Stadsbelang Utrecht meent dat de eerste plannen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport niet visionair genoeg zijn. Er wordt in de plannen aangehaakt op de bestaande knooppunten. Stadsbelang Utrecht pleit voor een nieuw station oostelijk van Woerden en voor het doortrekken van de spoorlijn vanuit Rotterdam via Rijnenburg, Nieuwegein naar station Houten en station Lunetten. Passagiers kunnen dan ook verder naar Arnhem. Een dergelijke lijn biedt vele voordelen.

Het startdocument van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT), dat moet leiden tot een verkenning van de gewenste verkeersafwikkeling en van het openbaar vervoer voor Utrecht tot 2030, is gepubliceerd.  De planning van maatregelen na 2030 zal ook onderdeel van de te maken afspraken zijn. Die afspraken worden gemaakt door de Rijksoverheid en de lagere overheden.

Men verwacht een forse toename van het gebruik van het openbaar vervoer. Dat wordt mede veroorzaakt door het autoluw maken van nieuwe en bestaande buurten. Lopen en fietsen krijgt volop ruimte. Autogebruik naar het centrum wordt ontmoedigd. Natuurlijk is verband gelegd met de geplande woningbouw in de stad. Zoals de bouw van vele kleine woningen in hoogbouw onder andere in de Merwedekanaalzone en bij het Centraal Station. In de moderne stedenbouw wordt gestreefd naar bouw rondom bestaande knooppunten van het openbaar vervoer, zoals stations. Het college van Utrecht is erin geslaagd om de door Stadsbelang Utrecht gesuggereerde varianten in Rijnenburg steeds te negeren. Kennelijk moet dat een plek blijven waar energie wordt opgewekt met molens en zonnecollectoren.

Tegelijkertijd moet er nog plek worden gevonden voor 7500 extra woningen, want Utrecht ontwikkelt zich tot een metropool, waar veel mensen willen wonen. Vergeten wordt overigens, dat het huidige woningtekort niet wordt ingehaald. De doelgroep, die recht heeft op een sociale woning, moet nog jaren wachten op een woning. In 2020 is de wachttijd van die woningzoekenden al 10 jaar en de zoektijd meer dan 4 jaar. De woningbouwplanning van de gemeente Utrecht is op onderdelen boterzacht. De verwachting is dat de wachttijden en zoektijden tot 2030 zullen oplopen. Dit met dank aan het collega van Burgemeester en Wethouders gesteund door GroenLinks, D66 en de ChristenUnie.

In de eerst onderzochte varianten vinden we goede suggesties zoals extra rijbanen naast de bestaande rijkswegen. Uitbreiding van de tramlijnen naar Zeist, Amersfoort en Vianen en omlegging van de tramverbinding met Nieuwegein en verkorting van de reistijd van Nieuwegein centrum naar Utrecht Centraal en andere knooppunten o.a. door vermindering van het aantal haltes. Het onderzoek beperkt zich tot 2030. Suggesties voor de periode daarna ontbreken. Er wordt ruimte gelaten voor de inbreng van meer varianten in het participatietraject dat volgt.

Stadsbelang Utrecht wil nu al een extra variant inbrengen in de vorm van een extra spoorlijn, vanaf de bocht die de lijn van Rotterdam maakt naar Woerden. Dat biedt een nieuw station waaromheen later woningen kunnen worden gebouwd. Ja, zelfs langs de A12 tot aan de A2. Gespiegeld aan de ontwikkeling van Leidsche Rijn kan aan de andere kant van de A12 de “Hollandse IJssel” worden ontwikkeld. De spoorlijn loopt door Rijnenburg en ontlast Utrecht Centraal. Vroegtijdige keuze van deze variant bepaalt mede de stedenbouwkundige opzet van de woningbouw in Rijnenburg. Vroegtijdige aanleg past in het streven om woningbouw en bereikbaarheidsverbetering hand in hand te laten lopen. Dat voorkomt de aanschaf van (tweede) auto’s door de bewoners aldaar. Er moet voegtijdig gekozen worden voor deze variant om zo tot een spoedige realisatie te komen, dan heeft Utrecht de ruimte om meer woningen te bouwen in minder hoogbouw en met minder kleine woningen. Oftewel, aangepast aan de woonwensen van Utrechters.

– Cees Bos

Fractievoorzitter Stadsbelang Utrecht