Caroline Aafjes-van Aalst is raadslid voor Leefbaar Rotterdam en houdt zich onder andere bezig met Zorg. In haar column vertelt ze over de vreselijke reacties die Huisartsenpost Zuidplein op social media zette.

Vorig jaar veranderde ik van huisarts omdat mijn toenmalige huisarts met welverdiend pensioen ging. Blij ben ik dat ik destijds niet overgestapt ben naar de Huisartsenpost Zuidplein, die bevestiging kreeg ik voor de zoveelste keer toen ik van het weekend de uitlatingen van deze huisartsenpost op LinkedIn zag. Al eerder stuitte ik op de meest vreselijke reacties afkomstig van het LinkedIn-account van deze huisartsenpost naar aanleiding van de afschuwelijke gebeurtenissen in Israël op 7 oktober 2023, waarop ik schriftelijke vragen aan het college stelde. Zonder al te veel resultaat, want omdat Huisartsen niet binnen de gemeentelijke bevoegdheden liggen gaf het college aan weinig aan de situatie te kunnen veranderen. De social media-uitingen waren na het indienen van de vragen wel als sneeuw voor de zon verdwenen.

Maar afgelopen weekend kwam ik weer de meest akelige reacties tegen, geplaatst door het account van de Huisartsenpost Zuidplein. Ditmaal reacties waarin het Algemeen Dagblad (AD) een zionistische krant zou zijn die Hamas ‘wegzet als’ terroristen. Journalisten van het AD wordt gewenst dat hen hetzelfde overkomt als wat zij zouden ‘verbloemen’. Ook worden mensen in reacties verweten witte racisten te zijn. Ik zou toch twee keer nadenken als ik een Joodse Rotterdammer, blanke Rotterdammer of journalist wezende.

En begrijp me niet verkeerd, de vrijheid van meningsuiting is een groot goed en met het maken van een scherpe opmerking op sociale media is in mijn ogen niks mis. De grens van vrijheid van meningsuiting is daarnaast een kwetsbare grens en er komt een grote verantwoordelijkheid met het bewaken van deze. Daarnaast is het feit dat je als huisarts, los van wat ik ervan vind dat deze zich politiek/maatschappelijk uitlaadt, de artseneed aflegt. Deze luidt: ‘Ik zweer dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens. Ik zal zorgen voor de zieken, gezondheid bevorderen en lijden verlichten. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Ik zal aan de patiënt geen schade doen.’

Naar mijns inziens zijn de vreselijke reacties op sociale media afkomstig van deze huisartsenpost dan ook niet verenigbaar, nee botsen ze op alle fronten met deze eed. Want wie kan erop vertrouwen dat iemand die zich dusdanig uitlaat op sociale media, in de behandelkamer een onderscheid van opvatting respecteert?

Het zal mijn achterdocht wel zijn, maar om die reden stelde ik wederom vragen aan het college in de hoop dat zij, via welke route dan ook, deze huisarts op de vingers tikt voor diens uitlatingen.