar reguliere banen. Maar die teruglopende omzet gaat nog niet gepaard met een evenredige daling van de kosten. Enerzijds moet men steeds meer inspanningen verrichten om de beschikbare mensen het werk te kunnen laten doen; anderzijds moet men steeds vaker werken met inhuur van uitzendkrachten om het werk toch af te kunnen leveren en die inhuur kost een hoop extra geld. Overigens is het slechte resultaat van WML-F al verwerkt in de eerder genoemde financiƫle resultaten van Baanbrekers.

Drunen, vrijdag 18 oktober 2019

Kees Musters