Twee jaar geleden schreven we een stuk over de fosfaatrechten. Alle melkveehouders moesten van staatssecretaris van Dam hun veestapel terugbrengen naar het aantal wat ze op 1 juli 2015 op hun bedrijf hadden. Ook al hadden sommigen intussen fors geïnvesteerd in nieuwe stallen, waarin dierenwelzijn en duurzaamheid voorop staan. Vergunningen werden aangevraagd en gegeven, banken stonden garant voor de financiering. En toch kende de staatssecretaris geen pardon. Wat een verdriet en zorgen dit veroorzaakt heeft onder de boeren bleef lang buiten beeld. Boeren werden niet gehoord, wel zagen we beelden van koeien die naar de slacht gingen. Maar het echte leed bleef achter de voordeur. De boerengezinnen bleven ondanks alles hun vee verzorgen en dankzij hen kunnen wij uit een breed assortiment voedsel kiezen. Als je voor producten van Nederlandse bodem kiest, weet je dat je veilig eten hebt. Er wordt door bepaalde organisaties steevast kritiek geleverd en beweerd dat ons voedsel vol zit met gif, hormonen en antibiotica. Middelen die al lang verboden zijn. Nederland heeft de strengste eisen en regels en toch blijven sommigen dat roepen. Je mag best tegen het eten van vlees zijn, maar ga geen onwaarheden verkondigen. Of beweren dat een megastal slecht is voor de koeien. Dat is onjuist. Misschien vind je ze niet mooi of te groot. Maar geldt dat dan ook voor buitenplaatsen, met omheining en toegangspoort met intercom in het buitengebied of flatgebouwen? Mensen die er wonen, vinden het prima en hebben het goed naar de zin net als de koeien in de megastal. Ondertussen gaat de boer weer aan het werk. De dieren wachten. Dan komt daar opeens de stikstofproblematiek. En weer heeft de agrarische sector het gedaan. Maar deze keer haalt de boer niet z’n schouders op. Hij komt in verzet. En terecht. De landbouwsector is de enige sector die de uitstoot van stikstof heeft weten te terug te brengen door innovatie of investeren. “De helft van de veestapel moet weg”, is de druppel. Nu laten de boeren van zich horen. En eindelijk kunnen ze hun verhaal doen in Hilversum, laat Nederland merken dat ze achter de boeren staan. En dat hebben ze nodig. We hopen dat dit de komende tijd zo blijft, want de boeren gaan weer de straat op. Eerst naar de provincie om de beleidsregels voor stikstof van tafel te krijgen. De provincies hanteren in een eerder deze week vastgestelde beleidsregel een strengere norm dan minister Carola Schouten in de brief aan de Tweede Kamer heeft verwoord. De minister rekent met de vergunde stalcapaciteit. De provincies gaan uit van het aantal dieren dat in de stal werd gehouden op 8 oktober 2019. Dit houdt dat als er door omstandigheden minder dieren op stal stonden, dan er volgens de vergunning hadden mogen staan, de provincie deze niet gevulde plekken afpakt. De provincies gaan uit van het werkelijke aantal dieren, om te zorgen dat bij afroming een zo groot mogelijk effect wordt gerealiseerd in de vermindering van stikstofdepositie. En zo doen de provincies er dus nog een schepje bovenop. Dat dwingt de boeren tot weer tot actie. Waarom wordt er bij de landbouw alleen gekeken naar de uitstoot van stikstof en niet wat al die hectare gewassen aan stikstof opnemen? Waarom worden er berekeningen gebruikt en geen objectieve metingen? Alles wat Nederland minder moet gaan produceren, zal elders opgepakt worden. In landen waar de regels minder streng zijn, dierenwelzijn ondergeschikt is en de productie per koe of hectare veel lager is. Dan hebben we het nog niet eens over de gevolgen voor Nederlandse werkgelegenheid. De agrarische sector in Nederland is al tijden volop in beweging, op weg naar een kringlooplandbouw. Dit is een vorm van duurzame landbouw waarbij de kringloop van stoffen gesloten is. Dit houdt in dat alle stoffen die door de landbouw uit een gebied verdwijnen ook weer teruggebracht worden in het gebied. Dat is een vorm die toekomstbestendig is voor de Nederlandse landbouw. Soms wil de boer sneller, maar staat regelgeving in de weg. Zou daar de aandacht bij de politici niet naar uit moeten gaan? En zouden de supermarkten bereid zijn om duidelijk te maken waar hun koopwaar vandaan komt zodat wij kunnen kiezen voor het Nederlandse product? Dat moet toch mogelijk zijn? Het eerlijke verhaal en een eerlijke boterham, dat verdient de Nederlandse boer! Coby Wiltink-Roeterdink, Fractievoorzitter CDA Lochem.