DURF stelt vragen over toekomstige windmolens bij het Valkenburgse Meer Op 25 januari 2019 stond er een artikel in het Leidsch Dagblad met betrekking tot de toekomstige windmolens op het Valkenburgse Meer. In het artikel ‘Uitstel windmolens Valkenburgse Meer is zeker geen afstel’ werd duidelijk dat de gemeente extra tijd wil uittrekken voor het plaatsen van windmolens bij het Valkenburgse meer. Er wordt gekeken naar in hoeverre het daadwerkelijk haalbaar is om de windmolens te plaatsen. Voor DURF is het duidelijk dat er aan de komst van windmolens verschillende nadelen kleven en daarom willen wij duidelijkheid hebben met betrekking tot het onderzoek dat nu wordt verricht. De energietransitie gaat -jammerlijk genoeg- zorgen voor een onmiskenbare herindeling van onze grond. De komende jaren zullen er in onze regio veel meer windmolens met de grootte van de Euromast ons landschap gaan vullen. Ook in Katwijk gaat dit een rol spelen met het nieuwe Klimaatakkoord en DURF wil de overlast voor mens en dier tot het minimum beperken. Het is daarom van belang dat in het beginstadium van dit proces zoveel mogelijk betrokken inwoners worden gehoord om duidelijk te hebben hoe zij hierin staan. Ook moet duidelijk worden welke verwachtingen de gemeente zelf heeft bij dit proces dat keer op keer (begrijpelijkerwijs) wordt uitgesteld. DURF heeft daarom de volgende vragen gesteld aan het college: 1. Als door het onderzoek de ‘haalbaarheid succesvol wordt aangetoond’ gaat de gemeente de klus aanbesteden. Wat zal er gebeuren als de uitkomst van het onderzoek is dat het plaatsen van windmolens bij het Valkenburgse Meer niet haalbaar is? 2. Op basis van welke aspecten worden de verschillende types windmolens beoordeeld? Kunnen deze aspecten nader gedefinieerd worden? Kan daarbij ook duidelijk worden gemaakt wanneer een aspect wel/niet voldoende gewaarborgd is? 3. In hoeverre wordt er bij de aanbesteding rekening gehouden met de kosten? Welke afwegingen worden hierbij gemaakt? Kunt u een overzicht geven welke verschillen er tussen de verschillende types windmolens zijn? 4. In het artikel van het Leidsch Dagblad wordt er door een woordvoerder van de gemeente Katwijk gesproken over een nieuwe situatie door de veranderde subsidiemogelijkheden voor windmolens. Een bekende duurzaamheidsubsidie is SDE+, maar er kan mogelijk worden gekeken naar meer opties. Naar welke subsidies wordt er in deze reactie gerefereerd en wordt naar gekeken door de gemeente? Wat zijn de voorwaarden voor de subsidies waar naar wordt gekeken? 5. Er wordt door de woordvoerder van de gemeente ook gesproken over de verbeterde technieken van windmolens. Op welke technische aspecten van de windmolens worden precies gelet bij het onderzoek? 6. Wat gaat het college ondernemen om geluidsoverlast in de (recreatieve) omgeving van de toekomstige windmolens te voorkomen? 7. Wordt er bij de aanbesteding van de windmolens ook gekeken naar de mate van duurzaamheid waarmee de windmolens zelf zijn vervaardigd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke factoren worden hierin dan van belang gevonden? 8. De gemeente streeft naar een maximale invulling van de Locatie windenergie Valkenburgse Meer, waarbij het geschatte aantal van 9 MW zoals benoemd in het Programma Ruimte van de VRM de leidraad vormt. In hoeverre staat de hoeveelheid 9 MW vast? Is het mogelijk dat dit naar boven of beneden wordt bijgesteld? Zo ja, wat zouden mogelijke redenen daarvoor kunnen zijn? 9. Er zijn verschillende types windmolens, ook op het gebied van vermogen. Dit loopt uiteen van bijvoorbeeld 0.9 tot maar liefst 7.6 MW. Valt het binnen het bereik der mogelijkheden om een enkele windmolen te plaatsen langs het Valkenburgse Meer met een groter vermogen om daarmee het aantal windmolens te verminderen? Of is het ook een mogelijkheid dat er juist meer windmolens zullen komen dan de eerdergenoemde drie? 10. In de ‘Overeenkomst niet invullen provinciale bevoegdheid omgevingsvergunning locatie windenergie gemeente Katwijk‘ uit 2016 valt te lezen: ‘De gemeente zal zich met het oog op het gewenste maatschappelijk draagvlak inspannen om- in samenspraak met de exploitant –ervoor te zorgen dat de omgeving zoveel mogelijk kan participeren en waar mogelijk mede kan profiteren van de geplande ontwikkelingen. Met het oog daarop zal bij de ruimtelijke planvorming tevens een participatieplan worden opgesteld.’ In hoeverre is er op dit moment gesproken met betrokkenen en wat waren de geluiden die hierbij naar voren kwamen? Als dat nog niet is gedaan: Waarom niet? 11. Vogelsterfte door het plaatsen van windmolens is een reëel probleem. In Groningen worden windmolens stilgezet ten tijden van de vogeltrek om daarmee dierlijke slachtoffers te voorkomen. In hoeverre wordt hier bij het haalbaarheidsonderzoek rekening mee gehouden? Is er het voornemen om windmolens stil te zetten ten tijden van de vogeltrek? 12. Windenergie is een onbetrouwbare energiebron doordat de energie moeilijk langdurig op te slaan is en er sprake kan zijn van een plotselinge stop van energielevering doordat het stopt met waaien. In hoeverre is er sprake van leveringszekerheid voor de gebouwen die zijn aangesloten op deze windmolens? 13. Er zijn gevallen bekend waarbij bewoners gezamenlijk besluiten om een windmolen ‘te kopen’ of mede-eigenaar te worden zodat zij financieel kunnen meeprofiteren. In hoeverre kunnen (toekomstige) omwonenden (financieel) meeprofiteren van de windmolens die geplaatst zullen worden? 14. Op 4 februari werd bekend dat Holland Rijnland plek ziet voor de plaatsing van 300 'kleine’ windmolens (Leidsch Dagblad). In hoeverre is Katwijk kandidaat om een aantal van deze 300 windmolens te plaatsen? Waar zou dat in onze gemeente eventueel mogelijk zijn?