Afdelingsvoorzitter Emil Jacobs voerde op 22 juni namens de afdeling het woord op de partijraad, het tweemaandelijks overleg van afdelingen met partijbestuur. Hierop stond de vraag centraal: hoe verder na de verkiezingen?

In onze afdeling hebben we afgelopen week ook stilgestaan bij de verkiezingscampagnes en uitslagen de afgelopen periode. Vier nederlagen op rij is geen toeval meer en iedereen vond het goed dat we hierbij stil staan.

Onze analyse komt erop neer dat de partij niet meer aansluit op bredere maatschappelijke bewegingen. Er is genoeg onvrede over het beleid: de politieke versnippering en de opkomst van de PVV en nu het FvD laten dat zien. Maar waar wij die partij waren van het verzet in de periode 1995 tot 2005, de partij die voorop liep bij Keer het Tij en de grote beweging tegen de Irak-oorlog, zijn wij die rol kwijtgeraakt.

De vraag is voor ons nu hoe verder. Een campagne voeren als dé tegenpartij is daarbij voltooid verleden tijd. Die rol heeft het FvD nu en daarmee concurreren met scherpe spotjes gaat niet helpen, integendeel: ik heb nog nooit zoveel opzeggingen in een maand gehad over een spotje.

De weg vooruit gaat óók niet liggen in het "aan de knoppen meedraaien" in coalitiedeelname. Illusies dat we kunnen breken met neoliberaal beleid, laat staan met kapitalisme, op lokaal of provinciaal vlak, of zelfs op landelijk vlak, moeten we resoluut van tafel vegen.

Onze kijk als afdeling Sittard-Geleen op de weg vooruit is drievoudig: 1. Het vaststellen van een positieve visie. Waar staan we voor? Wat is dat socialisme waar wij naar streven? Maak dat een brede visie en pin niet te zeer vast op één onderwerp. Scherper: wij zijn de socialistische partij, niet de NZF partij.

2. Laten we ons opstellen als partij van principiële oppositie. Wij presenteren ons als de voorvechters van een fundamentele breuk met kapitaal en een maatschappij waarin dus mensen centraal staan, het socialisme. Dit is de minimale basis waarop wij regeringsverantwoordelijkheid zouden moeten willen accepteren. Tot die tijd blijft het parlementaire werk een graadmeter voor onze populariteit, maar niets meer dan dat.

3. Tot die tijd bouwen we aan een bredere beweging. We hebben een vakbondsstrategie nodig. Laten we beginnen met een regelmatig overleg van SP'ers die kaderfuncties hebben in de FNV. Laten we werk maken van democratie in de economie door coöperatieven helpen opzetten zodat werkende mensen daadwerkelijk in aanraking komen met democratie en arbeiderszelfbestuur op de werkvloer. Laten we sociale verenigingen opzetten om mensen te bereiken die anders niet politiek actief actief zijn of willen zijn, juist zodat de buurten onze sociale thuisbasis gaan worden. Laten we onze eigen media opzetten, wat in deze tijd van internet makkelijker is dan ooit om de bevolking te bereiken.

Laten we dus bouwen aan een politieke beweging van honderdduizenden waar wij het politiek kloppende hart van zijn, geduldig opbouwend naar het socialisme. Een partij van hoop. Een échte tegenpartij.