Deventer wordt nóg mooier dankzij financiële steun van de provincie. Burgercommissielid en Deventenaar Peter Schouten is hier erg enthousiast over. Hij vertelt in deze blog hoe de tegemoetkoming aan de gemeente Deventer zal bijdragen aan een verdere verfraaiing van de binnenstad.

 

Ik woon na een leven in het Westen al bijna zes jaar in de Deventer binnenstad en voel me nog steeds bevoorrecht als ik dat mooie historische decor binnenstap. Iedereen zal de Brink kennen, zeg maar de Huiskamer dan Deventer. Minder bekend zijn andere pleinen zoals het Groote Kerkhof waaraan de Lebuïnuskerk en het nieuwe stadhuis staan, de Nieuwe Markt en de Stromarkt. Het Groote Kerkhof is sinds kort autovrij, de parkeerplaatsen gecompenseerd door een terrein aan de overkant van de IJssel. De vaart met het pontje daarheen voelt altijd een beetje als een minivakantie. De Nieuwe Markt is nog wel een parkeerplaats, maar zal aan allure winnen als daar via een particulier initiatief een museum voor moderne kunst komt. De Stromarkt is recent verrijkt met de nieuwe bibliotheek, een mooi gebouw en ook een soort huiskamer – alleen aan een plein met een bestrating die je je in het vroegere Oostblok doet voelen. De gemeente heeft met uitgebreide participatie een visie op de drie pleinen gemaakt, met als doel ze een betere en gemeenschappelijke uitstraling te geven. Om er als het ware één openbare ruimte van te maken. Liefst zonder of met veel minder auto’s. Zoals gebruikelijk is geld het probleem, of liever: was. Voor het Groote Kerkhof had de gemeente al geld, voor de Stromarkt een beetje en voor de Nieuwe Markt nog niets. Nu er voor de Stromarkt een bijdrage van € 1 miljoen van de provincie ligt, kan er in elk geval begonnen worden. Voor de Nieuwe Markt zal het ongetwijfeld lukken ook middelen te vinden. Als de plannen zijn uitgevoerd, zal ik met nog meer plezier door de binnenstad lopen en, belangrijker, zal de binnenstad een nog aantrekkelijkere bestemming worden.