Van 24 tot en met 30 november werd in Leiden de week van de stadsgesprekken gehouden. Dit was een onderdeel van het maken van de Omgevingsvisie Leiden 2040. Eerder waren er al algemene vertrekpunten vastgesteld door het huidige college van B&W, en hadden enkele groepen al meegedacht over de onderwerpen. In de stadsgesprekken ging het de gemeente om meepraten door de burgers over te maken keuzes. 

Er zijn ook nu nog thematische groepen aan de slag om inbreng te leveren. De opbrengst van dit alles wordt verwerkt in een concept van het college, waarover in april een inspraakprocedure komt. Voor de zomervakantie wil de gemeenteraad een eerste omgevingsvisie hebben vastgesteld. Hier moeten nog vele discussies en gesprekken voor gevoerd worden om uiteindelijk met z'n allen een goede visie vast te stellen. Deze eerste omgevingsvisie zal de basis vormen voor toekomstige besluitvorming over de stad. En zal ongetwijfeld nog regelmatig worden besproken en verfijnd. Meer informatie is hier te vinden. 

Sfeerbeeld gedurende de week

Het college straalde uit echt te werken vanuit het motto “Samen maken we de stad”. Op de avonden waren ook veel gemeentelijke ambtenaren aanwezig. Ook die straalden enthousiasme en betrokkenheid uit. De burgers dachten graag mee aan het bedenken van mogelijkheden, kansen en oplossingen, en brachten overigens ook zorgpunten over inhoud en vertrouwen in “de politiek” in. De aanwezige GroenLinksers hadden het gevoel dat er draagvlak is voor de hoofdlijnen van koers. De gesprekken waren niet op hoge toon, en werden afgesloten met napraten. Wel is vergroting van de diversiteit onder de deelnemers voor vervolgstappen een stevige uitdaging, want heel gemakkelijk is dat niet.

In het onderstaande verslag kun je meer lezen over de vijf stadsgesprekken, de thema’s en de hieruit voortkomende vragen en dillema’s.

Werken en ondernemen in de stad 

Bij dit eerste stadsgesprek werd een presentatie gehouden die bedoeld was om de aanwezigen aan het denken te zetten. De insteek was de vraag wat Leiden zou moeten doen om wereldstad te worden. Het antwoord was: onderdeel te worden van een Randstad die tot ongeveer Eindhoven en Amersfoort zou moeten reiken. Die zou kunnen concurreren met zeg Shanghai, en het smadelijk lot van Barcelona en Frankfurt als niet-megawereldstad ontlopen. De aanwezige GroenLinksers werden inderdaad aan het denken gezet door deze schets van wat je niet zou willen: een hypergrote stad zonder menselijke maat, met megastallen voor de bewoners, en met weinig zichtbare duurzaamheid.

In de groepen kwam meer de economie aan bod. Onderwerpen als smart city met bedrijfsactiviteiten over kennis en innovatie voor zorg en onderwijs, en brede arbeidsparticipatie werden van inbreng voorzien. De economische rol van de binnenstad kwam ook aan de orde. De bereikbaarheid van de binnenstad voor consumenten kan door veel beter en duurzaam busvervoer dan nu vanuit de wijken worden vergroot, en is een randvoorwaarde voor het autoluw maken ervan. Het door de Stadsmakers genoemde idee om alsnog de Rijn-Gouwe lijn te realiseren en tegelijk de NS lijn naar Utrecht te verschrompelen werd gezien de forensenstromen als uiterst onverstandig idee beschouwd.

De groeiende stad 

Het tweede stadsgesprek ging dieper in op de groeiende stad. De opzet was aanvankelijk om op de hele losse manier van een rondetafelgesprek zoals bij De Wereld Draait Door suggesties op te halen. Leiden als vooruitstrevende en sociale stad werd als uitgangspunt gedeeld. Zoeken naar het vergroten aan het aantal betaalbare woningen werd onderschreven, maar ook werd benadrukt dat het moet passen bij de bestaande omgeving. Er moet niet enkel worden gezocht naar hoogbouw ten koste van een uitnodigende woonomgeving. De autoluwe binnenstad werd ook onderschreven, zeker vanwege de slechte luchtkwaliteit. De voorwaarde is wel dat er betaalbaar, toegankelijk en effectief openbaar vervoer in, van en naar de binnenstad komt. De opzet werd daarna aangepast aan de behoefte om het te hebben over onduidelijkheden (zoals verkamering of veel hoger bouwen dan de gemeentelijke kaders) en de behoefte aan goede en duidelijke processen richting de burgers. De crux daarvan was dat “de politiek” moet werken aan versterken en terugwinnen van het vertrouwen. De aanwezige wethouders deelden deze ambitie.

De identiteit van de stad 

Het derde stadsgesprek stond in het teken van de identiteit van de stad. Water is de drager van de Leidse identiteit. Daarover werd een zeer interessant college gegeven door iemand die met dit onderwerp ook in de stad Mechelen aan het werk was geweest. Een zeer boeiend verhaal afgewisseld met beelden van de Mechelse resultaten. Zo kon je zien dat sommige verwaarloosde plekken veranderden in aantrekkelijke hoeken van de stad, door een overbrugd stuk stadsrivier te "ontkluizen" en daar een aantrekkelijke ontmoetingsplek van te creëren. Voor Leiden zou dat betekenen de Mare weer openbreken, een discussie die nooit weg is geweest. Daar kwamen wel bezwaren op, omdat dat stuk stad net zo is opgeknapt: niet meer aankomen. Voor wethouder Paul Dirkse hoeft het niet: is zeer kostbaar.

Deze discussie blijft dus. Dat het water als identiteit werd gekozen heeft van alles te maken met het onderwerp klimaatadaptatie, hittestress en wateropvang. Eigenlijk is iedereen er wel van doordrongen dat daar beslist de aandacht naar toe moet gaan. Vanuit het publiek werden leuke ideeën aangedragen. Yvonne van Delft antwoordde dat zij vooral geïnteresseerd is in "slimme" ideeën. Slim betekent in dit geval bijvoorbeeld dat je met een lantaarnpaal-aansluiting zoveel meer kon doen. Innoverende en samenbrengende ideeën zullen steeds meer van betekenis zijn. Groen kwam als onderwerp natuurlijk ook aan bod. Hoe meer groen, hoe meer water opgezogen wordt. Tegelijkertijd geeft groen de nodige schaduw. Ook handig en verstandig met dit thema omgaan- dat staat.

De sociale stad voor iedereen

Het vierde stadsgesprek betrof de sociale stad. Er waren korte presentaties als warming up voor sessies in groepjes over de ontwikkeling van fictieve wijken. De opening was een schets van een stad op menselijke maat met uitnodigende ruimtes voor ontmoeting. De schets was op ooghoogte en gericht op gedrag, heel anders dan de opening op maandag dus. Een andere inleiding ging over respect voor en normale omgang met personen met GGZ-problemen die toch recht hebben contactmogelijkheden, moedig verteld door een ervaringsdeskundige. De presentatie van de beleving van de stad door mensen met lichamelijke beperkingen gaf duidelijk aan wat er nu ontbreekt en hoe dat beter kan en moet.

De sessies gingen over stadsontwikkeling waarin groepjes aan de slag konden. Er zijn duidelijke verschillen tussen de uitdagingen in wijken met veel hoogbouw, goedkope huurwoningen en lage welvaart en wijken met meer eengezins-koopwoningen en meer welvaart. Gemeenschappelijk was de aandacht voor groen tussen de woningen, de inrichting op menselijke maat, het maken van ontmoetingsruimtes, en ook een gemengde bevolkingssamenstelling. Anders gezegd: bebouwing moet meer sociale en maatschappelijke samenhang en sociaal gedrag stimuleren. Dat vergt ook dat bij stadsontwikkeling niet alleen op stadsdeelniveau gekeken moet worden maar ook naar wijken en buurtjes.

Terugblik op de week

Het vijfde stadsgesprek was een talkshow over de opbrengst van de vier gesprekken. Die werd in kort bestek gepresenteerd. Zowel interviews over onderwerpen als stemmingen over dilemma’s door een app maakten dit interactief. Eigenlijk kwamen de thema’s uit de inbreng van andere gesprekken weer aan de orde. Alleen openbaar vervoer in samenhang met de overgang van bezitten van auto’s naar gebruiken van gericht gebruiken en parkeren van vervoermiddelen was in de beleving van aanwezige GroenLinksers onderbelicht in de samenvattingen. De wethouders bedankten voor de inbreng en de fantastische week, en gaven aan dat het proces nu verder gaat. Er liggen nog veel uitdagingen voor onze stad waarbij de participatie van inwoners van harte welkom is! Deze gesprekken zijn alvast een goede stap en maken duidelijk dat je als inwoner ook naast de verkiezingen invloed hebt over het beleid in de stad, hierover mee kunt praten, gehoord wordt en serieus genomen. Samen maken we de Stad!

Door: Jos van Iersel, Maurits Donga, Astrid Suurmond, Edith van Middelkoop, Joost Schrieks en Willem van der Wal