Provincie Noord-Brabant Laarbeek, 20 oktober 2016 Betreft: Reactie Notitie Reikwijdte en Detailniveau Project N279-Zuid Geachte heer/mevrouw, Hierbij willen wij als CDA-fractie van de gemeente Laarbeek onze reactie geven op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau Project N279-Zuid die van 12 september tot en met 24 oktober 2016 ter inzage ligt. In zijn algemeenheid spreken wij onze goedkeuring uit over de stappen die tot nu toe gezet zijn. Voor bedrijven uit onze “slimme” brainportregio zou de aanleg van de weg een mooie uitdaging moeten zijn om nieuwe technieken te presenteren. Technieken die ervoor zorgen dat de weg zo goed mogelijk wordt ingepast in de omgeving en technieken waarbij de omgeving een zo min mogelijk negatieve invloed ervaart van de weg. Bedrijven zouden uitgenodigd moeten worden om voorstellen te doen ten aanzien van dergelijke technieken. De weg zou hierbij een visitekaartje kunnen worden voor de hieraan deelnemende bedrijven, en uiteraard ook voor de regio. Hieronder treft u de zienswijzen aan waarvan wij van mening zijn dat ze meegenomen dienen te worden om de volgende stap in het proces te kunnen zetten. 1) Meenemen alternatief: N279 met 2x2 rijbanen In het MER zal als soort voorkeursalternatief meegenomen worden: de N279 uitgevoerd met 2x1 rijbanen. Daarnaast zullen verschillende andere alternatieven meegenomen moeten worden om te kunnen vergelijken of het voorkeursalternatief de beste oplossing biedt voor de verkeersproblematiek op de N279 en omgeving. Als alternatief willen wij graag dat wordt meegenomen de N279 uitgevoerd met 2x2 rijbanen van Veghel tot Asten, als 80 kilometer weg. In het MER willen we onderzocht hebben of een verdubbeling leidt tot een extra verkeersaanzuigende werking van het verkeer dat normaal gebruik maakt van het middengebied en van het gebied van Boxmeer tot Laarbeek ten opzichte van het voorkeursalternatief. Verder zou onderzocht moeten worden wat het effect is op de verkeersbewegingen door de kernen van Laarbeek en kernen van andere gemeenten verder in het middengebied ten opzichte van het voorkeursalternatief. Onderzocht moet worden wat het effect is op de milieubelasting en leefbaarheid langs de N279 maar ook de kernen van het middengebied. Uitgangspunt zou moeten zijn dat de aanpassing van de N279 zodanig wordt dat dit leidt tot ontlasting van de doorgaande wegen in het middengebied. Alleen kijken naar de verbetering van de doorstroming van het verkeer op de N279 is te beperkt. Het is het waard om in het MER te onderzoeken of door de verdubbeling het verkeer van bijvoorbeeld Gemert/Boxmeer gestimuleerd kan worden om richting Eindhoven en omgekeerd niet meer het middengebied te verkiezen maar de route via N279 naar A67 of A50 richting Eindhoven. Mogelijk in combinatie met Smart Mobility. Dit heeft mogelijk het effect dat verkeersknelpunten in het middengebied zodanig worden verminderd dat dure aanpassingen van wegen, zoals een tunnel bij de Beekse brug, niet meer nodig zijn. Hierdoor kunnen de kosten, die verband houden met de uitvoering van de bereikbaarheidsagenda, voor gemeenten, maar zeker ook voor de provincie en andere instanties worden verlaagd. Het is de moeite waard voor alle deelnemers van de bereikbaarheidsagenda dat de kosten voor aanleg van 2x2 rijbanen worden afgezet tegen de verwachte kosten voor de uitvoering van de bereikbaarheidsagenda. 2) Effecten op natuur en ruimtegebruik In het MER moeten ook de effecten op de natuur van de EHS-gebieden en niet EHS-gebieden worden meegenomen. De is met name van toepassing bij de omleiding rondom Dierdonk. Hierbij moet niet alleen worden gekeken naar beschermde soorten. Hierbij moet ook worden meegenomen op welke manier deze negatieve effecten op de natuur qua ruimtebeslag en verstoring kunnen worden voorkomen en/of gecompenseerd. Voor beschermde soorten moeten mitigerende maatregelen worden beschreven. In het document wordt niet beschreven waar, wanneer en op welke manier deze maatregelen getroffen moeten worden om daadwerkelijk het compenserende effect te bereiken. Deze vragen moet in het MER worden beantwoord. Verschillende mitigerende maatregelen voor beschermde soorten zullen getroffen moeten worden ruime tijd voordat werkzaamheden aan de N279-Zuid gaan plaatsvinden Hiermee moet worden voorkomen dat beschermde soorten al zijn verdwenen voordat mitigerende maatregelen zijn genomen of dat beschermde soorten niet tijdig een mitigerende maatregel hebben gevonden. Evenals bij beschermde soorten wordt ten aanzien van de compensatie vanwege ruimtebeslag en verstoring EHS in het document niet beschreven waar, wanneer en op welke manier deze compensatie gerealiseerd moeten zijn om daadwerkelijk het compenserende effect te bereiken. Deze vragen moet in het MER worden beantwoord. Ter vergelijking: Ten aanzien van landbouwbedrijven wordt in de Verordening Ruimte aangegeven dat gebruik van het bouwblok alleen mogelijk is indien 15% van het oppervlak wordt gebruikt voor landschappelijke inpassing. Een dergelijke maatregel zou ook kunnen gelden voor een omleiding van de N279-Zuid bij Zijtaart en Dierdonk. Het oppervlak dat wordt gebruikt voor landschappelijk inpassing moet komen bovenop de normale compensatie vanwege ruimtebeslag en verstoring. Wel kan worden gekeken naar maatregelen die zorgen voor een landschappelijk inpassing en die tegelijkertijd het verstorende effect van de mogelijke omleidingen van de N279 verminderen. Te denken valt aan geluidwerende voorzieningen (zie ook reactie 3). 3) Gebruik compenserende maatregelen langs N279-Zuid In het MER moet ook gekeken worden naar het extra bijkomend effect van maatregelen die voor verschillende aspecten positief kunnen uitwerken en compenserend kunnen zijn. Ter verduidelijking: Door het op een bepaalde manier laten begroeien van bijvoorbeeld geluidwerende voorzieningen kan naast het reduceren van het geluidniveau langs de weg ook een hoeveelheid fijnstof worden afgevangen. Daarnaast kan een begroeide geluidswal- of voorziening ook ten aanzien van de natuur een positief of compenserend effect hebben. Met name aan de verkeersluwe zijde van de voorziening. Gestreefd moet worden naar een slimme keuze in maatregelen zodat met een voorziening zoveel mogelijk positieve effecten behaald kunnen worden. Dit soort maatregelen kunnen de negatieve milieueffecten bij de mogelijke omleidingsroute Zijtaart, het huidige traject bij Dierdonk en op alle overige gebieden langs de N279 mogelijk verminderen. De invloed van dergelijke maatregelen moeten daarom in het MER worden meegenomen bij de verschillende uitwerkingen van de alternatieven. In het MER moet in zijn algemeen integraal worden gekeken naar maatregelen, zodat de positieve of compenserende effecten van een maatregel zo groot mogelijk zijn. Indien u vragen heeft ten aanzien van de bovenstaande reactie dan kunt u contact met ons opnemen middels het emailladres: marcel.vanderheijden@hotmail.com. CDA-fractie Laarbeek Marcel van der Heijden fractievoorzitter