Ministers Grapperhaus (Justitie) en Bruins (Zorg) kwamen eind 2018 met de voorwaarden van een landelijke wietproef. Hierin zou de 'achterdeur' geregeld worden; door een aantal kwekers legaal te laten kweken, is de situatie dat coffeeshops in het illegale circuit in moeten kopen voorbij. Door de overheid zouden een aantal kwekers aangewezen worden om wiet en hasj te produceren dat dus zo volledig legaal bij de consument zou komen. Tien gemeenten kunnen zich opgeven voor de pilot om dit nieuwe systeem te testen. Daar zal Leiden niet tussen zitten. "De voorwaarden die aan de proef gesteld zijn, maken het bijna onmogelijk om zoiets complex goed uit te voeren", aldus Josine Heijnen die namens het CDA dit in de commissie LB besprak. "Er is geen extra potje voor handhaving, het tegengaan van illegale straathandel of bewegingsvrijheid voor de gemeenten zelf." Mocht het zo zijn dat na de proef problemen ontstaan, kan Leiden zich niet zomaar terugtrekken. "De proef duurt vier jaar en is echt in uitzonderlijke gevallen af te breken. Daar willen wij toch meer zeggenschap in hebben." Bovendien zou alles na deze vier jaar weer 'terug' gaan naar de oude situatie. Dat lijkt Heijnen ook geen goede situatie. "Ik heb met coffeeshophouders gesproken. Zij moeten na vier jaar inkopen bij de overheid dan weer oude of nieuwe leveranciers gaan benaderen om weer 'vanouds' te gaan leveren. Zij gaven ook aan niet te denken dat de proef, in de huidige vorm, een succes zou gaan worden." Overigens zijn veel meer Nederlandse gemeenten uiterst kritisch op de opzet van Grapperhaus en Bruins. Zij zullen zich ook niet aanmelden vanwege veiligheid en verwachte overlast. Heijnen: "En dat is jammer. Bij het experimenteren met nieuwe vormen van dit beleid moeten juist veiligheid en terugdringen van overlast bovenaan de prioriteitenlijst staan."