Al enige jaren kent de gemeente Hof van Twente het concept Veegplan buitengebied. In het veegplan worden meerdere kleinschalige verzoeken voor herziening van bestemmingsplannen gelijktijdig behandeld. Op deze manier kan de gemeente naar eigen zeggen efficiënter en dus goedkoper alle initiatieven begeleiden. Ook voor 2021 staat er weer een Veegplan op de rol. Door de veegplannen zijn mooie plannen tot uitvoering gebracht, die de kwaliteit van ons buitengebied en de leefbaarheid zeker hebben verbeterd. Toch brengt deze manier van werken naast voordelen ook nadelen met zich mee. Ook tijdens meerdere raadsbehandelingen is gebleken dat de rol van de Raad in deze zeer beperkt is voor het al dan niet op onderdeel afwijzen van het ingediende Veegplan.

Uit meerdere ontvangen signalen vanuit inwoners zien wij dat het bij veel omwonenden niet duidelijk is dat er in hun naaste omgeving wordt meegedaan met een dergelijk Veegplan. De gemeente is duidelijk op haar website dat er draagvlak in de buurt moet zijn of omwonenden moeten tenminste worden geïnformeerd over toekomstige plannen. Toch krijgen wij signalen dat dit in de afgelopen jaren niet altijd is gebeurd en inwoners zich overvallen voelen door plannen in hun buurt. Mensen melden dat ze niet op de hoogte zijn gebracht, niet door de buren, die het betreft, en ook niet door de gemeente.

Ook wordt gemeld dat het veegplan tijdens de zomervakantie ter inzage heeft gelegen, waardoor dit gemakkelijk aan de aandacht kon ontsnappen. Hierdoor ontstaan vervelende situaties, en worden alsnog bezwarenprocedures opgestart, waardoor niet alleen de onderdelen die de bezwarenprocedure betreffen, maar het gehele veegplan vertraging oploopt.

De fracties hebben derhalve de volgende vragen: 1. Is het college nog steeds van mening dat het concept van een Veegplan de beste manier om efficiënter en dus goedkoper te werken? Zo ja, waarom? Zo niet, waarom niet? 2. Hoe wordt bepaald welk initiatief mee mag doen met een Veegplan en welke niet? 3. Hoe wordt geborgd dat omwonenden in een vroeg stadium door de initiatiefnemer worden meegenomen in de voorgenomen aanvraag? 4. Hoe wordt geborgd dat de ter inzage legging bekend is bij de omwonenden? 5. Hoe vindt de borging plaats dat eventuele bezwaren in een vroeg stadium worden meegenomen in de herziening van het bestemmingsplan? 6. Is het college met ons eens dat een Veegplan bijvoorbeeld niet in een vakantieperiode ter inzage mag worden gelegd omdat hierdoor inwoners niet altijd een reële mogelijkheid hebben tot bestudering van de plannen met bijbehorende inspraak. 7. Is het college voornemens om zelf omwonenden actief te betrekken bij initiatieven tot aanpassing van bestemmingsplannen via bijvoorbeeld een brief? 8. Hoe denkt het college erover om het onderdeel burgerparticipatie meer onderdeel te laten uitmaken van de Veegplannen of andere initiatieven geïnitieerd door de gemeente en hoe wordt hier vorm aan gegeven?