Verdere regionalisering brandweer gaat veel geld kosten

Het was voor raadsleden in Brabant de week van de regio, zo lijkt het wel. Afgelopen dinsdag een regionale bijeenkomst van de regio Hart van Brabant en een dag later een bijeenkomst in Oss voor de gemeenteraadsleden van veiligheidsregio Noordoost-Brabant. Op beide dagen ging het over het klimaatbeleid en de energietransitie, zoals dat zo mooi heet, maar in Oss ging het ook over de verdere regionalisering van de brandweer. En die verdere regionalisering gaat flink wat geld kosten, zo bleek uit de presentaties.

De Veiligheidsregio Noordoost-Brabant is een samenwerkingsverband van 17 gemeenten; het gebied strekt zich uit van onze gemeente Heusden, helemaal aan de westrand van het gebied, tot aan de gemeente Cuijk aan de oostkant; centrumstad is Den Bosch. Die 17 gemeenten betalen in 2019 nog een totale bijdrage van ruim 31 miljoen, in 2020 zal dat volgens de nu voorliggende beleidsnota oplopen tot 35,5 miljoen, een stijging van meer dan 14%. En voor volgende jaren is nog een verdere stijging voorzien. Belangrijke oorzaken van die wel zeer forse stijging zijn o.a. een indexering van de kosten met 8,5 ton (2,7%) en een teruglopende overheidssubsidie die door de gemeenten gecompenseerd moet worden (ruim 5 ton). Maar er zijn nog twee andere belangrijke oorzaken en die liggen vooral in de verdergaande regionalisering van de brandweer.

Die regionalisering van de brandweer is al een aantal jaren geleden ingezet. Uitgangspunt daarbij is dat alle inwoners van de regio recht hebben op dezelfde veiligheidszorg. Dat is alleen betaalbaar als bepaalde taken in regionaal verband worden opgepakt. Dat betekent dan logischerwijs ook dat de kosten van die regionale aanpak over alle inwoners gelijkmatig verdeeld worden, m.a.w. alle deelnemende gemeenten betalen een zelfde bedrag per inwoner. Voor 2020 komt dat bedrag uit op € 54,257. U kunt dan zelf wel uitrekenen wat dat betekent voor een gemeente als Heusden met ruim 43.000 inwoners.

De regionalisering van de brandweer is zoals gezegd al een aantal jaren geleden in gang gezet en komt nu in de laatste fase. Er wordt nu gesproken over de huisvesting van de brandweer in de diverse gemeenten. De bedoeling is dat alle gemeentelijke kazernes in eigendom worden overgedragen aan de regio. Uitgangspunt daarbij is dat alle huidige kazernes gewoon in gebruik blijven en dat die in goede onderhoudsstaat worden overgedragen aan de regio. Niet op basis van taxatiewaarde of WOZ-waarde o.i.d.; men heeft gekozen voor een genormeerde overnamewaarde. De prijs waartegen de kazernes worden overgedragen wordt volledig gebaseerd op een groot aantal gebruiksnormen. Voor sommige gemeenten pakt dat goed uit; voor andere gemeenten ontstaat een meer of minder groot nadeel. De totale overnamewaarde van de 39 aanwezige kazernes komt uit op 17,5 miljoen euro en dat is aanzienlijk minder dan de WOZ-waarde van die kazernes want die is 35 miljoen. Die overname moet door de regio betaald worden uit een verhoging van de gemeentelijke bijdrage.

Verder wil men ook nog komen tot een centrale huisvesting van vrijwel alle medewerkers en bedrijfsfuncties van de veiligheidsregio in Den Bosch. Momenteel huurt de regio nog een pand in Den Bosch, maar die huurovereenkomst loopt af. Naast de centrale huisvesting in Den Bosch komt er een nevenvestiging in de driehoek Mill-Uden-Zeeland t.b.v. werkplaatsen en logistieke processen. De totale kosten van deze nieuwbouw zijn geraamd op 24,5 miljoen. De huur, die men momenteel betaalt voor het huidige pand, komt uiteraard te vervallen, maar dat weegt niet op tegen de extra kosten van de nieuwbouw. De extra kosten zullen vanaf 2020 dan ook leiden tot een verdere stijging van de inwonerbijdrage.

Tot slot is er nog een belangrijke oorzaak voor de kostenstijgingen: er moet een zgn. calamiteiten-coördinator komen, in het moderne brandweerjargon een “caco”. Dat is een wettelijke verplichting waaraan de veiligheidsregio nu nog niet voldoet. Als er een groot incident is, dan moet er binnen 5 minuten iemand zijn die leiding kan geven aan de meldkamerprocessen en die ook in staat is om een correct eenduidig beeld van het incident te vormen t.b.v. die meldkamers. Een dergelijke functionaris moet 24/7 paraat zijn. De regio Noordoost-Brabant wil deze functionaliteit invullen, samen met de regio Brabant-Zuidoost, waardoor de kosten nog enigszins gedrukt worden, maar toch is voor deze zogenoemde Caco-functionaliteit 327.000 euro per jaar uitgetrokken. En ook dat bedrag moet uit de inwonerbijdrage betaald worden.

Uit een onderzoek vorig jaar is gebleken dat de regio Noordoost-Brabant in vergelijk met andere regio’s in Nederland verreweg de laagste bijdrage per inwoner had. Het ziet er nu naar uit dat we die achterstand razendsnel aan het inhalen zijn. Vraag daarbij blijft: is het allemaal nou echt zo nodig, want het is wel gemeenschapsgeld dat de regio uitgeeft. Je kunt je daarbij makkelijk verschuilen achter het begrip veiligheid, want daar kun je niet tegen zijn en veiligheid mag best geld kosten. Maar er zijn wel grenzen.

Kees Musters

Drunen, vrijdag 8 februari 2019