Donderdag 16 juni waren de Algemene Beschouwingen waarin het beleidsakkoord van de nieuwe coalitie werd besproken. Onze volledige inbreng, die Lianne in afwezigheid van Martine uitsprak, lees je hieronder terug. "Voorzitter, voordat ik op de inhoud in ga, wil ik de coalitie bedanken dat we vanavond een akkoord op hoofdlijnen bespreken en niet een dichtgetimmerd breed uitgemeten stuk. Mijn fractiegenoot Martine van Schaik had dat graag zelf gedaan, maar moet vanwege ziekte helaas verstek laten gaan. De Partij voor de Dieren is blij met het invoeren van de opkoopbescherming en de verhuurdersvergunning, de inruilregeling voor brommers, het isoleer-offensief, de continuering van het Leids Mediafonds, het aanpakken van hotspotlocaties voor zwerfafval, het burgerberaad energietransitie en een wethouder kansengelijkheid. Hoe meer groen, hoe beter als het aan mij partij ligt. Maar we moeten ook het bestaande groen beschermen. Daarom zijn wij blij dat de Oostvlietpolder als natuurgebied wordt aangemerkt. Uiteraard zouden we graag zien dat ook de Leidse parken een beschermde status krijgen. Verbaast zijn we over het realiseren van een nieuwe ondergrondse parkeergarage, maar we gaan ervan uit dat deze garage als een soort gouden balbrug van het toneel verdwijnt. Onze complimenten aan D66, die ondanks vier zetels minder dan de winnaar van de verkiezingen, de grootste stempel heeft weten te drukken op dit akkoord. Ook wij zien graag dat Leiden één van de meest leefbare steden van Europa wordt, maar onze invulling daarvan is niet dezelfde als de opstellers van het coalitieakkoord. In Leiden wonen meer dieren dan mensen. Ook dieren zijn betrokken in het gevecht om de schaarse vierkante meters in onze stad. Ook dieren lijden onder de hitte en droogte als gevolg van klimaatverandering. Ook dieren zijn de dupe van de alsmaar stijgende prijzen voor levensonderhoud van hun eigenaren. In een akkoord op hoofdlijnen kan niet overal aandacht aan worden besteed, maar dat er met geen woord gerept wordt over de grootste inwonersgroep van Leiden vindt mijn partij onvoorstelbaar. Ook de komende vier jaar zorgen wij ervoor dat de dieren niet vergeten worden en zullen we aandringen op een actualisatie van de dierenwelzijnsnota. In het beleidsakkoord proeven wij de urgentie van het bestrijden van de allergrootste crisis aller tijden, de klimaat- en biodiversiteitscrisis, nog niet. De klimaatcrisis wordt vooral te lijf gegaan met duurzame wijkvernieuwingen, het toevoegen van groen en het versnellen van de energietransitie. Goede zaken, maar uiteraard moet alles wel ‘haalbaar & betaalbaar’ blijven. Dat klinkt plausibel, maar is het natuurlijk niet. Want hoe langer we wachten hoe duurder de plannen worden en hoe lastiger het wordt om het tij van de alsmaar opwarmende Aarde nog te kunnen keren. Wij zien graag dat er voor het bestrijden van de klimaat- en biodiversiteitscrisis een concreet actieplan komt met afrekenbare tussendoelen. Zodat we goed in de gaten kunnen houden of we op schema liggen en de bestrijding niet wordt doorgeschoven naar toekomstige generaties. Aan het beoogde nieuwe college dan ook de oproep om met zo’n actieplan te komen. Onze messen en vorken zijn onze belangrijkste wapens in de strijd tegen klimaatverandering. En juist die wapens missen wij in het beleidsakkoord. Nul komma nul aandacht voor de rol die voeding speelt bij het tegengaan van klimaatverandering. Dat is een gemiste kans. Want een transitie naar meer plantaardige eiwitten en meer lokale voedselproductie pakt het klimaatprobleem bij de bron aan én is ook nog eens haalbaar en betaalbaar. De nieuwe coalitie bouwt aan een gezonde stad, maar heeft ook daar voeding in zijn geheel niet meegenomen. En ook hier is dat een gemiste kans. Want werken aan gezondheid doe je niet alleen door bewegen, spelen en sporten, maar juist ook door gezond te eten. En dat is lastig in een tijd met op elke hoek van de straat verleidingen in de vorm van fastfood en flitsbezorgers die binnen luttele minuten bakken roomijs en zakken chips tot aan de voordeur brengen. De Partij voor de Dieren zal deze termijn aandacht vragen voor gezonde voeding. Ook als preventiemiddel in de zorg. Tot slot wil ik alle partijen, en in het bijzonder GroenLinks die dit punt ook in haar verkiezingsprogramma heeft staan, uitnodigen om samen met ons te werken aan een voorstel voor een Leidse Donut Economie. Een sociale en duurzame economie. Een economie waarbij we de grenzen van de draagkracht van de Aarde niet overschrijden en iedereen een menswaardig bestaan bieden. Voorzitter, een leefbare stad is een groene, duurzame, diervriendelijke en sociale stad. Voor nu en in de toekomst. Ondanks dat wij deze termijn niet aan het roer staan zullen wij ons maximaal inzetten om deze idealen zoveel mogelijk en met zoveel mogelijk partijen te kunnen verwezenlijken. Tot zover mijn bijdrage, dank voorzitter."