Beleid t.a.v. huisvesten arbeidsmigranten.

In Noordoostpolder hebben we twee beleidsregels voor het huisvesten van arbeidsmigranten. Er is een regel voor het huisvesten van arbeidsmigranten binnen de kernen en één voor het landelijk gebied.

Omdat het huisvesten binnen de kernen (steeds meer) stress oplevert hebben we samen met het CDA in november een motie ingediend om dat beleid tijdelijk in te trekken tot de evaluatie van het beleid is afgerond. Deze motie dienden we ook in omdat een aantal dorpshuizen/ hotels te koop waren en dorpsbesturen waren bang dat deze locaties ook omgevormd zouden worden tot migrantenhuisvesting. Dit speelde bijvoorbeeld in Ens, Creil en Kraggenburg.

Deze motie haalde toen helaas geen meerderheid. Maar blijkbaar heeft de motie het college voldoende inspiratie gegeven om toch iets aan deze situatie te doen. Als fractie zijn we blij dat we gisteren een voorbereidingsbesluit hebben kunnen nemen waarin we vastgelegd hebben dat vergunningen binnen de kernen niet meer afgegeven zullen worden en dat bestemmingen die ruimte geven voor huisvesting zonder vergunning aangepast zullen worden. Deze aanpassing vindt ook plaats voor een aantal bestemmingsplannen in het landelijk gebied.

Daarnaast hebben we gisteren een motie aangenomen (raadsbreed) waarin we het college opdragen om vergunningen voor categorie 1 locaties (opvang van 20 personen) tijdelijk op te schorten. Deze categorie huisvesting kan in het huidige beleid op allerlei plaatsen in de gemeente aangevraagd worden. Er zijn wel enkele afspraken over afstandscriteria, maar er zijn geen afspraken over het betrekken van de buurt en de definitieve inrichting van de huisvesting.

We willen als raad via de evaluatie, die de komende maanden plaatsvindt, alle afspraken nog eens nadrukkelijk aanscherpen om te voorkomen dat het draagvlak voor de huisvesting wegvalt.

Wij realiseren ons dat we voor de economie van onze gemeente niet zonder deze medewerkers kunnen. We zijn steeds voorlopers geweest door er beleid voor op te stellen. Beleid dat erop gericht is dat de medewerkers op een fatsoenlijke en gecertificeerde manier gehuisvest worden. We merken echter ook dat bepaalde partijen ‘de randjes van het beleid’ opzoeken en daarmee de omgeving met de gevolgen opzadelen. Daar zullen we met de evaluatie en het opnieuw te formuleren beleid een oplossing voor moeten zoeken.

Wiemer Haagsma

CIE SLZ (Samenlevingszaken)

Tijdens de raad van 8 mei heeft de gemeenteraad besloten over de startnotitie onderzoek Armoedeval. Dit onderzoek komt voort uit het coalitieakkoord waarin staat: We zoeken oplossingen om de armoedeval te verkleinen. Want werk moet lonen. We proberen schulden te voorkomen door ‘vroegsignalering’. Je hebt te maken met armoedeval als een inwoner met een laag inkomen boven een bepaalde inkomensgrens gaat verdienen, dan daalt of verdwijnt het inkomen vanuit de inkomensondersteunende voorzieningen. Deze voorzieningen bestaan zowel uit de landelijke regelingen (bijvoorbeeld de huur- en zorgtoeslag) en de gemeentelijke regelingen. Om deze reden kan het voorkomen dat (meer) werken niet in alle situaties financieel lonend is. Een inwoner kan er financieel zelfs op achteruit gaan.

De startnotitie is eerst aan de orde geweest in de commissie met wethouder van Amersfoort. De PU heeft o.a. gevraagd naar wat de wethouder verwacht van het onderzoek. De gemeentelijke regelingen hebben veel impact bij armoedeval, dus daar wil de gemeente meer inzicht in krijgen en ze verwachten dus ook met dat inzicht armoedeval tegen te kunnen gaan vanuit gemeentelijke regelingen.

Voor de PU is de startnotitie een hamerstuk. In de raadvergadering zijn een tweetal amendementen aan de orde geweest. CDA wil een onderzoeksvraag toevoegen: is het invoeren van een geleidelijke staffel voor de gemeentelijke minimaregelingen een oplossing voor het verkleinen van de armoedeval? Vanuit de PVDA is er een voorstel gedaan om ook een doelgroep analyse aan het onderzoek toe te voegen.

De uitvoering van het onderzoek doet de gemeente zelf. In het najaar volgen de resultaten.

Alice Leijten en Arja Heerspink

Voorafgaand aan de raadsvergadering hebben we als PU vragen aan de wethouder gesteld met betrekking tot de wachtlijsten voor de WMO.

Vanuit inwoners kregen we vragen over de lange wachttijden, de slechte bereikbaarheid en het lange wachten op gestelde vragen. We horen wachttijden van 11 weken lang.

Volgens wethouder Werkman probeert de gemeente Noordoostpolder op verschillende manieren de wachtlijsten voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning omlaag te brengen, volgens haar duurt het bij een aanvraag voor hulpmiddelen gemiddeld 10 weken voor een consulent langskomt, bij andere zorg gaat het om 4 weken.  De wethouder geeft aan dat de personele capaciteit nu op orde is en ze verwacht daarbij dan ook dat de wachtlijsten daardoor snel korter worden.

We hebben aangegeven het zorgelijk te vinden dat onze inwoners momenteel zo lang moeten wachten op bericht en bezoek van de gemeente, het kan in sommige gevallen het verschil betekenen tussen op de bank slapen of gewoon in bed. Daarnaast hebben we de aangegeven dat we als gemeente moeten zorgen dat onze inwoners veilig thuis kunnen blijven wonen. Zoals eerder gezegd geeft mevrouw Werkman aan dat de wachtlijsten de volle aandacht hebben. We houden hierin zeker de vinger aan de pols!

Arja Heerspink

CIE WO (Woonomgeving)

Mercatus is voornemens om de Rietstraat en de Zeebiesstraat te slopen en te herbouwen. Hierover is een informatieavond georganiseerd waar de fracties werden ingelicht over de plannen. Er wordt door Mercatus aangegeven dat nieuwbouw de voorkeur heeft boven renovatie in verband met de levensduur die nieuwbouw (50 jaar) ten op zichte van renovatie (30 jaar) heeft.

Een toevoeging aan de straten zijn 2 hofjes. Deze hofjes voegen meer huizen aan het plan toe. Een van de hofjes komt op het speelveld tussen de Rietstraat en de Hoefbladstraat te liggen. Hier wordt door veel inwoners van de Hoefbladstraat bezwaar tegen gemaakt.

We denken als fractie van de Politieke Unie dat Mercatus zich moet richten op de nieuwbouw van het gros van de huizen met oog voor historische elementen. Over de hofjes en hun toegevoegde waarde is het laatste woord nog niet gesproken.

Alex Tuinenga